Hoe is het om bij de dierenambulance te werken?

De dierenambulance helpt dieren in nood. Hoe ziet een werkdag eruit als je bij de dierenambulance werkt? Raïsha Zeegelaar gaat een dagje met ze mee.

Raïsha Zeegelaar gaat een dagje mee op de dierenambulance van Sandra. Zij rijdt deze dag samen met haar dochter Nikki, die eigenlijk in het asiel werkt.

Ze krijgen al snel de eerste melding: een jonge meeuw heeft hulp nodig. 'Linkeroog is kapot, beweegt helemaal niet meer. Pootjes bewegen ook niet, gaat niet heel goed met de meeuw', leest Nikki voor. De meeuw kunnen ze ophalen bij de reddingsbrigade. Ze kunnen niet zo veel voor het beestje doen, leggen ze uit: 'Wij zijn alleen het vervoer. Ik kan wel snel een drukverbandje aanleggen. Ik heb wel EHBD – Eerste Hulp Bij Dieren. Maar zelf mag ik niks doen. Hoe minder wij doen, hoe beter het eigenlijk is voor het beestje.' De voorlopige diagnose van de meeuw? Waarschijnlijk botulisme, een bacterie in het water die dodelijk kan zijn voor vogels. De meeuw wordt daarom overgebracht naar een plek waar hij geholpen kan worden en rustig kan opknappen.

Als ze de meeuw in een 'postvak' bij de juiste instantie hebben afgeleverd, krijgen ze alweer een nieuwe melding. Een Canadese gans ademt zwaar. 'Ik ga wel even kijken, komt goed', verzekert Sandra de alarmcentrale. Wanneer ze op de locatie van de melding zijn aangekomen, blijkt de gans bij een bedrijf naar binnen te zijn gewandeld. Sandra pakt het beestje op: 'Het is natuurlijk nooit goed als hij hier binnen blijft zitten, dus ik neem hem voor de zekerheid mee.' Er lijkt op het eerste oog niet zoveel met het beestje aan de hand te zijn. Maar voor de zekerheid wordt hij toch even meegenomen. 'Ik weet niet of hij uitgedroogd is of iets dergelijks. Als er niks met hem aan de hand is dan zetten ze hem hier in de buurt weer uit.' Vaak worden dieren teruggebracht naar een plek dichtbij waar ze gevonden zijn. 'Meestal hebben ze ook wel een partner of iets dergelijks', legt Sandra uit. Ook de gans wordt weer in een 'postvak' bij de vogelopvang ondergebracht. 'Hok schoonmaken en door naar de volgende!'

Wanneer het team weer in de bus zit, krijgen ze al gauw een nieuwe melding. Er is een zwaluw die last heeft van de hitte (het is die dag 32 graden). Maar onderweg naar deze melding maakt de centrale melding van een spoedgeval. De zwaluw is al opgevangen, dus daar kunnen ze na het spoedgeval heen.

Ze worden gebeld over een spoedgeval; de brandweer heeft om assistentie gevraagd. Het gaat om een jonge vogel, hij loopt rond op een veldje met zijn bekje open. Dat komt door de hitte. Omdat het beestje zo jong is, kan hij nog niet vliegen. 'Mijn moeder zag eigenlijk al gelijk dat er niks met het beestje aan de hand is op dit moment.' Het vogeltje hoeft dus niet met de dierenambulance mee.

Sandra vindt af en toe overleden katten. 'Die moet ik dan terugbrengen naar de eigenaar, en die weet nog niet dat het dier dood is – dan moet ik het gaan vertellen. Het allermoeilijkste is wanneer er kinderen bij zijn, dan kan ik het soms zelf ook niet meer drooghouden.'

Het mooiste vindt Sandra het uitzetten van de dieren. 'Daar doe je het voor. Als je dan ziet hoe blij en vrij ze het water weer inspringen of hoe een egeltje tussen de blaadjes ritselt. Dat is leuk, dat geeft mij een goed gevoel.'