
2019. Palestijnse christenen vieren Kerst in Bethlehem.
Als tiener liep ik vast in Terneuzen, de plaats waar ik ben opgegroeid. Ik viel uit op de middelbare school en ging in een café werken met de illustere naam Den Engel. Het was een plek waar goede muziek werd gedraaid en aan iedere hoek van de bar een dealer stond om wiet en stuff te verkopen. Ik dronk veel, rookte een pakje per dag, was verdwaald in mezelf. Tot een van de dealers het nodig vond om een pilletje in mijn drank te stoppen en ik een soort van bad trip had. De hele nacht was ik bang. Het zette mijn leven op zijn kop, mijn persoonlijkheid en ego wankelde, vertoonde zijn eerste scheurtjes. Deze diepe schok zette me wel in beweging. Ik stopte met werken in het café, ook met roken en drinken en ging op zoek naar de zin van mijn leven.
In deze zoektocht ging ik veel boeken lezen, Gurdjeff, Ouspensky, Bagwan, Krisnamurti, maar ook de bijbel. Door het lezen van het Johannes Evangelie werd ik diep geraakt in mijn essentie. Ik ervoer voor het eerst wat je zou kunnen noemen de onvoorwaardelijke liefde, die voor mij gekoppeld was aan Jezus. De rest van mijn leven, pakweg 40 jaar, is deze ervaring een katalysator geworden voor wat ik noem mijn menswording. Ik schreef daar eerder over, bijvoorbeeld in dit artikel.
We hebben als mens het vermogen om heel mens te worden. Dat impliceert voor mij dus ook de stelling dat we dat nog niet zijn. De mens zoals we nu omgaan met macht in de wereld, de Westerse mens die het neoliberalisme als uitgangspunt neemt voor zijn beschaving en daarmee structureel schade toebrengt aan zijn medemens en de natuur, is niet af. Je zou kunnen zeggen dat dit een halve mens is, een afgescheiden mens, die het contact is verloren met zijn essentie. Terwijl, en dat is het punt, de diepste identiteit van ons als mens juist ligt in het contact met deze essentie.
In de christelijke kerk wordt de term zonde gebruikt als het gaat over deze onvermijdelijke afgescheidenheid. We zijn daar niet schuldig aan, ook al wil de kerk ons dat doen geloven. Jezus is gestorven aan het kruis om ons te verlossen van de zonde. Door mijn schuld, mijn schuld, mijn grote schuld. Het maakt de mens klein en bang en God groot. En het maakt dat de kerk de bemiddelaar is tussen de mens en God. Als je als gelovige maar de regels van de kerk volgt, dan zit je goed en ben je gered. En het plaatst Jezus binnen de context van het geloof, van het geestelijke. Heel mijn leven heb ik al een haat-liefde relatie met de kerk.
Sinds Descartes in de 16e eeuw is het geestelijke gescheiden van de materie. Ik denk dat we in een tijd en transitie leven dat dit geestelijke en de materie weer verbonden dient te worden, willen we als mens groeien, een volgende stap zetten. En willen we ook loskomen van de machtsstructuur in de wereld waarin we gevangen zitten. Daarom is het belangrijk om Jezus los te maken uit dat geestelijke en te verbinden met de materie, met de evolutie van ons als mens. Dat geeft hem in mijn visie ook de juiste betekenis. In die zin is voor mij de bijbel en het Nieuwe Testament niet een louter geestelijk boek, maar meer een volgend hoofdstuk van het boek van onze evolutie, een vervolg op Darwin zou je kunnen zeggen.
Als we ons leven op aarde beschouwen als een leerschool, is er genoeg ruimte binnen onze afgescheidenheid als mens om te leren. Sla een geschiedenisboek open of alle kennis die is opgedaan door onze materialistische wetenschap, dit alles is ontdekt binnen de ruimte die de afgescheidenheid ons biedt. Ook alle ervaringen die we als individu in het leven hebben, van verlies, van succes, van armoede, van rijkdom is onderdeel van onze leerschool en bewustwording. Het punt is wel dat onze mens- en wereldvisie gebaseerd op afgescheidenheid ervoor zorgt dat we de ander beschouwen als los van onszelf. En die waarheid is niet compleet. De wereld bestaat uit losse elementen, die bij elkaar worden gehouden door natuurkrachten, zoals de zwaartekracht. De andere mens is een vriend of een vijand, die bestreden dient te worden of zelfs vernietigd. Oorlog is onze onvolkomen manier om vrede te bewerkstelligen.
