Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Zijn de Nederlandse en Indonesische geschiedenis te verzoenen?

  •  
06-04-2016
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
626 keer bekeken
  •  
Schermafbeelding-2016-04-06-om-19.46.35

© Beeld: IISG

Over het ontbreken van een goede postkoloniale relatie, ondanks de speciale historische band tussen de twee landen
In december 2015 werd de rijsttafel officieel erkend als Nederlands cultureel erfgoed. Helaas raakte dit nieuws wat ondergesneeuwd in zowel Indonesië als Nederland en werd het afgedaan als iets onbelangrijks. Wat het echter inhoudt is dat Indonesië en Nederland een gemeenschappelijk cultureel erfgoed hebben vastgesteld.
Het ontbreken van een gevoel van verbondenheid tussen beide landen kan worden herleid naar het einde van de Tweede Wereldoorlog in Indonesië. In maart 1942 bezette Japan Nederlands-Indië. De Japanners maakten een einde aan het rigide Nederlandse sociale kaste-systeem en wakkerden de haat van de Indonesische inlanders jegens de Nederlanders verder aan.
Nadat Japan de oorlog verloor en Soekarno op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uitriep, zou het nog vier jaar van wrede oorlog duren voor Nederland op 29 december 1949 eindelijk de Indonesische soevereiniteit erkende.
Er is echter maar weinig bekend over het algemeen collectieve geheugen van Indonesië over de enorme golven van geweld die volgden op de onafhankelijkheidsverklaring. Geweld dat door historicus Robert Cribb werd omschreven als ‘een kortstondige genocide’.
Tussen 1945 en 1947 vermoordde de Permuda (de jeugd) Nederlandse burgers zonder daarbij onderscheid te maken tussen wie dan ook en vele slachtoffers stierven onder brute omstandigheden. Omstandigheden die te omschrijven zijn als oorlogsmisdaden. Veel overlevenden zijn tot op de dag van vandaag getraumatiseerd en praten er zelden over met hun kinderen.
Tempo Doeloe en de Bersiap In plaats daarvan proberen veel Nederlanders in de diaspora die hun wortels in Nederlands-Indië hebben, zich vooral de Tempo Doeloe (goede oude tijd) te herinneren. Een tijd waarin de Nederlanders de archipel nog koloniseerden en een hoge sociale status hadden, in plaats van dat ze moesten rennen voor hun leven voor de Indonesische jeugd.
Laatstgenoemde periode wordt in Nederlandse geschiedenisboeken de Bersiap (‘Wees paraat!’, naar de gebruikte strijdkreet) genoemd. In Indonesië wordt deze tijd slechts omschreven als de tijd van het machtsvacuüm.
In de Indonesische geschiedenisboeken wordt de Permuda steevast verbeeld als moedige jongeren die speren gebruikten in een asymmetrische oorlog met de Nederlandse krijgsmachine, terwijl in werkelijkheid de speren werden gebruikt om Nederlandse burgers te vermoorden.
Feiten die in de Indonesische geschiedenisboeken onvermeld blijven om het nationalistische verhaal intact te houden.
De nazaten van de overlevenden begonnen te twijfelen aan hun geschiedenis en hun wortels in Nederlands-Indië. Veel van hen stelden de vraag waarom hun grootouders of ouders Indonesië hadden verruild voor Nederland. Waarom ze toch niet zijn gebleven.
Voor veel van die nakomelingen bestaan de Indonesische roots uitsluitend uit een voorliefde voor Indonesische cultuur en Indonesische gerechten. Tegelijkertijd zijn ze terughoudend als het gaat om het omarmen van Indonesië als onderdeel van wie ze zijn, omdat de geschiedenis hen achterlaat met bittere herinneringen aan het tropische land dat zij eens koesterden.
Er zijn verschillende redenen voor het gebrek aan politieke bereidheid bij zowel de Indonesische als de Nederlandse overheid om zich te verzoenen met hun gedeelde geschiedenis.
