In het filmprogramma De kijk van Koolhoven bespreekt filmregisseur Martin Koolhoven zijn favoriete genres. In de derde aflevering is dat eurohorror.
Waarom wordt op het horrorgenre doorgaans een beetje neergekeken? In het buitenland is dat minder erg dan in Nederland, maar het klopt dat horror lange tijd een reputatie had die maar net boven porno uitkwam. Mensen bang maken wordt misschien wel gezien als exploitatief en anti-intellectueel.
Kun jij genieten van die typische ‘zo slecht dat ze leuk zijn’-horrorfilms? Over het algemeen vind ik slechte films gewoon slecht, maar er zijn van die buitenissige voorbeelden die zo bizar zijn dat je er wel om moet lachen. In de uitzending over eurohorror heb ik het op een gegeven moment over New York Ripper, waarin een moordenaar met de stem van Donald Duck huishoudt. Dat is te krankzinnig voor woorden.
Wat zijn volgens jou de grootste valkuilen bij het regisseren van een horrorfilm? Ik weet niet of er specifieke valkuilen zijn, maar voor horror geldt hetzelfde als voor comedy: je kunt je niet verschuilen, want de bedoeling is duidelijk zichtbaar. Niks is zo genant als een horrorfilm die duidelijk zijn best doet om eng te zijn maar dat niet is. Ik denk dat de grootste valkuil is dat de maker denkt dat het publiek wel tevreden zal zijn met een hoop gore (expliciet geweld, bloed en verminkingen, red.). Vaak is het enger om iets niet te laten zien.
Is de term eurohorror niet te divers om het allemaal onder deze noemer te plaatsen? Zou je dat ook vragen als ik een aflevering over horrorfilms had gemaakt, wat nog breder is? Uiteindelijk zijn de afleveringen gewoon een excuus om over films te praten die ik te gek vind, en er zijn in Europa veel mooie horrorfilms gemaakt. Het is wel zo dat Europese horror een eigen gezicht heeft dat sterk afwijkt van de Amerikaanse tegenhanger. Europa heeft niet alleen een andere cultuur, de filmkeuring in Amerika is ook strenger. Europese horrorfilms uit de jaren 70 waren al veel verder qua geweld en erotiek.
Welke films wilde je absoluut bespreken? Ik heb elke week een lijst met films die ik per se wil bespreken, maar die is al veel te lang voor de drie kwartier die we hebben. Ik heb een regisseur als Lucio Fulci bijvoorbeeld niet eens behandeld, omdat ik al twee Italiaanse horrormeesters bespreek: Mario Bava en Dario Argento. Bava was misschien wel de creatiefste geest van het horrorgenre. Als zijn Engels beter was geweest, had hij net als Alfred Hitchcock wellicht de oversteek naar Amerika gemaakt en zou hij nu net zo beroemd zijn. Hij is de vader van de typisch Italiaanse giallo-film, en zijn Blood and Black Lace (1964) wordt gezien als dé blauwdruk van het genre. Argento wordt gezien als de belangrijkste regisseur van giallo’s, van hem wordt vooral Suspiria (1977) geprezen. Beide films hebben een uitgesproken esthetiek die meer aan Europese cinema gerelateerd is.
De kijk van Koolhoven vrijdag 19 oktober, NPO 3, 21:15 uur
Filmmaker Martin Koolhoven beschouwt in de derde aflevering van zijn zesluik eurohorror.