Rijke Nederlanders negatief over goede doelen
06-10-2010
• leestijd 2 minuten
Rijke Nederlanders zijn slecht te spreken over de goededoelensector in Nederland. Ze vinden de sector moeilijk te begrijpen, niet transparant, gefragmenteerd, onderontwikkeld, opportunistisch en niet inspirerend. Dat blijkt uit onderzoek van Philian, een adviesbureau voor filantropie in Amsterdam.
Philian hield interviews met twintig Nederlanders die meer dan 5 miljoen euro bezitten. Het onderzoek werd gesponsord door onder meer het Prins Bernhard Cultuurfonds en kreeg steun van de werkgroep Filantropische Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Onafhankelijke keurmerken, zoals het CBF-Keur, overtuigen veel filantropen er niet van dat hun gift goed wordt besteed. Ze vinden de fondsenwerving te opdringerig en te commercieel. Het negatieve beeld houdt vooral verband met berichten in de media of met kritiek van hun vrienden en netwerken. Slechts twee ondervonden zelf dat hun donatie op onjuiste wijze werd besteed. Ondanks het wantrouwen in de sector is niemand gestopt met zijn filantropische activiteiten, constateerden de onderzoekers.
Vermogenden zouden willen meer geven als ze meer tijd of geld zouden hebben. Ook willen ze graag hulp bij het plannen, monitoren en evalueren van donaties en het vinden van betrouwbare partners. Vier ondervraagden doneren een gemiddeld bedrag tussen de 100.000 en 500.000 euro per jaar. Nog eens vier geven tussen de 500.000 en 1 miljoen euro en één doneert meer dan 1 miljoen euro per jaar. Bij de anderen liggen de schenkingen onder de 100.000 euro. Een respondent wil het niet zeggen.
Er is al eerder onderzoek gedaan naar liefdadigheid in Nederland, maar er was weinig bekend over de specifieke activiteiten van Nederlandse vermogende particulieren. In april dit jaar heeft de Vrije Universiteit voor het eerst een verkennend onderzoek gedaan naar grote giften. De resultaten wezen uit dat rijken vaker doneren en hogere bedragen geven dan de gemiddelde Nederlander, bijna tien keer zo veel (2275 euro versus 239 euro). De interviews van Philian bouwen voort op dit onderzoek.
ANP