Wie duurzame energie vertraagt, blokkeert economische vooruitgang
• 02-10-2012
• leestijd 3 minuten
Fossiele energie kost samenleving geld, duurzame energie levert juist geld op
Vorige week stond op de voorpagina van het Financieele Dagblad een artikel met als kop ‘vergroening gaat de staat miljarden euro’s kosten’. Het is lang geleden dat een artikel zoveel irritatie opwekte in duurzaam minnend Nederland. Het artikel bevestigt namelijk het vooroordeel dat duurzame energie geld kost en fossiele energie geld oplevert. Dat de werkelijkheid aanzienlijk genuanceerder is en dat het in feite, zeker op termijn, andersom is, beseffen nog weinigen.
De volksmennende quote kwam van de Algemene Advies Raad, die in een slecht onderbouwd advies (2 A4tjes) had aangegeven dat de omschakeling naar duurzame energie de rijksoverheid veel geld gaat kosten. Wie alleen kijkt naar de baten van het huidige fossiele energiesysteem en naar de kosten van een duurzame energievoorziening komt tot zo’n misleidende conclusie.
Voor een evenwichtige analyse moeten we kijken naar de kosten en baten van het oude, fossiele energiesysteem en hoe die zich verhouden tot de kosten en baten van een duurzame energievoorziening. Kijken we naar de kosten van fossiele energie, dan moeten we dat uitsplitsen naar ondersteunende uitgaven en naar maatschappelijke kosten.
De overheid stimuleert jaarlijks met 5.8 miljard euro via 53(!) overheidsingrepen fossiele energie (Ecofysrapport 2011), terwijl duurzame energie met 1.5 miljard wordt gesteund. De maatschappelijke schade van fossiele energie (die niemand nu betaalt, maar wel ooit betaald moet worden) is nogal onzeker, maar orde grootte schattingen variëren van een paar miljard euro per jaar tot 10 miljard euro per jaar. De baten van fossiele energie betreffen vooral inkomsten via energiebelasting en accijnzen. Voor gas is dit 10-12 miljard euro per jaar aan inkomsten voor de schatkist.
Bekijken we de kosten en baten van duurzame energie, dan vergt het opbouwen van een nieuwe infrastructuur voor duurzame energie miljarden euro’s, alleen al de aanpassing van de bestaande netten kost ca. 1.5 miljard euro per jaar. De baten van duurzame energie zijn echter substantieel hoger. Niet alleen de enorme hoeveelheid CO2-uitstoot die wordt vermeden, ook andere nadelige effecten, zoals luchtvervuiling en natuuraantasting, die wordt voorkomen.
Bovenal levert duurzame energie een enorme impuls op voor de groene economie. Elke euro investering in schone energie levert 3 euro economische winst op in termen van economische structuurversterking, innovatie en werkgelegenheid (PBL, 2012). Daarentegen kost elke euro investering in fossiel energie de samenleving 2 euro (Nordhaus, 2011).
Bovendien horen bij een schone energievoorziening nieuwe verdienmodellen. Volgens deze nieuwe verdienmodellen kan de schatkist meeprofiteren van de omschakeling naar duurzame energie: via forse belasting op fossiele energie, via accijnzen op schone energie, via een opslag op elektrisch laden, via concessies voor windmolens, zonne-energieparken, etc. Kortom, dit zijn geheel nieuwe inkomstenbronnen uit een duurzame energievoorziening die de overheid kan en moet aanboren. Dit kan de overheid miljarden euro’s per jaar opleveren.
Kortom, het meest overtuigende argument voor een versnelde transitie naar duurzame energie is dus het economische argument. Sterker nog: iedereen die de overgang naar duurzame energie (bewust of onbewust) vertraagt, blokkeert daarmee de economische vooruitgang van Nederland. De Algemene Energie Raad doet dat dus ook.
Afgelopen vrijdag kwam de Raad met een slappe reactie dat zij slechts een waarschuwing wilde geven en uiteraard wel de voordelen zag van een groene energievoorziening. Zo’n terugtrekkende beweging rechtvaardigt het opheffen van de Algemene Energie Raad, wat dan ook eind dit jaar gaat gebeuren. Jan Rotmans, Erasmus Universiteit Rotterdam Hoogleraar duurzame transities. Volg Rotmans ook op
Twitter