Onze neoliberale economie gebaseerd op het idee van tekort, schept juist tekort en zorgt ervoor dat er een enorme en groeiende kloof ontstaat tussen arm en rijk. We zijn als mens elkaars vijand geworden en die van de natuur, omdat wij de mens, maar ook de natuur als gebruiksvoorwerp beschouwen waar we geld aan kunnen verdienen. En we vinden dat binnen ons kader van afgescheidenheid legitiem en normaal. Het is zonder meer boeiend dat we in een tijd leven waarin zichtbaar wordt dat deze mens- en wereldvisie gebaseerd op afgescheidenheid zijn grenzen heeft bereikt. Sommigen denken dat we hier nog uitkomen binnen de huidige machtsstructuur, maar de grote problemen die we als samenleving hebben, vragen om een fundamentele transitie.
Die fundamentele transitie begint niet buiten onszelf of in een bepaalde groep, maar in onszelf. Dat lijkt navelstaarderij of zweverig, maar het is niet anders, het is volgens mij een wetmatigheid. Dat komt simpelweg omdat de onvoorwaardelijke liefde ons verandert, zoals ik dat zelf heb ervaren. En de liefde heeft niet een bepaalde uitverkoren groep lief, maar ieder van ons als individu. Jij wordt liefgehad, onvoorwaardelijk, van binnenuit. Dat is kwetsbaar en pijnlijk, omdat het altijd langs de plek gaat waar we juist niet zijn liefgehad. Ook dat is in mijn visie een wetmatigheid. De plek waarin onze persoonlijkheid een gat is ontstaan en we het contact met onze essentie zijn verloren. Het herstellen van dit contact is nodig om dat gat te kunnen voelen.
Onze persoonlijkheid wordt in het geboren worden als heel mens een geboortekanaal, een vernauwing als het oog van een naald waar we doorheen moeten. Dat geboren worden gaat gepaard met behoorlijke barensweeën, zoals ik dat zelf in mijn leven ervaar. Menswording, heel mens worden, is dus niet bepaald romantisch. Zonder de onvoorwaardelijke liefde van onze essentie gaat dat niet lukken. Met deze menswording groeit ook ons bewustzijn. Sterker nog: het is de manier waarop ons bewustzijn groeit, eerst in onszelf, maar daarna collectief. Een volgende stap in onze evolutie als mens. De aarde is zwanger van de mens die geboren wordt. De aarde is zwanger van bewustzijn dat geboren wordt. En Jezus speelt daar volgens mij een essentiële rol in.
Op mijn eigen weg van menswording, die 40 jaar geleden door mijn Jezus ervaring is ingezet, is misschien wel mijn grootste ontdekking dat we als mens van structuur kunnen veranderen. We kunnen als mens veranderen van een rups die gelooft in een wereld van afgescheidenheid naar een vlinder, die uitgaat van een wereld die heel is, die éen is. Het is een enorme verschuiving als we onze identiteit als mens uit ons contact met onze essentie, ons geestelijk deel halen in plaats van uit onze persoonlijkheid, ons ego. De wet van Jezus was eenvoudig, maar radicaal: houd van God boven alles en van de ander zoals van jezelf. Dat drukt eenheid uit. Alles is één. Doe een ander niet aan, wat jezelf niet aangedaan zou willen worden.
Voor mij is Kerstmis het feest om te vieren dat deze potentie aanwezig is en dat we als mens deze stap kunnen maken. Ik geloof dat we in een tijd van chaos leven, een tijd dat we de grenzen van onze oude machtsstructuren hebben bereikt, die ons noodzaakt om bij dit punt uit te komen. Het punt dat Jezus met zijn geboorte ruim 2000 jaar geleden heeft ingezet. Dat is een feest waard zou ik zeggen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.