Belastingdienst zal ten onrechte teruggevorderde huurtoeslag compenseren

In januari dit jaar besteedde Kassa aandacht aan huurders die ten onrechte geen huurtoeslag meer ontvingen. Deze huurders hebben een zogeheten verworven recht op huurtoeslag. Bij hen is de huurprijs door huurstijgingen boven de toeslaggrens van 737 euro uitgekomen, waardoor de huurtoeslag onterecht werd stopgezet. In sommige gevallen moesten huurders duizenden euro's terugbetalen aan de Belastingdienst, waardoor ze in financieel zwaar weer terechtkwamen.

De Raad van State deed op 24 juli 2019 uitspraak de huurtoeslag: huurders raken hun recht op huurtoeslag niet definitief kwijt als zij tijdelijk teveel inkomen of vermogen hebben. Deze uitspraak zal nu ook met terugwerkende kracht werken, schrijft ministier Ollongren in een brief aan de Tweede Kamer. Aanvragen voor huurtoeslag gedaan vanaf 2014 zullen worden gecompenseerd. 

De Belastingdienst zal volgens de minister de huishoudens voor wie de uitspraak geldt zo actief mogelijk benaderen. Ook wordt er gekeken of deze huishoudens in 2018 en 2019 ook recht hadden op huurtoeslag. 

Huurders die recht hebben op compensatie, maar zich niet hebben gemeld bij de Belastingdienst, kunnen dat doen voor 1 januari 2021.