Hoe gaat het eraan toe achter de schermen bij kijkcijferhit Expeditie Robinson? Makers en een kandidaat doen een boekje open. ‘Voor ik het doorhad zat ik op een boot naar het productie-eiland om de rest van mijn spullen op te halen.’
Al negentien jaar lang verzamelt er zich in het voorjaar een groep gespannen avonturiers op Schiphol, klaar om zich over te geven aan de harde survivalstrijd van realityshow Expeditie Robinson. In mei 2014 was acteur Loek Peters ( Penoza ) een van die overlevers in de dop. Peters herinnert zich het moment dat hij de luchthaven binnenstapte en zijn laatste sms’je aan het thuisfront stuurde nog goed: ‘Via een zijdeurtje op Schiphol kwam ik bij de privévliegtuigen terecht, de gate waar alle wereldsterren ook langsgaan. Daar moest ik mijn telefoon inleveren en wist ik: nu zit ik erin en ben ik afgesloten van de buitenwereld. Ik liep naar binnen en dan zitten daar die mensen waar je het spel mee gaat spelen. Sommige ken je al, sommige niet. Vanaf dat moment is het alleen nog maar spannend, en tegelijk heb je ook een soort schoolreisjesgevoel. Na een lange vlucht en bootreis naar ons Filipijnse eiland begon het spel al heel snel, ongeveer anderhalve dag na aankomst. Het is niet zo dat we daar nog even lekker een tijdje gingen acclimatiseren. In mijn geval was het heftig want het was extreem warm, en ik kwam ook nog meteen in de Hel (een spelonderdeel van de editie 2014, waarin de kandidaten werden ondergebracht in Hemel, Aarde en Hel, red.) terecht.’
Kamp Zuid, credits: Martijn van Gelder
Voor de kandidaten duurt het avontuur van Expeditie Robinson een periode van ongeveer een maand, voor oud-eindredacteur en spellenbedenker Wim van Dam is Expeditie Robinson een project dat zijn hele jaar in beslag neemt. Van Dam, die sinds 2005 de eindredacteur is van het programma (op drie edities na) en ook de spectaculaire proeven bedenkt en ontwerpt die op het eiland worden gespeeld, is zo vergroeid met ‘zijn’ Expeditie Robinson dat hij zelfs tijdens het interview dat we met hem hebben in het kantoor van productiemaatschappij Strix in Hilversum, een houten puzzeltje in zijn handen houdt dat mogelijk een nieuw spel gaat worden in de editie 2016. Terwijl hij aan de puzzelstukjes frummelt beschrijft Van Dam hoe zijn jaar eruit ziet: ‘Tot oktober zijn we nog aan het monteren voor dit seizoen, en daarna begin ik alweer met het bedenken van de spellen voor het seizoen van volgend jaar. In december moet ik een stuk of achttien spelconcepten afhebben. Daar gaan we met het team over brainstormen en daar komt dan in januari een zogenaamde ‘game bible’ uit voort: vijftien spellen die door ons gespeeld gaan worden. Die spellen moeten worden getest en gebouwd op de eilanden, en ondertussen gaan wij in Nederland op zoek naar kandidaten en voor je het weet is het alweer voorjaar en tijd voor een nieuwe opnameperiode.’
Kamp Onbekend, credits: Martijn van Gelder
Van Dam noemt het maken van Expeditie Robinson een ‘gigantisch circus’, terwijl de essentie van het programma juist zo eenvoudig is: alles wordt je afgenomen en je moet zien te overleven op een onbewoond eiland, zonder de luxe van thuis. Terwijl de kandidaten in de weer gaan met kokosnoten en vuursticks, speelt het circus zich voor een groot deel af op het zogeheten productie-eiland, dat wordt ingericht op een eiland vlakbij het onbewoonde eiland van de kandidaten. Deze opzet maakt het lastig om elk jaar een geschikte locatie te vinden. Van Dam: ‘De moeilijkheid is dat je twee onbewoonde eilanden naast elkaar wilt hebben, zodat wij ook ergens kunnen eten, wonen en bouwen, zonder dat we veertien uur hoeven te varen naar de kandidaten toe. Dat soort plekken zijn schaars, dus we maken meestal meerdere jaren gebruik van dezelfde archipel. We hebben vaak in Maleisië gezeten, en zitten nu op een eilandengroep op de Filipijnen. Dat is praktisch, en de lokale mensen kennen ons inmiddels ook. We werken veel met hen samen. Heel handig, maar op een gegeven moment heb je het wel gezien en moet je weer op zoek naar een nieuwe plek.’
