Foute en goede nostalgie: veel films en televisieseries drijven op heimwee naar het verleden.
Zeggen dat je houdt van nostalgie is bijna hetzelfde als zeggen dat je houdt van zuurstof. Iedereen is vatbaar voor heimwee naar het verleden. De hele Star Wars -franchise had zonder nostalgie nooit bestaan. De eerste drie films dateren immers uit 1977, 1980 en 1983. Daarna volgden jaren van stilte. Totdat in 1999 The Phantom Menace verscheen en de fans van het eerste uur met hun kinderen naar de film konden. Zodat er weer een nieuwe generatie aan fans ontstond. Nostalgie is vaak een verdienmodel. Maar nostalgie heeft soms ook een keerzijde: wanneer iets te veel doet denken aan oude meuk – die oude meuk kan tien jaar later weer bijzonder nostalgisch ogen.
Je hebt wat dat betreft goede en foute nostalgie. De grens hiertussen is flinterdun. En ‘foute’ nostalgie kan ook goed zijn. Zie bijvoorbeeld The Expendables : een actiefilm uit 2010 waarin het verhaal en de helden eigenlijk verwijzen naar hun hoogtij in de jaren tachtig. Toen beleefden Sylvester Stallone en Arnold Schwarzenegger gouden tijden. Toen werden films als The Expendables veel vaker gemaakt. Precies dat schreeuwt de film: ik ben een trip down memory lane ! En: kijk mij, ik neem je terug, naar First Blood (1982) en Commando (1985); naar ‘ongecompliceerdere’ tijden, maar met een verhaal dat je nog niet kent. Want wij mensen kunnen ook slecht met verandering omgaan. We willen soms gewoon hetzelfde, nog een keer.
Films en televisieseries fungeren in die zin als tijdreismachines die ook drijven op herkenning: die pophit ken ik nog, zulke jassen droegen we toen, en haarlak was in. Stranger Things en alle eightiesdrama’s die in zijn kielzog verschenen moeten het hier ook van hebben: het herleven van een tijdperk. Ik ben geboren aan het einde van 1985 en heb die tijd niet echt bewust meegemaakt. Maar Stranger Things geeft mij een sublieme trip naar toen – hoewel je de historische accuraatheid misschien ook met een korreltje zout moet nemen; het is de sensatie die geldt.
Stranger Things is hier overigens niet nieuw in. De Amerikaanse komediereeks Happy Days werd gefilmd van 1974 tot 1984 en speelde zich af in Milwaukee in de jaren vijftig en zestig. Kortom, veel mensen die geen idee hadden hoe dat tijdperk eruitzag kregen via dit vehikel voor Henry Winkler, die schittert als ‘The Fonz’, een aardig beeld. Sterker nog: ik geloof dat series als Happy Days en films als American Graffiti (1973, uit de koker van George ‘nostalgieman’ Lucas, die later Star Wars zou maken) goeddeels bepalen hoe we naar een ander tijdperk kijken. Bij series die zich in het heden afspelen is die nostalgie daarentegen – en logischerwijs – minder zichtbaar.
Ook Spiderhead , een sciencefictionfilm van Joseph Kosinski ( Top Gun: Maverick ) met een prominente rol voor Chris Hemsworth die een maniakale wetenschapper speelt, valt in de categorie foute nostalgie. De film – die vrijdag verschijnt bij Netflix – speelt zich af in de nabije toekomst, heeft elementen uit de jaren negentig, en oogt bij vlagen als een knipoog naar Lost. Origineel is de film dus niet. Maar is die foute nostalgie erg? Nee. Niet per se. Wat dat betreft denk ik dat we ruimhartig zijn als het nostalgie betreft. Misschien wel omdat we hopen dat het verleden blijft leven. En dwepen met je jeugd – en zelfs met de jeugd van een ander, zie bijvoorbeeld Stand By Me (gefilmd in 1986, gesitueerd in 1959) – blijft af en toe heerlijk.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.