Waarom je geen 30 dollar moet betalen voor een thuisbioscoopervaring.
Amerikaanse abonnees van Disney+ kunnen vanaf 4 september de live-action film Mulan zien. Daar moeten ze dan wel 30 dollar voor betalen. Dit nieuws leidde meteen tot de nodige kritiek in mijn Twitter-tijdlijn. Want wordt dit de norm? En vinden we dit niet veel te duur? Tegelijkertijd beargumenteerden Disney-fans dat 30 dollar voor een gezin met – laten we zeggen 1,8 kind – betaalbaar is. Want 30 dollar gedeeld door 3,8 = 7,89. Laten we daar voor het gemak 8 dollar van maken. Dat is goedkoper dan een bioscoopkaartje. En de popcorn kan je bij de supermarkt kopen, scheelt ook aanzienlijk in de kosten.
Maar wie toch al is geabonneerd op Disney+ kan net zo goed Frozen nog een keer aanzetten. Vinden de kids vast ook prima. Mijn dochter raakt in ieder geval niet uitgekeken. Scheelt nog meer in de kosten. Enfin, we gaan toe naar een discussie over wat een billijk bedrag is voor een thuisbioscoopervaring. Laten we beginnen met dat woord: ‘thuisbioscoopervaring’. Dat is evident een eufemisme voor ‘niet dezelfde overdonderende ervaring als in de bioscoop, maar ik hoefde niet op de fiets te stappen en me onder de mensen te mengen in een donkere zaal, mijn eigen bank volstaat’.
Mag je hetzelfde bedrag vragen voor zo’n thuiservaring? Ja, natuurlijk, Disney mag dat allemaal zelf bepalen. Maar moet je het betalen? Ik zou het niet doen. Het is een beetje een rare gewaarwording. Je betaalt een x bedrag per maand om de content van een streamingdienst te zien die nu – waarschijnlijk ingegeven door financiële malheur, parken die maanden dicht zijn geweest – ineens voor zijn nieuwste producten (want dat zijn Disney-films de facto) de hoofdprijs vraagt. Namelijk de prijs van een bioscoopkaartje. Misschien wel omdat niet iedereen momenteel naar een bioscoop kan en wil. Waardoor de potentiële bioscoopomzet sowieso al een stuk lager zal liggen.
Maar wie die 30 dollar betaalt zegt eigenlijk: ik doe mee aan dit nieuwe systeem. Een systeem dat wellicht bijdraagt aan de verdwijning van bioscopen. Een pessimist zal stellen dat initiatieven waarbij mensen thuis films consumeren, of hiertoe worden aangemoedigd, steevast zullen leiden tot lagere aantallen bioscoopbezoekers. De coronacrisis kan hierin als katalysator fungeren. Hoewel deze discussie al decennialang speelt. Televisie zou de bioscopen doen sluiten, evenals de videorecorder, de dvd-speler en streaming. Het gebeurde niet. Allicht omdat men bleef snakken naar die unieke ervaring, op het grote witte doek, als vreemdeling onder de vreemdelingen.
Maar Disney brengt zijn nieuwste film dus niet uit in de bioscopen. Die worden naarstig omzeild. Waardoor de binaire optie – wel of niet naar de bioscoop gaan – prompt vervalt. Dat is iets waar Disney al langer mee schermt. Ze kunnen films die in hun bezit zijn – zoals bijvoorbeeld Alien (1979) – nóóit meer in de bioscopen laten vertonen. Die macht hebben ze. Maar wij – de kijker – hebben de optie om hier volmondig tegen te protesteren. En als je dan toch naar een thuisbioscoopervaring verlangt, dan kan je bij Pathé Thuis terecht, of bij Picl. Bij de laatstgenoemde gaat er zelfs een deel van de kosten van je virtuele bioscoopkaartje naar… *tromgeroffel* je favoriete filmhuis.