Eddy Zoëy, een van de ex-presentatoren van Expeditie Robinson , vertelt dat je op het productie-eiland ook nog eens tussen de Deense en de Noorse crewleden zit, want tegelijk met de Nederlandse editie worden ook de Scandinavische versies van Robinson opgenomen. ‘Gelukkig zitten de kandidaten van de verschillende landen elkaar niet in de weg, want iedereen zit op zijn eigen eiland,’ vertelt Zoëy. In 2009 was hij de opvolger van de een jaar daarvoor bij een auto-ongeluk overleden Ernst-Paul Hasselbach, de oerpresentator die het programma sinds 2000 had gepresenteerd. Zoëy blikt met veel plezier terug op de drie jaar dat hij Robinson presenteerde, al drukt hij wel graag de suggestie de kop in dat het voor een presentator een luxe tripje zou zijn. ‘Iedereen denkt altijd dat wij daar in een sterrenhotel zitten, maar er zijn maar een paar plekken op aarde waar het mogelijk is om dit op te nemen, en ga er nou niet vanuit dat daar een luxe resort in de directe omgeving te vinden is. Je zit in the middle of nowhere. We hebben het zeker beter dan de kandidaten, maar het is improviseren. Op de Filipijnen zit je in houten hutjes, die net gebouwd zijn. Vlak voordat ik dan vertrok kreeg ik altijd berichten van collega’s die vooruit waren gereisd: we eten alleen nog maar droge rijst! We hebben nu water! Ik heb daar genoeg verhalen gehoord over collega’s die ’s nachts een slang op de wc-bril aantroffen.’
Zoëy heeft er vrede mee dat in 2011 het stokje werd overgenomen door collega Dennis Weening, die het programma samen met Nicolette Kluijver presenteert. Zoëy: ‘Ik vind het een van de mooist gemaakte programma’s op televisie. Er wordt altijd getwijfeld aan de echtheid van reality-tv, maar er zijn nog echte programma’s, en Robinson is er één van. Maar het aandeel van de presentator is natuurlijk superklein. De ene dag film je een Eilandraad (het keuzemoment waarop kandidaten worden weggestemd, red. ) en de andere dag niks. Daar moet je tegen kunnen. Het is alsof je op een filmset in je trailer zit en af en toe wordt er op de deur geklopt om iets op te gaan nemen. Daar is niets mis mee, maar voor mij was het nooit een programma dat ik heel lang wilde presenteren. Dat is niet erg, want de presentator van Expeditie Robinson is redelijk inwisselbaar.’
Kamp Noord, credits: Martijn van Gelder
Terwijl de presentatoren soms weinig te doen hebben, zijn de verslaggevers, cameramensen en andere crewleden dag en nacht in touw. Oud-eindredacteur Wim van Dam: ‘Het is hard werken, je werkt buiten en er zijn extreme omstandigheden. In 2011 hebben we de opnames een keer vier dagen stil moeten leggen omdat de orkaan Bebeng langs onze eilanden raasde. Ook is weleens vlak voor de opnamen begonnen de knokkelkoorts op een eiland uitgebroken, waardoor we halsoverkop nog een andere archipel moesten zoeken. Maar ook zonder deze uitzonderlijke gebeurtenissen is het zwaar. Als je als cameraman naar de eilanden moet ga je berg op, berg af met al je apparatuur en kom je bezweet en bebloed terug. Maar het verschil met de kandidaten is dat wij na een draaidag onder de douche kunnen springen en dat er vervolgens een maaltijd klaarstaat. We hebben vanaf ons productie-eiland veel bewondering voor de kandidaten, want zij hebben het écht heel zwaar. Het wel en wee van die mensen neemt ons compleet in beslag. Het gaat over niks anders bij ons op het eiland: ‘heb je gehoord van die en dat?’ Soms zijn crewleden ook echt boos als er iemand uitgaat. Ja, je leeft heel erg mee. Wij zitten ook maar vast op dat eiland, hè.’
