'Schurkenpolitici die roven van daklozen, beelden van Rijkmannen met trillende oogleden, stampvoetende omroepmensen nu hun boeren en vrouwen ineens iets minder worden gesubsidieerd door Oom Mark en zijn neefjes.'
Wie zijn oor goed te luister legt bij de Nederlandse bevolking, hoort veel onvrede. Geklaag over economische teruggang, gemopper over vermeende graaiers in politiek of bedrijfsleven, woede over pensioenen, uitkeringen of teruglopende werkgelegenheid. Onvrede die nog extra wordt gevoed door partijen aan beide flanken, waar onophoudelijk de boodschap galmt: “Het ligt aan hun!”
(Waarbij het woordje ‘hun’ overigens naar believen kan worden ingevuld door zaken als Polen, Joden, moslims, politici of zakenlieden. Afhankelijk van politieke kleur, danwel stemming van de dag bij onze politieke leiders.)
De laatste weken stonden de media er weer bol van. Schurkenpolitici die roven van daklozen, beelden van Rijkmannen met trillende oogleden, stampvoetende omroepmensen nu hun boeren en vrouwen ineens iets minder worden gesubsidieerd door Oom Mark en zijn neefjes.
Zondebokken! Die zoeken we. Die zoeken we, omdat we niet meer kunnen omgaan met verlies van koopkracht. Met economische stagnatie. Met een huis dat na jaren van groei net iets minder overprijsd raakt.
En daarom doen we alsof we niet al jaren boven onze stand hebben geleefd. Negeren we alle producten die we op de pof hebben gekocht. Vinden we het eigenlijk best logisch dat we ons spaargeld parkeerden bij louche banken met belachelijk hoge rendementen. En doen we alsof de overwaarde op ons huis wél een reële afspiegeling was – alsof de lucht daarin niet mede door onze eigen hebzucht is gekomen.
Want het moet de schuld zijn van iemand – en dan natuurlijk niet van onszelf.