Deze verkiezingen zijn de heftigste ooit en ‘hebben een donker randje’ aldus Amerika-correspondent Arjen van der Horst (43). ‘Mensen kunnen niet meer op een normale manier naar elkaar luisteren. Het niet meer op een beschaafde manier oneens zijn. Dat vind ik zorgelijk.’
Deze verkiezingen zijn de heftigste ooit en ‘hebben een donker randje’ aldus Amerika-correspondent Arjen van der Horst (43). ‘Mensen kunnen niet meer op een normale manier naar elkaar luisteren. Het niet meer op een beschaafde manier oneens zijn. Dat vind ik zorgelijk.’
Arjen van der Horst verontschuldigt zich. ‘Ik heb Hilversum even aan de lijn.’ Het is vrijwel dagelijkse kost. In zijn werkkamer in zijn woning in een buitenwijk van Washington D.C. telt de VS-correspondent van de NOS en Nieuwsuur af naar de dag waarvan zijn leven het afgelopen anderhalf jaar grotendeels in het teken stond. Nog twee weken. Dan kiest Amerika een nieuwe president. Trump… Clinton – hoe vaak sprak hij de namen uit, op televisie, radio, of, wie weet, in zijn dromen? Het is maandagochtend.
Hoe was je weekend? De laatste maanden zijn ontzettend zwaar geweest, dus hebben mijn collega Wouter Zwart en ik afgesproken om weekenddiensten te draaien. Om de beurt bewaken we het fort. Ik had nu een weekend met mijn gezin en ging denken: wanneer was dat voor het laatst voorgekomen? Ik moest terug naar juli. Het was letterlijk het zesde weekend dit jaar dat ik niet hoefde te werken. Dat de verkiezingen zwaar zouden worden, wisten we, dat is altijd zo, maar dat ook de vóórverkiezingen zo intensief zouden zijn? Dat had niemand gedacht. Vanaf januari zijn we non-stop op reis geweest. Dit jaar hebben we 35 staten aangedaan. Dit werk is spannend, het geeft je veel energie, maar er zijn ook momenten waarop je helemaal kapot bent. We kunnen nu een beetje ademen. En mijn kinderen kunnen weer ontdekken wie ik ben. Die hebben dit jaar helemaal niks van mij gezien.
Is het zo erg? [blendlebutton] Even geleden was ik tussen twee reizen door op kantoor en ging ik FaceTimen met mijn jongste zoon van drie jaar oud. Het eerste wat hij zei was: are you in a plane again? Hij denkt dat ik permanent in de lucht zit. We zijn thuis gewend geraakt aan dit leven, maar gezond is het niet. Het levert soms spanningen op. Maar goed, het einde is in zicht.
Weet je het zeker? Normaal gesproken volgen we na de verkiezingen even rustig het nieuws. Wie wordt de minister van Buitenlandse Zaken? Van Defensie? Tot aan de inauguratie gaan we niet uitgebreid op pad, bijvoorbeeld. Goed, dat is het scenario in normale jaren. Als Donald Trump wint, wordt het geen normale nasleep. Op Radio 1 gaan we de hele nacht van de verkiezingen uitzenden. Als Clinton wint, wordt ’s ochtends de reguliere programmering hervat. Als Trump wint, gaan we de hele woensdag door.
Amerika snakt naar het einde van deze verkiezingen. Jij ook? Ik heb dat niet zo, maar dat is mijn beroepsdeformatie. Ik moet zeggen: ik snap die stemming wel. Tijdens mijn reizen door het land heb ik gemerkt dat de meeste mensen deze verkiezingen het liefst hadden overgeslagen. Niemand is echt blij met een van de twee kandidaten. The lesser of two evils. Dat is een spreuk die ik vaak gehoord heb. Amerika is daarbij in tweeën gedeeld. Die polarisatie zal na 8 november niet zomaar weg zijn. Mensen luisteren alleen nog naar geloofsgenoten, naar media die hun denkbeelden vertegenwoordigen en bevestigen. Op sommige plekken vindt er zelfs een fysieke scheiding plaats: democratisch gezinde mensen trekken weg uit conservatieve gebieden, of andersom, omdat men niet meer op een normale manier naar elkaar kan luisteren. Het op een beschaafde manier oneens kan zijn. Dat vind ik zorgelijk. Deze verkiezingen hebben een donker randje.
