Roger Stone werd door de FBI opgepakt vanwege het Ruslandonderzoek van speciaal aanklager Robert Mueller. Wie wil weten wie Stone precies is, kan uitstekend bij Netflix terecht.
In de opening staat Stone letterlijk in de schaduw van Trumps campagne. Maar de politieke strateeg stapt ook erg graag voor de camera’s, waar hij afwisselend zijn Republikeinse kandidaat de hemel inprijst en met modder gooit naar tegenstanders. Hij zag zichzelf als een jockey op zoek naar een paard in de presidentiële race, en vond in Trump een prime piece of political horseflesh. De zelfverklaarde agent provocateur zit al in de politiek sinds zijn tienertijd – hij pocht dat hij de jongste persoon ooit was die voor de Watergate Grand Jury moest verschijnen na zijn werk aan de Nixon campagne (en heeft Nixon zelfs op zijn rug getatoeëerd staan). In politieke kringen is Stone een legende, de pionier van negatieve advertenties. En dat is eufemistisch gezegd, want met alle dingen die Stone uitvreet, lijken de taferelen uit House of Cards opeens ontzettend waarschijnlijk.
Het regisseursteam van Get Me Roger Stone bestaat uit Dylan Bank, Daniel DiMauro en Morgan Pehme. Bank en Pehme werkten eerder samen aan speelfilms Nightmare (2005) en Nothing Sacred (2012), voor DiMauro is deze documentaire zijn regiedebuut. Hun toegang is groot; ze volgen Stone schijnbaar ongehinderd en krijgen zelfs Donald Trump voor de camera om wat woorden te zeggen. Intussen beschrijft Stone de filmmakers vrolijk aan anderen als gevaarlijke liberale communisten. Dat geeft niet, want Roger Stone houdt van de spotlight. Hij kleedt zich als een flamboyante dandy en vereenzelvigt zich met James Bond – hij drinkt bij voorkeur martini’s tijdens zijn interviews. Het maakt Stone tot een dankbaar camerasubject met een constante stroom aan gevleugelde uitspraken zoals: ‘Politiek is showbusiness voor lelijke mensen’ en ‘het is beter om berucht te zijn dan onbekend’. Hij is niet alleen dankbaar voor zijn reputatie als dirty trickster , hij wakkert de geruchten graag aan. Wat Stone betreft, is politiek één groot spel, en hij speelt het schrikbarend goed. Hij is zo grappig en innemend dat journalisten zelfs aangeven hem te mijden, zodat ze niet door hem ingepalmd kunnen worden.
Het illustere figuur heeft genoeg geschiedenis achter zich om een avondvullend programma over te maken, en dat maakt de documentaire wel erg compact. Interviews met een hoge informatiedichtheid worden begeleid door beelden van krantenknipsels en foto’s; het hoge tempo geeft weinig ruimte om alles op te nemen. Dat is echter een klein minpunt aan deze film over de enigmatische man die hoofdverantwoordelijke is voor de vuile tactiek van disinformatie.