Voor rouwenden was de tweede en laatste aflevering van Coen Verbraaks serie gesprekken met nabestaanden weer een ontroerend horrorfeest der herkenning.
De enige manier om er onderuit te komen, is een volkomen geïsoleerd en liefdeloos leven leiden. Kies je daar niet voor, dan krijg je het vrijwel zeker een keer voor je kiezen: rouw. Een zwaar onderwerp dat gisteren prachtige – en niet per se sombere – televisie opleverde. Een man verloor als kind beide ouders, een moeder twee piepjonge dochtertjes, een vrouw haar man, een man zijn man, een man zijn man en zus, een vrouw haar moeder, een vrouw haar kind – het zou je de adem benemen, maar dat deed het niet in Kijken in de ziel want de achterblijvers die Verbraak sprak, kozen hun waardige woorden rustig en zorgvuldig.
Ieder nabestaan is net zo uniek als iedere liefde en ieder ouderschap, maar er zijn wel overeenkomsten en voor hen die noodgedwongen achterblijven als iemand sterft, kan het een merkwaardig gevoel van opluchting geven om iemand anders te horen verwoorden wat je zelf ook hebt gezien of gevoeld. Mijn vrouw Anna stierf jong (ze werd zelf ook ooit ondervraagd over dit soort zaken in De wandeling ) en bij sommige dingen die de gasten van Verbraak vertelden, kwam de gedachte 'yip, zo verging het ons ook ongeveer' op.
Frank Sanders, de man van wijlen Jos Brink, had het over de vele soorten van verdriet die voorbijkomen: verdriet om het lot en het gemis van de overledene, maar ook verdriet om het verlies van wie je zelf werd door de ander. En om wat er nooit gezegd is en de tijd die je nooit samen door zult brengen. Over koken in je eentje en over het kostuum van Brink dat hij ook jaren later gewoon toch lekker in de kast laat hangen. Iemand anders had het over rouw als verdwalen in jezelf en over dat het een tijd werkelijk alles beheerst, tot boodschappen doen aan toe. Het ging over de obscene haast van sommigen in de omgeving die 'het rouwproces' niet snel genoeg vinden gaan of de hele kwestie domweg negeren. En over de haast die de dood zelf heeft; je denkt de tijd te krijgen voor afscheid nemen maar ineens is iemand weg, je alsnog overrompeld achterlatend. Over hoe de rol van de dode onvermijdelijk steeds kleiner wordt in je leven en dat dat goed is en tegelijkertijd voelt als verraad. Zware kost kortom, die door de geïnterviewde achterblijvers toch tamelijk licht werd geserveerd, ook dankzij de juiste vragen van Verbraak en de perfecte montage van Gerald van Leipsig. Kijken in de ziel: de achterblijvers is beslist dat kijken waard, voor huidige én toekomstige achterblijvers.
En daarna, omdat rouw de prijs van liefde is, even kijken naar het sympathieke gestuntel van jongens op de versiertoer in Lauren! En de liefde gisteravond, waarin een versier-coach en Lauren Verster met lede ogen aanzien dat de liefde vóór de dood ook niet altijd een pretje is: 'Wat heb je gestudeerd?' 'Rechten.' 'Dus nu ben je zo'n soort assistente van een advocaat?' 'Eh, ik bèn advocaat.' Heerlijke televisie.