Kan het Centraal Planbureau alvast een koopkrachtwolk voor jongeren tekenen in 2050? Ik denk niet dat ik deze wil zien
Het debat over het regeerakkoord van Rutte II is gedomineerd geweest door koopkrachtplaatjes. Hoeveel procent een AOW’er er op achteruit gaat en wat het koopkrachtverlies is van de bovenmodale inkomens, we ontkomen er niet aan. Nooit is de interesse zo hoog geweest in de vage koopkrachtwolken die het Centraal Planbureau voor ons tekent. Maar wie denk aan de koopkracht van de jongeren?
In de discussie van de afgelopen weken zijn de maatregelen voor jongeren en starters op de arbeidsmarkt volledig ondergesneeuwd, geheel onterecht. Wij gaan de komende jaren immers de rekening van de crisis dragen.
In het onderwijs worden de studenten gekort op het sociaal-leenstelsel en het verdwijnen van de ov-kaart. Uitwonende studenten die nog net kunnen rondkomen zullen na hun studie een studieschuld met zich meedragen van ongeveer 30.000 euro. Banken hebben vanaf volgend jaar een richtlijn uitgezet om ook de studieschuld mee te laten wegen bij het bepalen van het maximale hypotheekbedrag. Zo kan een starter met een studieschuld bijna 40.000 euro minder gaan lenen. Als er ooit een perfect recept was om de woningmarkt op slot te zetten, dan heeft Rutte II dat hierbij geclaimd. Omscholing door middel van een tweede studie wordt onmogelijk gemaakt door het onbetaalbare instellingscollegegeld (gemiddeld 14.000 euro).
We zullen ook geconfronteerd worden met een veel lager pensioen dan de huidige generatie, die al met pensioen is of nog gaat. Het percentage van het pensioen dat we fiscaal voordelig kunnen opbouwen zal dalen van 2,15 naar 1,75 procent. Werknemers die al een regeling hebben onder het oude fiscaal gunstige regime, behouden deze rechten, wat betekent dat wederom de jongeren deze kosten zullen gaan dragen. Rutte II gunt ons een pensioen dat gemiddeld 35 tot 40 procent is van ons laatstverdiende loon. Hartelijk dank daarvoor.
Aan de beheersing van de zorgkosten wordt vrijwel niets gedaan. De inmiddels afgeschafte inkomensafhankelijke zorgpremie was een maatregel die alleen de lasten zou verschuiven naar de hogere inkomens, maar niet de alsmaar stijgende zorgkosten aanpakte. Het verhaal is bekend en duidelijk: als we niet oppassen zijn we over 20 jaar meer dan de helft van ons bruto-inkomen kwijt aan zorg. En dit kabinet heeft nog geen concrete oplossingen op tafel gelegd om dit te voorkomen.
Het probleem ligt misschien wel in het feit dat nergens in het regeerakkoord het woord ‘jeugdwerkloosheid’ wordt genoemd. Het wordt steeds moeilijker om een baan te vinden op niveau en de lasten worden steeds zwaarder. We moeten langer doorwerken en een riant pensioen is ons niet gegund. Het zou dit kabinet sieren als zij ook de toekomst van de jongeren waarborgt en niet symboolpolitiek voert dat is gericht op het korte-termijndenken. Essentiële zaken als zorgkosten, pensioenen en het onderwijs zullen aangepakt moeten worden.
Kan het Centraal Planbureau alvast een koopkrachtwolk voor jongeren tekenen in 2050? Ik denk niet dat ik deze wil zien.