A Very Secret Service is een absurdistische spionagekomedie met onweerstaanbare geheim agenten.
Blunders, ultra-administratieve rituelen, en heel veel humor. Na drie jaar keren de geheim agenten van A Very Secret Service terug voor een strijdlustig tweede seizoen.
In het eerste seizoen ontvangt de jonge André Merlaux (Hugo Becker) een cryptische oproep om als stagiair voor de Franse geheime dienst te komen werken. Hij leert al snel dat spioneren niet gepaard gaat met oneliners en spectaculaire vuurgevechten. In seizoen twee onderschept het onweerstaanbare James Bond-trio - bestaande uit Calot, Jacquard en Moulinier - Merlaux op de luchthaven van Moskou. De jonge spion dook terug op uit de dood om wraak te nemen op kolonel en ex-college Mercaillon (Wilfried Benaïche). De spionnen willen hem via Berlijn meenemen naar Parijs.
Via Merlaux zag je eerder de groeipijnen (en ook krimp-pijnen) van de Franse staat – denk aan de Koude Oorlog, de afname van de mondiale koloniale macht (vooral in Noord- en West-Afrika), en de repercussies van collaboratie nazi-bezetting en Vichy. Scenarist Jean-François Halin (OSS 117) richt zich nu meer op de bevrijding van de vrouw, homoseksualiteit, de crisis in Cuba, de dekolonisatie in Algerije, en het IJzeren Gordijn.
Eerder portretteerde Becker Merlaux met een betoverende mengeling van jongensachtigheid en oprecht patriottisme - een ietwat onhandige jongen met het hart op de juiste plaats. In het tweede seizoen merk je dat Merlaux gegroeid is, de roze bril heeft afgezet, en een zelfverzekerde houding heeft aangenomen. Naast zijn persoonlijke groei is er dit keer meer ruimte voor kleine persoonlijke drama’s. Zonder de toon te verliezen wint A Very Secret Service aan kleine romances, fysieke humor, en levendigheid.
Naast de alomtegenwoordige humor in dit absurde universum, is er ook aandacht voor serieuze onderwerpen. Via MoÏse (Christophe Kourotchkine), hoofd van de geheime dienst, wordt het taboe van homoseksualiteit in het Gaullistische Frankrijk aangekaart. Ook wordt de hiërarchie in de samenleving en de opkomst van het feminisme benadrukt. Irene (Stephanie Fatout), de vrouw van kolonel Mercaillion, wil het echtelijke huis verlaten en de wereld ontdekken. Het is vooral de secretaresse Marie-Jo (Marie-Julie Baup) die opvalt. Het is een rol die de emancipatie van vrouwen in de jaren zestig het beste illustreert. Marie-Jo ontwikkelt zich tot een bekwame spion - slimmer dan haar soortgenoten.
De rode draad in het tweede seizoen is uiteindelijk het thema van loyaliteit. Kunnen geheim agenten tegelijkertijd meerdere idealen belichamen? Hoe kan je vasthouden aan je morele idealen ten tijde van wereldwijde omwentelingen? Het zijn serieuze vragen die plotseling opkomen in de onweerstaanbare, komische wereld van Merlaux en consorten.
A Very Secret Service vindt de juiste balans tussen spionnensatire en droge kantoorhumor.
A Very Secret Service S2, vanaf 30 juli 2018 op Netflix