Wanneer bereikte de hectiek van dit traject voor jou als correspondent het kookpunt? (Lacht.) Het hele jaar? Een hoogtepunt waren de twee conventies achter elkaar; eerst de Republikeinse in Cleveland, en direct daarna de Democratische in Philadelphia. Normaal gesproken zijn het applausmachines. Gratis reclamezendtijd. Nu was er veel herrie en protest, bij beide partijen. Dat waren twee intense weken, waarin we dagelijks reportages maakten en kruisgesprekken voerden. Daarna dachten wij: Nederland is nu wel even verzadigd. Maar er was geen stoppen meer aan. De ene na de andere controversiële uitspraak van Trump volgde. Elke dag was er wel iets. Ik had zoiets van: jongens, we moeten nog vier maanden. Maar de vragen om op nieuws te reageren, bleven maar komen.
Het moet af en toe voelen alsof je verslag doet van een realityshow. Daar lijkt het soms inderdaad op. Trump behandelt het ook letterlijk zo. Of hij de uitslag van de verkiezingen zou accepteren, werd hem bij het laatste debat gevraagd. Dat zou hij later wel vertellen. ‘Ik houd jullie in spanning,’ zei hij. Ofwel: blijf kijken, tot na de reclame!
Hoezeer lijdt de aandacht voor inhoud en achtergrond onder die constante stroom soundbites, relletjes en schandalen die je tijdens deze verkiezingsstrijd moet duiden? Ik ben een correspondent die veel waarde hecht aan het maken van reportages. Het land in gaan. Dieper graven. Daarom ben ik ook blij dat we verhalen hebben gemaakt over de boeren in Wisconsin, de oliehandel in North Dakota of segregatie in Milwaukee. Maar het verkiezingsnieuws trekt alle aandacht weg van andere verhalen die ik leuk vind. Ik heb hier een lijstje met reportages die ik wil maken, maar waar ik nu niet aan toekom. 95 procent van mijn werk gaat over de verkiezingen. Dat is absurd, maar dat accepteer ik. Het zijn bijzondere tijden. Aan de andere kant zitten we wel met een clash. De NOS heeft te maken met een verouderend publiek en is op zoek naar bestaansrecht. Online is daarbij belangrijk. Snel willen zijn. Een permanente deadline. Ons wordt gevraagd om snel op nieuws te reageren. Daar ben ik het niet altijd mee eens. Nu is het niet erg dat je het binnen een bedrijf niet eens bent, maar dit is wel een fundamenteel verschil. Ik vind het onze taak om weg te gaan. Om achter de camera te staan, in plaats van ervoor. Tijdens onze tweede reis in Texas werden we voortdurend onderbroken, omdat we nieuws moesten duiden. De techniek is wat dat betreft een vloek en een zegen. Het is tegenwoordig zo makkelijk om live te gaan. De drempel is lager.
In Amerika moet je op elke uitspraak van de president reageren, in een ander land moet je vechten om je achtergrondreportage op tv te krijgen. Toen je als correspondent in Londen zat, noemde je dat de ideale standplaats. Groot-Brittannië was minder een hardnieuwsgebied, waar de blik van Nederland tegelijkertijd wel op gericht was. Het heeft niet het hijgerige van de VS, waar de waan van de dag vaak regeert. Wat mijn hart hier sneller doet kloppen, is de enorme diversiteit van het landschap en de bevolking. Groot-Brittannië is cultureel vrij homogeen. Bovendien ben je er na acht jaar wel uitgereisd.
Was er iets uit jouw zeven jaar in Groot-Brittannië dat je op de laatste anderhalf jaar heeft kunnen voorbereiden? Het Schotse referendum was een van mijn laatste klussen. Je merkte dat het land op springen stond. Op een heel Britse, geweldloze manier. Je merkte dat de Schotten, Europees gezind en socialistischer, iets anders wilden dan de Engelsen. Je zag Brexit eigenlijk al opkomen. Dat was heel lang in de maak. Dezelfde sentimenten die daartoe leidden, spelen nu ook in Amerika een belangrijke rol.
