
© Erik Smits
De puberdochter van Marijn Frank (Keuringsdienst van waarde) wordt gék van haar. ‘Ik snap ook wel dat het niet gezellig is, zo’n kritische moeder.’
In 2003 verschijnt een nieuw programma, dat zal uitgroeien tot een van de spraakmakendste van Nederland. Tot die tijd stopten we gedachteloos kip, kroketten en kaas in de mond. Sliepen zonder schuldgevoel onder dons, aten donkerbruin brood omdat dat gezond leek, was ham gewoon ham en had niemand ooit nagedacht over torretjes in zongedroogde tomaatjes. Roze koeken, zwarte olijven, die prachtige kleur van zalm in de supermarkt: puur natuur, tuurlijk wel, anders zou het wel heel raar zijn.
Dat was toen. De Keuringsdienst van waarde nadert inmiddels zijn vijfhonderdste aflevering (over pistachenoten, eet ze dus nu je nog niks weet!) en heeft intussen veel ogen geopend. Marijn Frank is al zeventien jaar een van de vaste gezichten en denkt steeds dat ze alles wel heeft gezien, gehoord en meegemaakt. Maar ja, dan stuit de redactie op iets over zeebaars, of er staat een verhaal over zalmsperma in gezichtsverzorging, en daar gáát ze weer.
Televisierecensent Lotte Krakers schrijft in haar Volkskrant-column misschien wel iets heel treffends: ‘Er zijn heel veel dingen die ik liever niet weet, en het merendeel van de kennis die ik bij voorkeur niet zou opdoen is afkomstig uit de KvW.’ Zie jij dat als een compliment?
Dat vind ik absoluut een compliment, want het betekent dat de kijker iets leert. Dat is toch leuk? Zeker als het gaat over eten, want dat doen we de hele dag door. Ik hoop toch steeds maar weer dat het programma zorgt voor meer bewustzijn onder consumenten en dat het de overheid stimuleert om beter voor ons te zorgen. Mijn dochter gaat nu naar de middelbare school en vreet alleen nog maar troep, dus zelfs iemand met mijn werk heeft daar thuis nog strijd over. Er is zó veel shit te koop. Al dat bewerkte eten, al die pesticiden. Daar lig ik wel een beetje wakker van, hoor. Dus hoe meer mensen denken: hé, dat wil ik eigenlijk helemaal niet, des te beter.
Hebben jullie eigenlijk weleens iets wettelijk in gang kunnen zetten?
Gelukkig wel. Brood mag nu alleen volkoren worden genoemd, als het voor honderd procent uit volkorenmeel bestaat. Dat is geweldig. En recent hadden we een aflevering over garnalen, waarin we lieten zien dat bij de moeders een oog wordt afgeknipt; dan krijgen ze vaker kinderen. Die beelden zijn de wereld over gegaan en daar is de Shrimp Act uit voortgekomen – impact, schrimpact: snap je? Het is nog niet wettelijk vastgelegd, maar allemaal grote supermarktketens, ook internationale, willen die garnalen nu niet meer verkopen. Dat is fantastisch. En als je nu denkt: maar ik heb nog nooit een éénogige garnaal in mijn pan gezien: dat klopt, die wonen allemaal in bassins in Thailand, de kinderen hebben wél twee ogen en zijn er voor de verkoop.
En weer zijn de moeders de sjaak.
Wij zijn altijd de sjaak. Dat is een feit.
Waarvan akte. Krakers zegt verderop in diezelfde column: ‘Pro-tip voor wie zonder al te veel schuldgevoel wil blijven consumeren: nooit doorvragen.’ Maken producenten daar misbruik van?
Ik denk niet per se op die manier. Mensen gaan meestal pas moeilijke vragen stellen nadat ze zich ergens bewust van zijn geworden – bijvoorbeeld doordat ze een aflevering van ons hebben gezien. Op een verpakking ga je die informatie namelijk niet vinden, of heel goed verstopt. Sterker, op de meeste verpakkingen staan dingen waardoor je denkt dat je juist goed bezig bent. Op zakken snoep kan bijvoorbeeld ‘vegan’ staan, of ‘vetvrij’. Hier thuis blijft dat ook een worsteling; mijn vriend doet meestal de boodschappen en mijn zoon was opeens dol op van die kant en klare soep. Mijn vriend vond dat prima, want er staat op de voorkant dat er zoveel gram groenten in zit. Ik moest hem twee van onze afleveringen laten zien om aan te tonen hoe je misleid wordt door dat genoemde gewicht. Ooit was het misschien een pond tomaten per blik, maar dat is ingekookt en verpulverd tot een vingerdopje poeder. En de rest is water en zetmeel. Het is zó moeilijk.
Je kunt ook zeggen: het zal de meeste mensen worst wezen wat ze eten, als het maar lekker en goedkoop is. Nederlanders kiezen inderdaad vaak met hun portemonnee. Voor de deur van de supermarkt vinden ze dierenwelzijn heel belangrijk, en toch rekenen ze bij de kassa de goedkoopste kipfilets af. Maar je kunt individuen niet de verantwoordelijkheid geven om een voedingsrevolutie in gang te zetten. Als je na werk in de supermarkt staat met een gillende peuter aan je hand, dan pleur je dingen in een mandje. En wat er in die dingen zit, is de verantwoordelijkheid van de overheid. Kijk, het positieve is dat ons eten nagenoeg altijd veilig is. Je kunt ervan uitgaan dat je er niet ziek van wordt en niet aan doodgaat. Dat is dus goed geregeld. Maar ja, als ik dan zo’n aflevering over pesticiden en babyvoeding maak, dan schrik ik me toch helemaal de blubber. Ondanks je jarenlange ervaring en argusogen. Ja!
Lees verder in VARAgids 50. Vanaf dinsdag 9 december 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief