Morgen gaat het tiende seizoen van Doctor Who van start, het laatste met Peter Capaldi als de Doctor. Vijf weetjes over het Whoniversum.
Twaalf Doctors, tien seizoenen Het is een dilemma waar alle langlopende (film)series mee te maken kunnen krijgen: wat doe je wanneer je hoofdrolspeler niet meer wil? Waar de James Bond-franchise de acteurswissels gemakshalve maar negeert, hebben de makers van Doctor Who de perfecte oplossing gevonden: regeneratie. De buitenaardse Doctor, een Timelord met twee harten en een TARDIS (een ruimteschip in de vorm van een politietelefooncel), kan beter tegen een stootje dan zijn aardse metgezellen, maar is niet onverwoestbaar. Wanneer zijn lichaam (en de acteur die hem speelt) genoeg te verduren heeft gehad, is het tijd voor een nieuwe incarnatie. Zo gingen we van de manisch-depressieve Christopher Eccleston en de schmierende David Tennant naar stuiterbal Matt Smith en koele professor Peter Capaldi. Elke Doctor is dé Doctor, en elke Doctor is uniek.
PS: Ook de serie zelf heeft regeneratieve krachten. De serie was eind jaren 80 op sterven na dood – de geflopte tv-film uit 1996 was de laatste nagel aan de doodskist – maar werd in 2005 met succes nieuw leven ingeblazen. Zo kon Eccleston het eerste seizoen starten als negende Doctor.
De Metgezel Het aantreden van een nieuwe ‘companion’ (metgezel) is over het algemeen niet zulk baanbrekend nieuws als dat van een nieuwe Doctor, al hebben we er vaak nog genoeg op aan te merken. Rose (Billie Piper), Amy (Karen Gillan) en Donna (Catherine Tate) werden redelijk snel omarmd, maar Clara (Jenna Louise Coleman) was té goedgemutst en Martha (Freema Agyeman, Amanita uit Sense8) teveel bakvis. De mysterieuze antropologe River Song (Alex Kingston) is een verhaal apart. Maar ook al zijn ze altijd de aanhang, voor Doctor Who zijn de metgezellen onontbeerlijk. De companions zijn zoals wij, de kijkers. Toevallige passanten die zich gewillig door de Doctor laten meevoeren met zijn avonturen door ruimte en tijd. Maar het allerbelangrijkste: Zij corrigeren de Doctor wanneer deze te afstandelijk, hardvochtig of arrogant wordt. Hun medemenselijkheid maakt de Doctor meer mens.
De Schurken In het lange bestaan van Doctor Who zijn er al veel schurken de revue gepasseerd. Ze zijn niet allemaal even succesvol (kunt u zich de winderige Slitheen uit het eerste seizoen nog herinneren?), en sommige kostuums zijn aandoenlijk amateuristisch, maar een aantal heeft zich inmiddels voorgoed in onze nachtmerries genesteld. Zoals de monsterlijke Silents (geïnspireerd op Edvard Munchs De Schreeuw) die je vergeet zodra je wegkijkt, de Vashta Nerada (zwermen vleesetende organismes, die zich verbergen in de schaduw) en – natuurlijk – de Weeping Angels. Het aankomende seizoen belooft ook de terugkeer van Missy (Michelle Gomez) en een eerdere incarnatie van The Master (John Simm), een soortgenoot van de Doctor. Maar aartsvijand nummer 1 zijn toch de Daleks. Op het oog zijn ze niet veel meer dan omgekeerde prullenbakken gewapend met gardes en gootsteenontstoppers, maar waag het niet ze te onderschatten! EXTERMINATE!
Voor klein (én groot). Het zal je misschien verbazen, maar Doctor Who is eigenlijk een kindershow. Maar dan wel eentje waar volwassenen ook héél graag naar kijken. Showrunner Steven Moffat wist het vorig jaar tijdens een interview over de Doctor Who kerstspecial nog het beste te omschrijven: ‘Het is als bij een restaurantbezoek waar je als volwassene verlangend naar het kindermenu staart omdat dat zoveel beter is dan de suffe risotto die je net hebt besteld.’ Doctor Who is allesbehalve suf: Vol grote avonturen, grote emoties, en grote gevolgen. Een seizoen van Doctor Who is niet compleet zonder dat op zijn minst één keer het voortbestaan van de mensheid (al dan niet inclusief het complete universum) op het spel staat.
Tot slot: een paar Doctor Who juweeltjes. The Empty Child/The Doctor Dances (Christopher Eccleston) Een horror-tweeluik over een zombiekind met gasmasker (‘Are you my mommy?’) en de eerste kennismaking met de omniseksuele Captain Jack (John Barrowman), die later zijn eigen spin-off serie (Torchwood) kreeg.
Blink (David Tennant) ‘Don’t blink. Blink and you’re dead.’ Eén van de beste Doctor Who-afleveringen met maar heel weinig Doctor. Een piepjonge Carey Mulligan neemt het op tegen de Weeping Angels, standbeelden die alleen bewegen wanneer je niet naar ze kijkt. (Liever meer Tennant en minder speciale effecten? Kijk dan Midnight ).
The Eleventh Hour (Matt Smith) (Te zien op Netflix) Het debuut van Matt Smith als elfde Doctor en onze eerste ontmoeting met Amy en verloofde Rory (Arthur Darvill). Er zit een scheur in Amy’s muur, een buitenaardse gevangene is ontsnapt én de Doctor eet vissticks met lauwe vla. Net als Blink een goede instap voor wie nog nooit een Doctor Who heeft gezien.
The Doctor’s Wife (Matt Smith) (Te zien op Netflix) Elke Doctor heeft metgezellen, maar zijn trouwste kameraad is toch zijn ruimteschip de TARDIS – vermomd als een blauwe politietelefooncel. In deze aflevering, geschreven door niemand minder dan Neil Gaiman, krijgt de TARDIS een lichaam en een stem.
Heaven Sent (Peter Capaldi) (Te zien op Netflix) Peter Capaldi had even nodig om echt in de huid van de Doctor te kruipen, maar Heaven Sent is een emotionele krachttoer. De Doctor zit vast in een griezelig puzzelkasteel. De enige uitweg? Sterven.