Mensenrechten Ten eerste kent Indonesië een lange geschiedenis van mensenrechtenschendingen. Voor het grote publiek in Indonesië is “ Gestapu ” uit 1965 de zwartste bladzijde uit de moderne geschiedenis, niet de Bersiap-periode. Terwijl de Nederlandse militaire agressie gedurende de Bersiap voor zware verliezen zorgde aan Indonesische zijde, wist Indonesië toen namelijk zelf namelijk de onafhankelijkheid te bewerkstelligen.
Ten tweede was er de ontbinding van de kortstondige Verenigde Staten van Indonesië die de Indonesische geschiedenis eindelijk loskoppelde van die van Nederland. Beide landen zien het koloniale verleden als een gruwel die niet de moeite waard is nader te beschouwen. Een geschiedenis die aan beide kanten slecht eindigde tijdens de ontbinding van de Nederlands-Indonesische Unie in 1956.
Ten derde is er de vrees aan Nederlandse zijde dat verzoening inhoudt dat massale rechtszaken zullen volgen die zullen leiden tot financiële compensatie. De Nederlandse overheid heeft tot dusverre alleen besloten haar ambtenaren en militairen voor hun dienst tijdens de Japanse bezetting te compenseren. Dat gebeurde in 2015. Helaas kwamen slechts 1.100 mensen voor die compensatie in aanmerking, aangezien de meesten al waren overleden.
Een vorm van discriminatie die niet werd toegepast op de Nederlandse militairen en ambtenaren in het door Duitsland bezette Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij werden gewoon voor hun diensten gecompenseerd.
Juridische onduidelijkheid Die toegepaste terughoudendheid komt voort uit de juridische onduidelijkheid over wie officieel regeerde over Nederlands-Indië tussen 1942 en 1945. Terwijl de Nederlanders hun controle over Nederlands-Indië verloren, wierp zich de vraag op: wie is er verantwoordelijk voor de ondergang en de ellende van miljoenen ontnomen levens gedurende de Japanse bezetting? Zijn het de Japanners? De Indonesische regering? Of toch Nederland?
Diezelfde vraag geldt voor de Bersiap-periode: waren die jongeren Nederlandse of Indonesische staatsburgers? Wie is er verantwoordelijk voor de moorden op Nederlanders en Nederlands-Indiërs gedurende die periode? Zaken zouden zelfs nog complexer zijn wanneer de Nederlandse overheid 17 augustus 1945 zou erkennen als de officiële Onafhankelijkheidsdag van Indonesië, omdat dat tot verdere complicaties rond het juridische burgerschap van de daders zou kunnen leiden.
Het is op dit gebied dat de Indonesische en Nederlandse overheden waarheidscommissies moeten instellen, om de gedeelde geschiedenis voor eens en voor altijd met elkaar te verzoenen. Hoewel vicepresident Jusuf Kalla in 1965 de Internationale Mensenraad een veeg uit de pan gaf en zei dat de Indonesiërs evenwel de Nederlanders voor het gerecht hadden kunnen dagen voor de miljoenen doden onder de koloniale heerschappij, is niet bekend of de Indonesische overheid überhaupt de politieke bereidheid heeft om Nederland aan te klagen voor oorlogsmisdaden. Dit gezien de lange geschiedenis van mensenrechtenschendingen van Indonesië zelf.
Sterker nog, het Statuut van Rome dat de mensenrechtenschendingen behandelt is tot op de dag van vandaag niet geratificeerd. Het merendeel van de Indonesische pogingen Nederland aan te klagen voor oorlogsmisdaden is afkomst van Ngo’s en individuen buiten de Indonesische regering.
De Nederlandse overheid stelt dat zij een speciale band met Indonesië heeft als gevolg van de historische connectie, maar beide landen zouden een betere postkoloniale relatie kunnen hebben. Het is van belang dat de landen zich met elkaar verzoenen zodat een gelijkwaardige relatie ontstaat waarin beide partijen oprecht respect betonen, zodat er een gemeenschappelijk gevoel van verbondenheid kan zijn.
De resterende overlevenden en nazaten van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië wachten nog altijd op de dag waarop zij de gerechtigheid krijgen die zij verdienen.
Dit artikel verscheen eerder in The Jakarta Post
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.