Open brief aan minister Schippers: Ik blijf met de vraag zitten wat u en uw collega's het liefst beschermen: de gezondheid van uw burgers, of de winstcijfers van het bedrijfsleven?
Geachte minister Schippers,
“We nemen onze verantwoordelijkheid daar waar dat nodig is en zijn al flink in de weer om het probleem van overgewicht en obesitas breed en integraal aan te pakken.” Dat zei u begin dit jaar in een reactie op alweer een alarmerend rapport over overgewicht. Deze keer was het het RIVM dat waarschuwde dat de Nederlandse buik steeds dikker wordt en obesitas oprukt. Op dat moment zat ik middenin het schrijfproces van mijn net verschenen boek ‘Eet mij’, over de psychologie achter eten en overgewicht, dus mijn belangsteling was groot. Wat zou u gaan doen?
Ondertussen loopt het jaar alweer bijna ten einde; een mooi moment om in deze gastbijdrage terug te blikken op dat ‘flink in de weer’-zijn van u. Pubers moesten verplicht op gesprek bij de schoolarts, onder andere om voorgelicht te worden over hun gewicht. U trok 26 miljoen uit voor het bestrijden van overgewicht bij kinderen. Het idee achter één van de hoofdbestemmingen van dit geld – Jongeren Op Gezond Gewicht – is niet zo gek: verander de omgeving van kinderen (scholen, sportclubs) op zo’n manier dat veel bewegen en gezond eten de meest voor de hand liggende keus is.
U kreeg ook kritiek. De consumentenbond noemde de maatregelen incompleet, omdat de levensmiddelenindustrie niet aan banden werd gelegd. Snoepreclames gericht op kinderen zijn de consumentenbond al jaren een doorn in het oog. Terecht, ontdekte ik tijdens het researchen voor ‘Eet mij’: zeker kleinere kinderen kunnen het onderscheid tussen marketing en realiteit nog helemaal niet maken. Wanneer zij Dora een pakje koekjes zien aanprijzen, denken zij dat de in hun beleving levensechte Dora die koekjes lekker vindt, en willen zij ze ook. U legde deze gedragswetenschappelijke feiten naast u neer en bleef weigeren dit soort marketing te verbieden. In plaats daarvan vertrouwt u op zelfregulering van de levensmiddelenindustrie.
Dit voorbeeld is exemplarisch voor de manier waarop de overheid overgewicht en obesitas te lijf gaat, niet alleen in 2012, maar al veel langer. Tientallen miljoenen worden er uitgetrokken voor voornamelijk voorlichting en vrij beperkte projecten op sportclubs en scholen. Maak je niet dik, neem een balansdag, drink water: het zijn kostbare boodschappen, en geen van allen zijn ze in staat geweest om de gemiddelde Nederlander dunner te maken. Sterker nog: de ineffectiviteit van dit soort voorlichtingsboodschappen is al jaren bekend. In 2007 concludeerde onderzoeker Birgitte Wammes (Erasmus Universiteit) dat het effect van netgenoemde ‘Maak je niet dik!’-voorlichtingscampagne op gedrag minimaal was. De mensen die Wammes ondervroeg kenden de televisiespotjes, maar waren desondanks geen grammetje afgevallen.
Wat wel werkt is precies wat u liever niet doet: de industrie reguleren. Verstandige wetenschappers die ik interviewde voor mijn boek waren lovend over een stevige snacktaks op zeer calorierijk eten, of over een korting op fruit en groente. Onderzoekers zijn ook te spreken over het stoplichtsysteem, waarbij ongezond eten als chips en chocola een rode sticker krijgt, gezonde dingen als groente en fruit een groene en de mag-af-en-toe twijfelgevalletjes een oranje. Beide maatregelen zijn duidelijk, ook voor mensen die niet goed kunnen lezen of rekenen zoals kinderen, anderstaligen of functioneel analfabeten. Beide maatregelen zijn aanwezig op de plek waar eetbeslissingen worden genomen – in de supermarkt – en brengen het aantal gekochte ongezonde producten duidelijk naar beneden.
Helaas is de invoering van het stoplichtsysteem al in 2010 niet doorgegaan. De Europese belangenvereniging voor de voedingsindustrie, de CIAA, besteedde met succes een slordige één miljard euro aan een lobby om de Europa-brede invoering tegen te houden. Wat had ik graag gezien dat u bij uw aantreden als minister dit systeem desondanks toch in Nederland had geïntroduceerd. Nu blijf ik met de vraag zitten wat u en uw collega’s het liefst beschermen: de gezondheid van uw burgers, of de winstcijfers van het bedrijfsleven?
Een beetje hoop kreeg ik van uw spierballentaal richting de industrie, afgelopen maart. U zei dat voedingsproducenten tot het eind van dit jaar krijgen om minder vet en zout in hun etenswaren te stoppen, want anders volgen er maatregelen. Het einde van het jaar is bijna in zicht, dus vol verwachting klopt mijn hart. Ik hoop van harte dat we u in 2013 niet alleen zullen zien blaffen, maar ook zullen zien bijten. Want dat dunnere Nederland dat u zo graag wilt, komt er alleen door krachtig overheidsoptreden.
Met hoopvolle groet, ook namens mijn co-auteur Ronald Veldhuizen,