Een van de kandidaten die het twee seizoenen geleden zwaar had, was acteur Loek Peters. In aflevering zeven was te zien hoe Peters hevige last van zijn schouder kreeg en het spel abrupt moest verlaten. Hoe wordt zo’n beslissing genomen? Peters: ‘Wat een rukmoment was dat zeg. Echt ongelooflijk balen. Het gebeurde op de ochtend van de samensmelting, het moment waarop je weer met andere kandidaten samenkomt. Ik kreeg last van mijn schouder en herkende een slijmbeursontsteking, iets dat ik al eerder had gehad. Voorafgaand aan het spel van die dag ging ik naar de arts, die bij een proef altijd aanwezig is, om pijnstillers te vragen. Maar toen zei die arts dat ik blijvende schade zou kunnen over houden als ik doorging. Op zo’n moment beslist de programmaleiding wat er moet gebeuren, want ik kan niet overzien welke spellen er nog gaan komen en wil natuurlijk het liefst doorgaan. De leiding zei meteen: dit is niet verantwoord, je moet eruit.’
‘Vervolgens gaat het heel snel. Je moet meteen je tas pakken en afscheid nemen van je medekandidaten. Binnen vijf minuten ging het bij mij van ‘Ik kom pijnstillers halen’ naar ‘Ga maar afscheid nemen’. Voor ik het doorhad zat ik op een boot naar het productie-eiland om de rest van mijn spullen op te halen. Daarna zat ik nog een paar dagen in een resort tussen de vakantievierende Filippino’s om te acclimatiseren. Dat is maar goed ook, want je kunt in een shock terechtkomen. Ik was toen nog zo geconditioneerd dat het eerste wat ik steeds deed was mij verbazen over het feit dat alle kokosnoten zo binnen handbereik hingen. Holy shit, dacht ik, we kunnen de kokosnoten hier zo plukken!’
Ondanks zijn onverwacht vroege aftocht vond Peters zijn deelname de moeite waard. ‘Het was een onvergetelijke ervaring. Het klinkt gek, maar juist die eerste paar dagen in de Hel, waar we moesten slapen in een moerasachtig gebied, vond ik te gek. Dat is wat Expeditie Robinson voor mij was: het overleven. Met elkaar iets proberen te bouwen, op zoek naar eten en dan deel je met vijf man een kokosnoot en dat is dan alles wat je op een dag binnenkrijgt. Na die dagen in de Hel – we hadden net uitgevonden hoe je goed kon slapen op de balken in het water – werd het wat mij betreft minder, en ging het meer om wie met wie vriendjes wil zijn. Dat vond ik niet zo heel interessant. Sommige mensen zitten in het programma en denken: ik ben straks twee maanden op tv. Andere mensen denken: hoe kan ik overleven?’
De afgelopen negentien jaar is Expeditie Robinson steeds iets van opzet veranderd: tot 2010 waren er enkel onbekende deelnemers, sindsdien doen er bekende deelnemers uit de tv-, sport-, film- en muziekwereld mee. Tot en met 2012 waren de kandidaten een mix van Vlamingen en Nederlanders, omdat het programma ook voor de Belgische commerciële tv werd gemaakt. De laatste vier seizoenen wordt er alleen nog door Nederlanders gestreden.
oud-eindredacteur Wim van Dam waakt altijd voor voorspelbaarheid, en vindt het om die reden niet erg dat er geen Belgen meer meedoen: ‘We proberen elk jaar iets anders te doen en die Nederland-België-vete werd op den duur voorspelbaar. Aan de kern van het format – onbewoond eiland, een proef, en een eilandraad – moet je natuurlijk niets veranderen, want Robinson is misschien wel het beste televisieformat dat ooit bedacht is. Maar daarbij proberen wij elk jaar om er van alles en nog wat bij te verzinnen. Want het moet voor de kandidaten en de kijkers een avontuur zijn. Ik vind dat het ons altijd goed gelukt is om elk jaar met een twist te komen, zonder het format kapot te maken en zonder in extremiteiten te vervallen.’