Het slotwoord van Geert Wilders bij het Gerechtshof in Amsterdam had veel weg van een geloofsbelijdenis
De beklaagde sloeg een gedragen toon aan. De pauzes die hij tussen de verschillende onderdelen van zijn toespraak liet vallen, pasten eerder bij de preekstoel dan bij de rechtzaal. Zijn taalgebruik was bijna religieus. “We moeten leven in de waarheid, zo zeiden de dissidenten ten tijde van het communisme, omdat de waarheid ons vrijmaakt”, orgelde hij. Dat lijkt sterk op Johannes 8: 31-32. “Tegen die Joden die in Hem geloofden, zei Jezus: ‘Als u vasthoudt aan mijn woord, dan bent u werkelijk leerlingen van Mij; dan zult u de waarheid leren kennen, en de waarheid zal u vrij maken.” Via de omweg van de dissidenten uit de tijd van het communisme schuren wij aan tegen de taal van het christendom.
Let op: dit geldt niet voor hem alleen. Het geldt voor iedereen: wie zwijgt over de gevaren van de islam, pleegt verraad. Wie zijn dat bijvoorbeeld? “De linksen verschalken graag de scheiding der machten. De strijd die men politiek niet kan winnen omdat het Nederlandse volk hun sinistere agenda door heeft, probeert men nu via de rechter te beslechten”. Zelfs wie al zijn wijsheid uit de Spits en Hart van Nederland haat, weet dat de afgelopen twee jaar linkse kopstukken over elkaar heen buitelden om te bezweren dat Wilders moest worden vrijgesproken, maar dit feit wordt overstraald door de grote Waarheid waar Geert Wilders in woont: de islam wil de zon boven zijn universum uitdoven: een sinistere agenda betekent een kwaadaardige agenda, een agenda van het verraad.
Het is duidelijk: Wilders is een heiland en hij predikt een geloof. Buiten zijn leerstellingen kan geen Waarheid bestaan. Wie hem volgt, dient zich te bekeren. Anders blijf je overgeleverd aan de agenda van het kwaad.
Dat maakt een rationeel en redelijk debat met de heiland en zijn volgelingen bijzonder moeilijk. Op elk argument volgt een herhaling van de geopenbaarde dogma’s. Kijk, daar staat hij voor zijn rechters, de verlosser die zo zwaar voor ons lijdt. Dat hij zich niet voor Annas en Kajefas bevindt, noch voor Pilatus, maar voor een keurig gerechtshof dat niet alleen van zijn advocaat maar ook van het Openbaar Ministerie te horen heeft gekregen dat er voor veroordeling absoluut geen grond is, mag dit beeld niet verstoren.
Als straks de onvermijdelijke vrijspraak volgt, zal dit gevierd worden als een overwinning van Wilders’ waarheid en een zege op sinistere intriges van links, op de verraders van het vaderland. Op het Kwaad dat de kinderen des lichts bedreigt.
Nu begrijp ik waarom Andries Knevel een paar weken geleden aan Noud Wellink de uitspraak probeerde te ontlokken, dat hij een valse profeet was. “Op economisch gebied” nuanceerde de president van de Nederlandse Bank vreesachtig maar Wilders’ profetendom ligt – zo leerde zijn slotwoord – elders.
Dat mág hij tot uiting brengen. Dat is zijn recht. We leven in een vrij land. Maar mogen bij mij de rillingen over de rug lopen?