Chris Klomp over de cultuur van het pesten, na weer een dodelijk slachtoffer
Nederland werd op maandagmorgen wakker met een heftige overlijdensadvertentie. Over Tim (20). Die een einde maakte aan zijn leven omdat hij altijd en overal gepest werd.
‘Lieve pap en mam. Ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten. Jullie zijn fantastisch. Ik hoop dat jullie niet boos zijn.’
De verontwaardiging was groot en de afkeur unaniem. Pesten is vreselijk. We moeten hier met zijn allen een einde aan maken.
Dat is mooi. En klinkt goed. Het probleem is alleen dat wij met zijn allen net zo schuldig zijn. Een enkele dappere ziel daargelaten.
De pester in een klas kan zijn vernietigende werk doen omdat de klas hem dat toestaat. Omdat hij een publiek heeft. Omdat de klas om hem moet lachen. Kinderen, zegt u?
Wij zijn geen haar beter. Er zijn niet veel websites populairder dan GeenStijl. Daar waar mensen die ergens een foutje maken genadeloos worden afgestraft. Te kijk worden gezet.
En niet omdat een paar verlate pubers het leuk vinden om een kinderachtige website te maken. Maar omdat wij het massaal leuk vinden om te genieten van het leed van anderen.
Het bestaansrecht van pesten ligt niet in de aard van de pester.
Een pester kan bestaan omdat hij of zij publiek heeft. Omdat mensen veelal niet het lef hebben om de groep te weerspreken. Om simpel op te komen voor het slachtoffer.