En qua omvang? Nee, daarbij kwam niets ook maar in de buurt. In de aanloop naar de Lagerhuisverkiezingen moest ik vechten om drie reportages voor het Journaal te maken. Nu maak ik er in de aanloop naar de verkiezingen, weet ik veel, een stuk of dertig?
Wat is in een land als Amerika opmerkelijker: de opkomst van Trump, of de populariteit van een socialist als Bernie Sanders? Het zijn in zekere zin communicerende vaten. De woede van de Trump-aanhangers overlapt met die van de Sanders-supporters. Trump gaat tekeer tegen politici in Washington die in de zak zitten van lobbyisten. Sanders zegt eigenlijk hetzelfde. ‘Het Congres heeft Wall Street niet hervormd, maar Wall Street het Congres.’ Een groot verschil zit ’m in hun kijk op immigratie. Sanders ziet een cultureel divers Amerika als een groot goed. Trump duidelijk niet.
Wat is de staat van links in Amerika? Er is sprake van een schisma, dat door de Sanders-beweging is blootgelegd. Er zijn twee partijen. De bestuurderspartij, vertegenwoordigd door Hillary Clinton en president Obama, die niet al te radicale veranderingen wil. Die op de winkel wil passen. De Sanders-aanhang is veel meer een ideeënpartij. Die van progressief Amerika. Niet stil blijven staan, maar de volgende fase in. Voor de bestuurderspartij is dat een gruwel. Zij vrezen dat de kiezers uit het politieke midden verloren gaan. Die clash wordt steeds heviger. De ideeënkant wordt machtiger. De millenials die Obama succesvol binnenboord heeft gehaald, zijn nu radicaler. Het is allemaal wat bedolven onder de Trump-rumoer, maar die scheuring zit eraan te komen. Het wachten is op een Trump-achtig figuur die opstaat binnen de democratische partij. Sanders was toch een soort toevalstreffer.
Betekent de populariteit van Bernie Sanders bij de jongere generatie van Amerika dat het land zich opmaakt voor een ruk naar links? Die is eigenlijk al gemaakt.
Waaraan merk je dat? In de acht jaar dat Obama aan de macht was, zijn transgenders steeds meer geaccepteerd, is het homohuwelijk goedgekeurd door het Hooggerechtshof en wordt klimaatverandering serieus genomen. In elke staat die we hebben gezocht, was er bijna een soort vuistregel: onder Republikeinse kiezers onder de 40 jaar is bijvoorbeeld het homohuwelijk totaal geen issue meer. Het wordt als vanzelfsprekend gezien dat het geaccepteerd wordt. Ook door mijn Republikeinse buren hier in Washington. Natuurlijk is er nog verzet, vooral bij zwaar gelovigen, maar ik zie dat als een achterhoedegevecht. Een soort stuiptrekking. Dat gevecht zal niet zomaar voorbij zijn, maar die drastische verschuiving naar links is al gaande.
Hoe kijkt men in Amerika naar het linkse Europa? Vooral voor de Sanders-aanhangers is het een soort walhalla, maar ik vraag me af of ze allemaal weten hoe het precies werkt bij ons. In Denemarken betaal je geen collegegeld, maar daar betaalt men wel veel belasting om dat mogelijk te maken. Als je ze dat uitlegt, vinden ook sommige linkse Amerikanen dat al een beetje te ver gaan. Als ik ze vertel over de hoge opkomst bij onze verkiezingen, zeggen ze: wauw, hoe kan dat? Dan zeg ik dat je vanaf je geboorte staat ingeschreven bij de burgerlijke stand, en dat de overheid altijd zal moeten weten waar je woont. Dat vinden Amerikanen heel kwalijk, zowel aan de linker- als rechterkant. Een beetje eng zelfs.
