Zijn fictieve verhalen rondom drugshandel een favoriet gegeven voor series en films (The Wire, Breaking Bad, Sicario, vul zelf maar aan), verhalen die gebaseerd zijn op personages die echt bestaan hebben en gebeurtenissen die echt zijn gebeurd spreken minstens zo tot de verbeelding. Series als
Narcos en
El Chapo zijn hier goede voorbeelden van, waarbij de waarheid vaak nog gekker en bruter is dan menig scenarioschrijver kan bedenken.
In Drug Lords worden in hoog tempo opkomst en ondergang van criminele organisaties geschetst die met drugs bizarre winsten maakten en niet terugschrokken voor bruut geweld. Een keur aan nauw betrokkenen vertelt zijn verhaal en kijkt hierbij – à la de ‘interrotron’ van Errol Morris – rechtstreeks de camera in. Het tempo ligt vrij hoog; de geënsceneerde scènes, maar met name de snelle montages en de opzwepende muziek geven de reeks een soms wat sensationalistisch karakter.
In de eerste vier afleveringen komen evenveel drugsimperia aan bod. Zo is daar de welbekende Colombiaan Pablo Escobar, die op een gegeven moment naar schatting 2 miljard dollar per maand verdiende en de wereld versteld liet staan met zijn ongelofelijk wrede werkwijze. Zijn verhaal overlapt met dat van het Cali-kartel onder leiding van de gebroeders Rodriguez Orejuela, onderwerp van aflevering twee. Aflevering drie gaat over de arme zwarte Amerikaan Frank Lucasdie op jonge leeftijd naar New York vertrok, waar hij zich omhoog klom in de misdaadwereld om uiteindelijk – met dank aan de Vietnamoorlog – opium rechtstreeks uit de Gouden Driehoek invoerde. De laatste aflevering gaat over de Pettingill Clan uit het Australische Melbourne, onder leiding van de psychotische Dennis Allen en zijn dubieuze moeder Kath Pettingill.
Kiezen voor bekende namen heeft publicitair gezien z’n voordelen. Dat kan echter ook een nadeel zijn. De verhalen zullen voor veel kijkers namelijk (over)bekend zijn van films, series en eerdere documentaires met hetzelfde onderwerp. De vier onderwerpen van Drug Lords zullen veel mensen kennen van achtereenvolgens de Netflix-serie Narcos, Ridley Scotts American Gangster, en Animal Kingdom, het sterke debuut van David Michôd.
Zeker in vergelijking met een serie als Narcos voelt de vertelling van de drugimperia van Escobar en het Cali-kartel als zevenmijlslaarzen. Bepaalde interessante aspecten komen in de documentairereeks helemaal niet aan bod, zoals de opmerkelijke relatie tussen Escobar en de marxistische guerrillagroep M-19. Andere juist weer wel, zoals een groep internationale huurlingen die het Cali-kartel had ingehuurd om Escobar om te leggen. De huurlingen legden opvallend genoeg al hun handelingen op video vast – een goudmijn voor elke documentairemaker.
Het sterkste punt is de hoeveelheid hoofdpersonen die de makers voor de camera hebben gekregen. Het is interessant om de ‘echte’ DEA-agenten Murphy en Peña aan het woord te zien, net als Frank Lucas en zijn familieleden en ‘Granny Evil’ Kath Pettingill. Dat maakt nieuwsgierig naar de tweede serie die in aantocht is, want daarin komt onder andere het imperium van ‘onze eigen’ Klaas Bruinsma aan bod.