Een reconstructie van het verkiezingsdebat waarin premier Jan Peter Balkenende ‘U kijkt zo lief’ zei tegen Mariëlle Tweebeeke.
Weinig plekken kunnen zo groots opdoemen als Carré. Lopend langs de Amsterdamse Amstel wordt het majestueuze theater stap voor stap majestueuzer. Leuk als je alleen maar komt kijken, even slikken als je er op het podium verwacht wordt. Voor Mariëlle Tweebeeke zou het eerste keer op dat podium worden die dag, woensdag 26 mei 2010. Outfit voor straks over de schouder en wedstrijdspanning in het lijf. Die avond presenteert ze er samen met Rick Nieman het lijsttrekkersdebat, live op RTL 4 en voor een volle zaal. Er ligt de hele dag een dik wolkendek boven Amsterdam maar even piept de lentezon erdoor, net als ze van huis naar Carré loopt – ze woont vlakbij.
[blendlebutton]
Het mag dan spannend zijn, dit zijn wel de momenten waar ze het voor doet. Ze was dertig jaar toen ze haar carrière in het bedrijfsleven gedag zei en stage ging lopen bij stadszender AT5. Roeping gevonden, na een paar jaar kwam RTL-Nieuws. Prachtig, maar ze was meteen duidelijk: ‘Nieuws lezen vind ik leuk,’ zei ze, ‘maar ik ben een interviewer. Ik wil interviewen.’ Logisch dus, dat ze ja zei toen haar hoofdredacteur Harm Taselaar vroeg of ze in aanloop van de verkiezingen het lijsttrekkersdebat wilde presenteren, inclusief een scherp interviewonderdeel. ‘Eigenlijk was ik nog met zwangerschapsverlof en ik had net een vakantie gepland maar dit klonk zo fantastisch. Daar wilde ik die vakantie wel voor omzetten. We zijn dus eerder naar Portugal vertrokken, met alle verkiezingsprogramma’s mee in de koffer.’ Daar zat ze dan, achter een bureautje in de tuin de programma’s door te spitten terwijl de rest van het gezin siësta hield. En nog eens toen ze terug was, nu met Nieman en Taselaar, samen op zoek naar de scherpe vragen om te stellen. Scherpe vragen, onder andere voor zittend premier Jan Peter Balkenende, sinds februari demissionair. Al acht jaar is hij dan de machtigste man van Nederland maar in de aanloop van de verkiezingen in 2010 waren er binnen het CDA ernstige twijfels of ze wel weer voor hem als vooruitgeschoven pion moesten kiezen. Ze doen het toch, Balkenende wordt opnieuw lijsttrekker.
In de campagnetijd is dit debat een ijkpunt, een meetmoment van jewelste. En Balkenende leeft er gespannen naar toe. Nieman: ‘Er stond die avond een premier die al acht jaar aan de macht was geweest maar nu het politieke handwerk was verleerd. Het debatteren dus. In 2006 kon hij dat nog wél. Toen deed hij het zelfs fantastisch, door tegen Wouter Bos te zeggen: “U draait en u bent niet eerlijk”. Die uitspraak bleef hangen. Maar nu zat hij niet lekker in de wedstrijd. Het was zijn campagne niet.’ Bovendien was het Carré. Loeispannend, weet ook regisseur van dienst Paul van Koelen. ‘Alle deelnemers staan daar met een bloeddruk van 200, ik denk dat ze er allemaal een beetje tegenop zien. En de setting maakt het niet comfortabeler, met het podium in de ronde piste en het publiek er direct omheen. Spannender kan bijna niet. En die spanning zoek ik. Ik gebruik lange lenzen zodat ik heel close kan komen. Dat is kwetsbaar, dan zie je alles. Zweet onder de neus, trillende mondjes – die dingen.’ En dat is die avond te zien op alle gezichten, maar misschien nog wel het meest op die van Jan Peter Balkenende. Hij oogt nerveus, meer gespannen dan anders. Een aanval van Rutte over woekerpolissen pareert hij met een onzeker ‘Sjongejongejonge’. En dan moet de scherpe vraag van Tweebeeke nog komen. Die is duidelijk: welke drie partijen-coalitie is wat u betreft het beste voor de economie? Balkenende: ‘En u dacht dat ik dat hier ging zeggen?’ En dan, met ongemakkelijke triomf in zijn stem: ‘Het is een goede vraag, maar ik ga over de antwoorden.’ Er volgen nog meer ontwijkingen. Een verbale dans om de hete brij heen. ‘We moeten voor de verkiezingen eerst het woord aan de kiezer zelf laten’, zegt hij, en even denkt hij zich helemaal uit de hoek te kunnen glibberen met een algemeenheid: ‘Het gaat erom dat we een beleid voeren dat Nederland sterker maakt, dat banen worden gecreëerd, dat we de overheidsfinanciën op orde krijgen, dát is de agenda waar het om gaat. En ik hoop dat mensen zich die vragen zullen stellen als straks op 9 juni de stemmen worden uitgebracht.’ Is-ie de hoek uit? Nee, Tweebeeke probeert het nog één keer: ‘Welke drie partijen, meneer Balkenende?’ Een korte stilte, en dan zegt hij het, de vier woorden die de rest van zijn leven onlosmakelijk aan hem verbonden zullen blijven: ‘U kijkt zo lief.’ U. Kijkt. Zo. Lief. Heel kort, minder dan een seconde, zijn de woorden uitgesproken maar is de betekenis nog niet geland. Tweebeeke gaat meteen verder, doorpakken. ‘Oké,’ zegt ze nog. Maar dan komen de woorden binnen. Bij het publiek, bij Nieman en bij haar. Abrupt stopt ze. Ze slikt, en ze kijkt naar de man tegenover haar. Al acht jaar de machtigste man van Nederland, maar met vier woorden lijkt alle statuur van hem af te zijn gegleden. Van Koelen schakelt snel nu, eerst naar Tweebeeke, die alles zegt door te zwijgen en te blijven zwijgen. Dan een langzaam glijdend shot, getrokken vanuit de rug van Tweebeeke, Balkenende ongemakkelijk lachend, de handen in elkaar gevouwen. Carré lijkt enorm, de premier kwetsbaar en klein. Nog een keer close, Balkenende slaat zijn ogen toe – schuldbewust. Als een schooljongen die weet dat hij te ver is gegaan. ‘Wat zeg je nú?’ denkt Tweebeeke. ‘Ik stond totaal perplex. Je verwacht van de zittende premier zoiets toch niet? Ik had al vier keer dezelfde vraag gesteld en dacht: ga nou eens antwoord geven. Een beetje geïrriteerd was ik, dus dat ook nog eens: ik kéék helemaal niet lief! In een split second besloot ik om niet op zijn uitspraak in te gaan, ik liet de zaal z’n werk doen. Ik dacht: het is aan jou nu.’ Bij Nieman kwam het gewicht van de woorden pas binnen toen het publiek begon te loeien. ‘Ik nam het eerst voor kennisgeving aan totdat ik de zaal hoorde: “Ooooeee.” Toen pas bedacht ik: ja, dit is misschien wat seksistisch.” Want seksistisch, dat was het. En die paar seconden in een joelend Carré moeten de eenzaamste seconden in de carrière van Balkenende zijn geweest. Even was hij zichzelf niet meer, maar alleen nog de vier woorden die hij net had uitgesproken. U kijkt zo lief. En dan begint het; de ophef. De dagen daarna zijn het de meest uitgesproken woorden van Nederland. In de schuimkraag van die golf van verontwaardiging wordt Rick Nieman de volgende ochtend vroeg al gebeld door Edwin Evers, die hem in zijn ochtendshow op Radio 538 de onthulling ontlokt dat Femke Halsema bij de borrel na afloop bits had gesteld dat ze hem een knietje zou hebben gegeven als hij tegen haar zoiets had gezegd. Nieman: ‘Daarover vroeg ze later nog wel of ik dat nou zo nodig met de wereld had moeten delen. Maar ik was me van geen kwaad bewust.’ Margriet van der Linden – toenmalig hoofdredacteur van Opzij – weet niet wáár ze moet beginnen. ‘Zeer aanmatigend, totaal ongepast en seksistisch,’ briest ze bij BNR op de radio. ‘Een vrouw staat daar haar werk te doen, en dan is het de minister-president for God’s sake die zo’n opmerking maakt. Nee, het is niet leuk, het is ongepast en het past niet in een moderne maatschappij waarin mensen de mond vol hebben van normen en waarden.’ Oef. Er komen petjes met de uitspraak, en t-shirts en gedoe. Excuses wil het volk horen. Als zij die wil, dan geef ik ze, zegt Balkenende. Ik wil ze alleen als hij zelf denkt dat ze gepast zijn, reageert Tweebeeke. En zo blijft het erover gaan, die vier vermaledijde woorden, tot aan de verkiezingen toe. Daar gaat het CDA snoeihard onderuit en verliest twintig zetels. Het betekent het einde van het politieke tijdperk Balkenende. Nooit sprak hij nog met Tweebeeke over ‘U kijkt zo lief’. Niet op de avond zelf, en niet meer daarna. Ook de VARAgids wil hij er nu niet over te woord staan. En Tweebeeke? Ach, er zijn andere dingen waar ze bekend van is geworden. In 2012 won ze de Sonja Barend Award. Een jaar later pakt ze de Tegel – een prestigieuze journalistieke prijs. Samen met Rick Nieman interviewt ze kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima voor hun inhuldiging in 2013. Maar toch, die vier woorden: ze blijven bij haar horen. Onlangs nog, grote verbouwing in haar huis. Een week lang was er een timmerman over de vloer. En aan het einde van die week, bij het weggaan – hij kan het niet laten – tegen haar man: ‘En? Kijkt ze nog weleens lief?’
Dit bericht was eerder gepubliceerd in de VARAgids