Onder veel aanhangers van Trump zijn linkse media de grote vijand. Ze worden niet vertrouwd. Niet alleen de linkse media, het gaat om dé media in het algemeen. Mainstream media. Maar eerder dit jaar was het verhaal nog: zonder diezelfde media was Trump nooit zo ver gekomen. Voor de verkiezingen hadden nieuwszenders een verliesgevend businessmodel, afnemende kijkcijfers en inkomsten. In die spectaculaire, sensationele Trump hadden ze ineens een succesformule. Hijzelf wist hoe het werkte: hij riep wat waanzinnigs en was gegarandeerd van media-aandacht. Zenders als CNN, FOX en CBS ontvingen met Trump in de uitzending per uur 400.000 dollar aan reclame-inkomsten. Zonder hem was dat 30.000 dollar. Nu ze beseffen wat voor monster ze hebben gecreëerd, verschijnen er ineens factcheckbalkjes in beeld.
Ondervind ook jij last van die afkeer van ‘mainstream’ media? Ja, maar meer uit Nederland, waar we ook die kant op gaan. Je bent al snel een cheerleader voor Hillary, of andersom, een spreekbuis voor de rechtsconservatieven. Als mensen je niet objectief vinden, bedoelen ze: je bericht niet positief over hun kamp. Op Twitter kondigde ik eens een item over West Virginia aan. Weer typisch Trump-bashen, vond een van mijn volgers. Die reportage moest nog worden uitgezonden.
Nu je ruim twee jaar in de VS werkt: mis je iets uit je Britse periode? Het schrijven. Ik werkte toen, als freelancer, ook nog voor een krant. Dat vond ik prettig. Ik had iets meer ruimte om de diepte in te gaan.
Wie is interessanter: de Brit of de Amerikaan? ‘Ik moet zeggen: ik was in 2014 wel heel erg klaar om weg te gaan uit Engeland. Ik vind het geen prettig land. Londen is een leuke, spannende stad, maar eigenlijk vind ik Britten helemaal niet leuk. Het is een cliché, maar ze zijn erg gereserveerd en afstandelijk. Het is moeilijk om een emotionele band met ze te krijgen. Amerikanen zijn warmer en gastvrijer. Ik heb veel Britse vrienden, en dat blijven mijn beste maatjes, maar over het algemeen hebben Britten weinig lol in het leven. Wat ik wel mis, en dat is weer een cliché: de Britse humor. Sarcasme wordt door Amerikanen niet begrepen.
Je was verBritst, zei je een aantal jaar geleden. Ik had de beleefdheidsvormen overgenomen, denk ik. Die zijn heel belangrijk in Groot-Brittannië. Het taalgebruik ook. Wat dat betreft zijn wij Nederlanders vrij ruw. Heel direct. Soms is dat een fijne eigenschap. Als ik met mijn Ierse schoonfamilie ben, wordt er eerst eindeloos geluld voordat we to the point komen.
Heb je je accent aangepast? Amerikanen denken dat ik Brits ben. Ze zijn hier dol op dat accent. Hilarisch, want in al die jaren in Groot-Brittannië ben ik nog nooit uitgemaakt voor Brit.
Je hebt vier zoons. Wat zijn zij? Ze hebben drie nationaliteiten: Nederlands, Brits en Iers. Ze spreken Engels. Hebben nooit in Nederland gewoond. Bij mijn oudste ging het Nederlands spreken aanvankelijk vrij goed, maar dat is verwaterd. Als je ze vraagt naar hun nationaliteit zegt mijn oudste Nederlands, mijn tweede Amerikaans en de derde Engels. De jongste heeft nog geen idee.
Wat ga je doen als de verkiezingen er straks op zitten? Dat wordt afkicken. Ik moet me echt even op mijn gezin richten, want dat heb ik dit jaar nauwelijks gedaan. Als ik mijn telefoon en laptop niet wegstop, heb ik straks een echtscheiding. Grapje, natuurlijk. Nou ja… Mijn vrouw heeft het wel helemaal gehad met deze verkiezingen. Dat ik nu een weekend thuis kon zijn, was echt een verademing voor haar. Ze kijkt erg uit naar 9 november.