
Voor Adieu God? werd Tijs van den Brink maar liefst negen keer genomineerd voor de Sonja Barend Award. Vijf geïnterviewden blikken terug – en geven het kersverse Kamerlid nog wat complimenten mee.
Franca Treur ▲ 2013
Zijn allereerste nominatie sleepte Van den Brink in 2013 in de wacht voor zijn gesprek met Franca Treur. De schrijver heeft vóór die tijd al afstand genomen van het bevindelijk gereformeerde milieu dat ze beschrijft in haar bestseller Dorsvloer vol confetti (2009). In een boeiende ontmoeting adviseerde ze Van den Brink al na zes minuten om ook van z’n geloof te vallen. Franca Treur: ‘Zoals veel gesprekken over geloof voelde het een beetje als een examen. Als je ergens afscheid van neemt terwijl anderen dat niet doen, moet je je blijkbaar verantwoorden. Toch was het niet vervelend, en kon ik hem ook vragen stellen. Ik kijk er positief op terug, Tijs wilde oprecht weten hoe ik over bepaalde dingen dacht. Je merkt bij hem dat hij alles gelezen heeft. Bij een interview met een schrijver is dat niet altijd gezegd, want het is veel werk. Daardoor voel je je vereerd en gezien. En dat maakt dat je als geïnterviewde iets wil geven, als een soort beloning. Tijs is er niet op uit om je vast te zetten, maar hoort wat je zegt en gaat daarop in. Ook voor het publiek is het leuk dat hij niet simpelweg zijn lijstje afwerkt. We hebben elkaar meerdere keren op deze manier gesproken. Het voelt vertrouwd, mede omdat we een beetje dezelfde achtergrond hebben. We hebben bijvoorbeeld allebei op een reformatorische school gezeten. Op 24 december zit ik weer in de laatste uitzending, opgenomen in zijn oude kerk. Daar zitten ook wat loopshots in en zo, daar ben ik niet zo van, haha. Ik vind het jammer dat hij ermee stopt, maar ik gun hem de wereld.’
Midas Dekkers ▲ 2016
In 2016 was Midas Dekkers in Adieu God? volgens Het Parool buitgewoon goed op dreef. ‘Er is niemand die op ons past,’ viel Dekkers met de deur in huis. ‘En het leven dient geen enkel doel.’ Dat kon Van den Brink nog wel behappen, maar het werd hem te gortig toen Dekkers gehandicapte kinderen aanduidde als ‘mislukte kindjes’ en ‘mormels’. De bioloog sprak over de zorg voor zijn zwaar gehandicapte zus in een inrichting. ‘Een dierentuin uit de hel van Jeroen Bosch,’ vond Dekkers. ‘Zij werd liefderijk in leven gehouden, waar het misschien beter was geweest om haar liefderijk niet in leven te houden.’ Midas Dekkers nu: ‘Toch enigszins wantrouwend laat je zo’n christenhond binnen. Maar zodra hij zijn mond heeft opengedaan – of nog belangrijker: zijn oren heeft opengezet –, voel je dat je in goede handen bent. En dat ondanks het feit dat hij het absoluut niet met mij eens was en we gevoelsmatig stevig botsten. Waar ik sprak over “mislukte kindjes” zijn in de ogen van een ware christen alle kindjes uit Gods hand gekomen en mag je ze dus niet “mislukt” noemen. Mijn nuchtere toon bij zo’n gevoelig onderwerp kon hij als mens waarschijnlijk niet begrijpen, maar als interviewer stapte hij daar overheen. Hij bleef luisteren, en dat is een genot in een wereld waarin iedereen altijd maar wil praten. Je hebt twee vormen van excelleren. De ene begrijpt iedereen: je krijgt een tien en dan heb je gewonnen. Maar je hebt ook een vorm van excelleren van mensen die altijd maar een 8,5 halen. Dat is ook een topprestatie. Interviewers zijn er zat, maar goede interviewers zijn er bijzonder weinig. De meesten praten toch liever dan dat ze luisteren. Het blijven mensen.’
Jeroen Pauw ▲ 2017
Eind 2016 uitte Tijs van den Brink in een brief zijn zorgen over Jeroen Pauws groeiende afkeer van religie. In zijn talkshow had deze namelijk gezegd: ‘We weten allemaal wel – als je je een beetje verdiept – dat religieuze boeken verschrikkelijk zijn en altijd oproepen tot geweld.’ Een half jaar later was Pauw te gast in Adieu God? om een en ander nader te bespreken. Jeroen Pauw: ‘Ik ken Tijs al zo lang als hij werkzaam is bij de EO en ik vond het leuk en interessant om met hem in gesprek te gaan. Het blijft moeilijk als je gelovig bent om dat overeind te houden tegenover iemand die niet gelovig is. Wie beweert, moet bewijzen. En als je beweert dat God bestaat, kom dan maar eens met bewijs aan. Dat is het grote euvel voor alle gelovigen: dat hebben ze niet. Dat maakt het ook bijzonder lastig om zo’n gesprek op een aardige manier te voeren. Aan de andere kant vond ik het wel leuk dat Tijs zei: jij bent eigenlijk nog strenger dan ik. Waar hij misschien nog enige losheid in de dingen zag, beschouwde ik dat als inconsequenties van zijn kant. Het is dan ook een langzame oefening in mildheid om om te gaan met gelovige mensen. Het is terecht dat Tijs zo vaak genomineerd is voor Adieu God?, en misschien enigszins onterecht dat hij nooit de Sonja Barend Award heeft gewonnen. Hij is een vasthoudende en open interviewer. Vasthoudend omdat hij zich niet van zijn pad laat afbrengen en open omdat hij er ongewapend ingaat. Met een zekere mate van onbevangenheid onderzoekt hij wat de ander drijft, bijvoorbeeld om niet te geloven. Of het jammer is dat hij ermee stopt? We moeten het niet overdrijven, het is maar televisie. Als hij deze overstap hem gelukkig maakt, moet hij het vooral doen.’
Lees verder in VARAgids 49. Vanaf dinsdag 2 december 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief