De rol van Marion Cotillard in Deux jours, une nuit is in combinatie met de voorkeur voor ‘long takes’ van de regisserende broers Dardenne een masterclass in naturel acteren.
Deux jours, une nuit. Twee dagen, één nacht. Een weekend waarin Sandra haar psychische en sociaal-economische ondergang moet zien af te wenden. Ze is eind dertig en net uit een serieuze depressie gekomen. Ze staat niet meer te trillen op haar benen, maar één te harde duw en ze gaat tegen de vlakte. Ze zal maandagochtend terugkeren naar haar baan in een kleine zonnepanelenfabriek nabij Luik. Daar houden zij en zestien collega’s het bedrijf ternauwernood winstgevend, want de Aziatische concurrentie is moordend. Dan wordt ze eind vrijdagmiddag gebeld door collega Juliette.
Alle werknemers zijn die middag voor een keuze gesteld. Nu is gebleken dat ze het werk zonder Sandra met enig overwerk eigenlijk wel aankunnen, moeten ze van de directeur tijdens een stemming kiezen tussen het behouden van de bonus van duizend euro waarop ze allemaal jaarlijks recht hebben, of het behoud van Sandra’s baan. Ze hebben Sandra al een tijdje niet gezien op het werk en ze hebben stuk voor stuk die bonus nodig; ze hebben het evenmin breed als het gezin van Sandra, haar man Manu en hun twee kinderen. Deze wrede Sandra/Bonus keuze valt verpletterend uit: bijna niemand koos vrijdagmiddag voor Sandra. Omdat een manager de stemming beïnvloed lijkt te hebben door het verspreiden van leugens, lukt het Juliette en Sandra op de drempel van het weekend de directeur te bewegen tot een tweede, definitieve stemming op maandagochtend. Maar Sandra geeft het, inmiddels weer trillend op haar benen, eigenlijk bij voorbaat op. Op zaterdagochtend weet echtgenoot Manu haar toch over te halen om alle collega’s dat weekend thuis te bezoeken om een moreel beroep op hen te doen. Sandra heeft echter ook best begrip voor hun keuze voor de bonus en ze heeft een hekel aan zichzelf en haar leven. Maar er smeult ook woede. Ze heeft twee dagen en één nacht. En zo wordt de zenuwslopende morele bedeltocht van Sandra langs de deuren van haar collega’s een spannende en emotionele thriller.
Het is te sterk uitgedrukt te beweren dat Deux jours, une nuit een film over hoop is, maar hij gaat wel over onverwachte en duur bevochten menselijke veerkracht. En over ons vermogen om ons, ook in zware tijden, druk te maken over morele keuzes. Het is prachtig en regelmatig hartverscheurend om dat proces zich in anderhalfuur te zien voltrekken. Aan het eind ben je geraakt en verlicht, door zowel de inhoud van het verhaal als de manier waarop de acteurs en regisseurs het hebben verteld. Je hebt géén behoefte om een week lang met het dekbed over je hoofd in bed te gaan liggen, bevend over zoveel ellende en vrezend voor je eigen sociaal-economische toekomst. Dit even ter informatie van de mensen die eerdere films uit het kleine, deprimerende, intense en hermetische oeuvre van de Belgische gebroeders Dardenne kennen en het gebodene wellicht een tikje te zwaar op de maag vonden liggen.
Dat zou goed kunnen, want sociaal-politieke drama’s over het grimmige lot van de moderne westerse arbeider zijn zware kost. Filmers als Ken Loach en Jean-Pierre en Luc Dardenne zijn onbetwistbaar heel goed in wat ze doen, maar veel filmkijkers gaan toch eerder ter vermaak naar een bioscoop dan dat ze eens willen worden bijgepraat over de sociaal-maatschappelijke ellende van de moderne westerse arbeider. Dit alles op fel-realistische wijze gebracht. Het verbaast niet dat zijzelf van oorsprong documentairemakers zijn, de gebroeders Dardenne. In de acht lange speelfilms die ze maakten, combineerden ze een hang naar onbarmhartig realisme met het werken met niet-professionele en relatief onbekende acteurs. Ze wonnen er twee Gouden Palmen mee in Cannes, voor Rosetta (1999) en L’enfant (2005), zeer prangende drama’s die bewondering opwekken. En soms de neiging tot dekbedden-over-het-hoofd-trekken.
Deux jours, une nuit is anders. Toegankelijker en minder zwart. Veel ingrediënten zijn wel des Dardenne’s, zoals de kijker zonder voorbereiding in het verhaal gooien en pas langzamerhand via de dialogen inlichten over wat er aan de hand is. En de vele letterlijk dichte deuren waar de personages voor komen te staan; Sandra bezoekt dat weekend talloze voordeuren. De laatste film van de broers, La fille inconnue, draait zelfs geheel om een dode die valt doordat een deur niet wordt geopend. Ook het gekmakende gepiep en gekrijs van de mobiele telefoons en andere moderne aandacht opeisende apparaten hoorden we eerder. Let op de subtiele scène waarin de auto begint te zeuren dat Sandra haar gordel moet omdoen. Ook dat nog.
Maar let vooral op de ‘long takes’, ook een handelsmerk van de broers. Daarbij wordt niet geknipt in een opname en blijft de camera Sandra eindeloos lang van dichtbij volgen en zien we haar gezicht en lichaamstaal ononderbroken, soms een minuut lang, terwijl ze loopt of in de auto zit of praat tegen haar collega’s. Dat is uitzonderlijk in speelfilms; in veel films is de gemiddelde lengte van een shot maar een paar seconden. En let in de eerste plaats op Marion Cotillard. Zij is de eerste steracteur met wie de broers werkten. We kennen haar uit veel grotere films, zoals La vie en rose (waarvoor ze een Oscar kreeg), Midnight in Paris, Inception en De rouille et d’os. Hier is ze zeer overtuigend als doodvermoeide, doodsbange en tegelijk, na een fatale keuze die ze maakt, juist toenemend onverzettelijke Sandra. Zo goed dat het, als je haar tijdens die long takes continu naturel die Sandra ziet spelen, bijna raar ‘echt’ is. Ze werd ook voor deze rol genomineerd voor een Oscar. Je moet het zien om te geloven. Gelukkig kan dat deze week – zonder dekbed.
Deux jours, une nuit, vrijdag 8 juni, NPO 2, 23:35 uur