Deze cultfilm aller cultfilms is zeer geschikt om nóg een keer te zien. Of voor het eerst.
The Big Lebowski is een film van de Coen broeders (Fargo, No Country for Old Men, het straks op Netflix te verschijnen The Ballad of Busters Scruggs ) over een overjarige Californische hippie genaamd Lebowski alias The Dude, wiens geliefde tapijtje door een persoonsverwisseling ten onrechte wordt ondergezeken en die het daar niet bij laat zitten. Dat is het eigenlijk. Daardoor worden de hippie en de man wiens naam hij deelt geconfronteerd met nihilistische idioten, een hedonistische gold-digger genaamd Bunny en vooral de vrienden (gespeeld door John Goodman en Steve Buscemi) met wie The Dude bowlt.
The Big Lebowski is zo'n vanzelfsprekend onderdeel van de moderne filmgeschiedenis dat het bijna gek is om de film daadwerkelijk te (her)zien. Hij staat sinds kort op Netflix en wie het eerste kwartier consumeert raakt - als het goed is - volledig in de ban van het absurde ('obviously you're not a golfer') stream of consciousness-geleuter van het script. De beste manier om de film aan te prijzen - of af te keuren, want je moet de vibe wel vatten, dit is een love it or hate it film - is deze scène waarin alle hoofdpersonen voorkomen. De totaal vage reacties van iedereen zijn exemplarisch voor The Big Lebowski:
Het mooie van deze film is dat hij zo vloeiend en vanzelfsprekend is. Het slaat allemaal nergens op, maar tegelijkertijd vraag je je bij niets af waar het eigenlijk op slaat. Dus. Het gaat over een man. Over een man, die. Nou ja, over een man. Fantastische film.