Zorgen om geld blokkeren vaak mbo-keuze
• 30-06-2016
• leestijd 2 minuten
Mbo-studenten die eigenlijk naar een andere school willen, maar dat niet doen vanwege de te hoge kosten; het komt in Nederland nog geregeld voor. Ouders die met minder geld rond moeten komen, laten hun kinderen dan liever een goedkopere opleiding volgen, aan het liefst ook een school die dichterbij is. Dat schrijft de Volkskrant op basis van een onderzoek van het ministerie van Onderwijs dat donderdag openbaar wordt gemaakt.
De studiekosten verschillen per opleiding en per opleidingsinstituut. Gemiddeld kost een mbo-opleiding voor een minderjarige student zo’n 1.400 euro per jaar. Een groot deel daarvan gaat op aan reiskosten: gemiddeld zo’n 600 euro per jaar.
Minister Bussemaker noemt de uitkomsten van het onderzoek alarmerend en zegt dat het onacceptabel is dat de hoogte van de schoolkosten de keuze voor vervolgonderwijs bepaalt. “Die keus moet worden gemaakt op grond van talenten en motivatie van de leerling.”
Een belangrijk deel van het probleem zijn dus de reiskosten; daar is per 1 januari 2017 een oplossing voor gevonden, want vanaf dan krijgen ook minderjarige mbo-leerlingen hun reiskosten vergoed. Bovendien: voor de overbruggingsperiode tot 2017 maakt Bussemaker 5 miljoen euro vrij, “zodat niemand om financiële redenen een bepaalde opleiding niet gaat volgen”, aldus de minister.
Saillant is dat de minister op een ander vlak wel wil experimenteren met studeren op basis van inkomen, met de invoering van het leenstelsel. Nadat de minister het leenstelsel invoerde voor studenten in het hoger onderwijs, is er een afname aan inschrijvingen van studenten te zien. Vooral de doorstroom van mbo naar hbo stagneert. Volgens Bussemaker heeft dat echter helemaal niets te maken met het leenstelsel. Ze meent dat de reden dat mbo’ers besluiten niet verder te studeren vanwege een leenaversie, niet te wijten is aan het leenstelsel.