In hun ijver om de eeuwenoude traditie van Sint en Piet te behouden
vergeten verreweg de meeste voorstanders om de pijn serieus te nemen
Afgelopen woensdagmiddag fungeerde ik als studiogast bij Standpunt.nl, het vox populi programma van de NCRV. De laatste inbeller was een meneer die het zat was om op elk bedrijf waar hij kwam, verrast te worden op olijkheden als ‘Ben je niet te vroeg van het jaar, Zwarte Piet?’.
Datzelfde sentiment kwam naar voren tijdens de uitzending van Debat op 2 die avond. Zwarte Nederlanders vinden het pijnlijk om met Zwarte Piet te worden geassocieerd. Velen van hen ervaren het als beledigend en zelfs discriminerend.
Dat niet alleen. Het hele gebeuren rond Sinterklaas brengt hen de slavernij in herinnering waarvan hun voorouders het slachtoffer waren. Daarom kunnen zij er de lol niet van inzien en daarom krijgen zij de neiging om het hele feest als racistisch te veroordelen en zoals Verene Shepherd zegt op het verre Jamaica “ a backdrop to slavery “.
Tijdens Debat op 2 viel regelmatig het woord ‘pijn’.
Een van de redenen waarom het debat zo uit de hand loopt, is het feit dat wat ik maar noem ‘de zwarte pijn’ niet erkend wordt. In hun ijver om de eeuwenoude traditie van Sint en Piet te behouden vergeten verreweg de meeste voorstanders om dat gevoel serieus te nemen. Zij doen niets om die pijn te verzachten. Toch is dat de enige manier om het debat weer in een beschaafde bedding te krijgen. En om het op een bevredigende manier af te sluiten.
De voorstanders van Zwarte Piet onderstrepen dag aan dag dat hun geliefde held niets met slavernij of racisme te maken heeft, maar dat hij voortkomt uit een overoude traditie die je in vele vormen op ons continent vindt.
Arnold-Jan Scheer heeft daar in Trouw van donderdag een behartenswaardig artikel over geschreven. Daarom moet de kinderen van het begin af aan op school en thuis duidelijk worden gemaakt dat Zwarte Piet en zwarte mensen niets met elkaar te maken hebben en dat het heel onbeleefd en naar is, niet grappig of leuk, om Zwarte Piet tegen ze te zeggen. Ik heb dat als kind in de bus ook wel eens gedaan en toen heb ik van mijn moeder een standje gekregen. Ze leerde me er iets bij: je mag nooit grapjes maken over het uiterlijk van een ander. Die norm heeft in Nederland een algemene geldigheid. Het komt neer op handhaven: door ouders, door leerkrachten, door collega’s, door leidinggevenden. Als ik de ervaringen van zwarte Nederlanders beluister, valt er wat dat betreft nog een wereld te winnen.
Een grief die onmiskenbaar leeft bij zeer veel Nederlanders met een Caribische achtergrond, is het gebrek aan erkenning voor het leed en de misdaad van de slavernij. Daar wordt naar hun inzicht nogal losjes overheen gestapt. Juist uit zwarte bladzijden kun je lessen trekken voor het heden.
Alles overziende – daarbij inbegrepen het nieuwe onderzoek van de afgelopen decennia – is dat voldoende reden om de herdenking van het slavernijverleden eenzelfde status te geven als de vierde mei. Dat wil zeggen: op een vaste datum – bijvoorbeeld de avond voor Keti Koti – vindt de nationale slavernijherdenking plaats met koning en koningin. Er zijn ook lokale herdenkingen die door speciale comités met ondersteuning en medewerking van de gemeente worden georganiseerd. Zo wordt er ruimte geschapen om te rouwen. Uiteraard worden voorstellen om monumenten te plaatsen toegejuicht. Dat zou in ieder geval een goed idee zijn voor elke plaats waar ooit een kamer van de West-Indische Compagnie was gevestigd. Bijvoorbeeld Vlissingen en Groningen. Bij al deze plechtigheden is de inbreng van de nazaten van de slaven leidend en niet die van goedwillende anderen of de autoriteiten.
Zo kan onze samenleving laten zien dat zij de zwarte pijn wel degelijk serieus neemt zonder dat zij een wezenlijke traditie hoeft op te offeren.
De geschiedenis van Sint en Piet tegen de achtergrond van de huidige opwinding. Dat is het onderwerp van de presentatie die de Schiedamse historicus Han van der Horst komende zondag 3 november geeft in Jeneverie ’t Spul, Hoogstraat 92, 3111 HL Schiedam. Toegang gratis.
Han van der Horst wil aantonen dat zowel Sinterklaas als Zwarte Piet voortkomen uit overoude heidense tradities. Tegelijkertijd zal hij de mechanismes blootleggen, die er toe hebben geleid dat voor- en tegenstanders van het traditionele sinterklaasfeest zo heftig tegenover elkaar staan. Hoe het komt dat de kemphanen zulke verschillende dingen zien in de figuur van Zwarte Piet. Veel gelegenheid tot vragen stellen, tegenspraak en meedoen: hoe gáát dat eigenlijk, het verwerken van beelden en informatie?