Dodelijke gangsters, dodelijke femme fatales en dodelijke schotwonden: allemaal zijn ze welkom in Hotel Artemis, een exclusief ziekenhuis voor criminelen gerund door Jodie Foster.
Neo-noir is populair: veel tv-series en films serveren een mix van traditionele elementen uit 'film noir' misdaadfilms en zwartgallige toekomstvisioenen uit de meer pessimistische sciencefiction. Dat houdt in: meedogenloze gangsters en dito vrouwen die in de redelijk nabije toekomst een Darwinistische strijd om hun bestaan leveren, in een 'urban jungle' die wordt geteisterd door misdaad, anarchie, een dictatoriale overheid en milieu-gerelateerde ellende. De vormgeving van stad en gebouwen is een mix van design-elementen uit de vorige en de volgende eeuw, het is er bijna altijd nacht en het regent er absurd veel.
Neo-noir leverde recent onder meer Blade Runner 2049 , Mute en Altered Carbon op. Nu is er Hotel Artemis, een intrigerende en deels geslaagde bioscoopfilm over een fotogeniek vervallen art deco-hotel in de binnenstad van L.A. anno 2028, dat fictief is maar qua sfeer en design werd gebaseerd op het bestaande Hotel Alexandria aldaar. Er zijn al 22 jaar geen gewone gasten geweest in de penthouse-suites op de dertiende etage van Hotel Artemis, met op de deuren bordjes waarop namen als Waikiki, Nice, Honolulu en Acapulco staan. Achter die deuren gaan luxe ziekenhuiskamers schuil, waarin gangsters anoniem en zonder angst voor elkaar en de politie kunnen herstellen van de hi-tech operaties die Jean ‘The Nurse’ Thomas (Jodie Foster) op ze uitvoert, geassisteerd door Everest (Dave Bautista, ofwel Drax uit Guardians of the Galaxy ). Toegang tot het extreem goed beveiligde hotel werkt op een strikte - en peperdure - 'members only' basis. Er gelden huisregels: geen wapens, geen politie en de andere patiënten niet vermoorden. Al die regels worden uiteraard volop overtreden in de loop van deze prettig compacte film van anderhalf uur.
Aan het begin van Hotel Artemis worden de professionele bankrovers Sherman (Sterling K. Brown, uit Black Panther en This is Us ) en zijn broer Lev (Brian Tyree Henry uit Atlanta ) doorzeeft bij het uitoefenen van hun beroep. Ze weten naar het Artemis te ontkomen en checken in in respectievelijk de suites Waikiki en Honolulu. Anoniem, want de gasten worden niet bij hun eigen naam maar bij die van hun kamer genoemd, om te voorkomen dat onderlinge rivaliteit een vervelende rol gaat spelen. Op dat moment zijn er al twee andere gasten binnen: de rattige, narcistische engerd Acapulco (gespeeld door Charlie Day die in Pacific Rim: Uprising ook al zo'n creep was) en de op alle denkbare manieren fatale huurmoordenares Nice (Sofia Boutella, laatst ook al zo gevaarlijk als de love interest van Charlize Theron in Atomic Blonde ). Als de zeer grote maffiabaas The Wolfking (gespeeld door de alomvertegenwoordigde Jeff Goldblum) ook komt opdagen met een medische kwestie, zijn alle ingrediënten voor een dramatische onderlinge escalatie aanwezig. Tot wanhoop van The Nurse, die zo'n catastrofe in al die 22 jaar niet heeft meegemaakt.
De trailer onder geeft een aardig beeld van de bravoure waarmee debuterend regisseur Drew Pearce (die samen met Shane Black de derde Iron Man-film schreef) en zijn acteurs en crew dit gangsterdrama brengen. Sommige onderdelen zijn een schot in de roos; de one-liners, de vormgeving, het tempo en het inventieve medische en criminele circus dat wordt opgevoerd. Jodie Foster (Taxi Driver, The Silence of the Lambs), die na jaren waarin ze vooral veel regisseerde ( Orange is the New Black en Black Mirror bijvoorbeeld) nu weer eens zelf te zien is, is erg vermakelijk als de efficiënte en cynische Nurse. Sterling K. Brown en zijn collega-crimineel Sofia Boutella zijn zowel afzonderlijk als samen opvallend goed en heel aanwezig - Boutella ook fysiek, want de manier waarop ze met haar armen en benen maaiend iedereen lijp slaat is magnifiek (ze begon haar carrière als streetdancer en haar beweeglijkheid is krankzinnig ). Maar andere castleden zijn nogal plat - Charlie Day is eerder irritant dan grappig en Jeff Goldblum speelt zijn kleine, bijna cameo-achtige rol als oppergangster met een bijna comateuze gemakzucht. Ook is het traumatische levensverhaal van The Nurse, dat haar gedrag in de loop van de film steeds meer begint te bepalen, een beetje gekunsteld sentimenteel.
Als poging tot neo-noir is de film door het wat gebrekkige verhaal - de door waterschaarste veroorzaakte rellen zijn bijvoorbeeld vooral een excuus om het verhaal geografisch te beperken tot het hotel en de straat waaraan het ligt - niet helemaal geslaagd. Maar dat valt vooral achteraf op; tijdens het kijken levert de regisseur voldoende vaart en geïnspireerde zwier om genre-fans tegelijkertijd ook voldoende te vermaken.