Documentairemaker Thom Zhimmy presenteert ondanks de kritiek een bijkans volledig overzicht van Elvis’ leven.
‘Hij wilde een brother zijn’, zo merkt één van de commentatoren op in de documentaire Elvis Presley: The Searcher. Maar wilde Elvis zwart zijn, of verlangde hij naar dezelfde talenten als de vele muzikanten uit de zwarte gemeenschap, die vanwege de segregatie in het zuiden van Amerika nooit doorbraken? ‘Hij imiteerde niet, maar hij gaf er zijn eigen draai aan’, zegt iemand anders. Het is een treffende en onbedoeld beladen uitspraak: dit zijn toch verdachtmakingen? Toch heerst er, zeker onder sommige muzikanten, het beeld dat Elvis nagenoeg z’n hele repertoire ‘leende’ bij de zwarte muzikanten uit zijn jeugd.
In tegenstelling tot de idolen uit zijn jongere jaren, wist Elvis de top van de hitparade te bereiken. Hij werd tevens een gewaardeerde filmster. In Elvis Presley: The Searcher zien we de opmaat naar het succes, de lonkende afgrond, de wederopstanding en de dood van een icoon. Thom Zhimmy’s tweeluik beslaat in totaal ruim drie uur, en behandelt op lineaire, vertellerige wijze het gehele leven van Elvis. Dat wordt tamelijk kritiekloos gebracht: de film is gemaakt met toestemming van Elvis’ familie en met toegang tot het familiearchief. Enige kritiek zou derhalve de doodstrop zijn geweest voor de film.
En dus zien we niet het beeld van Elvis dat bij velen op het netvlies staat gebrand: een dikke, zwetende, drugsverslaafde man. Zhimmy toont ons vooral de coole verschijning die Elvis ook was: de zwarte bakkebaarden, het vet in z’n haren. En dan moeiteloos het publiek voor je winnen, met een veelvoud aan pophits. Want zingen kon hij wel, dat staat buiten kijf. Zijn vroegere optredens waren intens en bezwerend. Alsof hij zijn armoedige kindertijd van zich af wilde schudden. Ironisch genoeg zien we tijdens deze passage over het opgroeien in een ‘shotgun’ huis – een pauperhuis – een foto van uitgerekend een zwart gezin.
Aan de zwarte erfenis word je op die manier voortdurend herinnerd. Ook als muzikant Tom Petty zoiets zegt als: ‘Muziek was voor Elvis niet alleen commercie, maar ook een nobel streven.’ Of als iemand anders zegt: ‘Graceland was geen verkwisting.’ Dan kan je uitsluitend denken dat ze allicht het omgekeerde bedoelen. Maar niettemin is Elvis Presley: The Searcher een bijkans volledig overzicht van Elvis’ leven, met veel archiefbeelden – waaronder van repetities achter de schermen – en natuurlijk de hoogte- en dieptepunten uit zijn leven: de dienstplicht, de periode in Las Vegas, de geflopte filmcarrière en de grote dip in 1968.
Elvis Presley: The Searcher is in april te zien bij HBO (Nederlandse release ntb)