
Voor kort en bondig, klinkklaar en tot bloedens toe ‘to the point’ is er binnen literair Nederland feitelijk maar één adres. Ook voor alle broodnodige literaire affakkeling en messcherpe duiding der doelgroepen is er maar één landelijk loket, wederom onze hoeders der Vaderlandsche taal; het Amsterdamsch Studenten Weekblad Propria Cures.
Zo verblijdde genoemde club ons afgelopen week weer eens met een fijn stukje statistiek:“ De gemiddelde Nederlander koopt elke dag een komkommer. Vindt ‘De ontvoering van Alfred Heineken’ het beste boek aller tijden en heeft iedere maand vier keer seks in missionarisstand.”.
Duidelijke taal, maar hoe vaak onttrekt uw bestaan zich eigenlijk aan die grijze middenmoot?! Hoe vaak, nu, in uw volwassen leven, vliegt de aarde wel eens onder u vandaan tijdens het schaatsen?
In ons Westerse, zeer geprivilegieerde bestaan vermoedelijk oncomfortabel weinig. Schaatsend door het volle leven hebben wij immers vele subtiele veiligheidsmaatregelen getroffen.
Er is dat morele kussentje in die scherpe bocht, die meeschaatsende partner die zo nu en dan waarschuwt voor een wak dat u even gemist had én natuurlijk die onvermijdelijke ethische kniebeschermer die ons behoedt voor al te abrupte, en vooral ongewenste, knievallen.
Dat begint al tijdens onze jeugdjaren, die heerlijk ongecompliceerde dagen van appelstroop, borden pap en afgezakte sokken. Zorgen waren voor de grote-mensenwereld. Schoolplein en de achtertuin waren de behapbare wereld en gevaar bestond nog niet. Althans geen écht, voelbaar gevaar. Oorlogen werden alleen gevoerd in het Journaal en kranten las je niet, waarom zou je? Er werd gekookt, gewassen en gezorgd. ‘Thuis’ heette dat Utopia.
Toen we uit het Paradijs van de onschuld vielen en het echte leven begon, dekten we ons alsnog in. In het naoorlogse Decadentia werden vaste baan, bezit en zekerheid het credo. We mochten alles worden, omdat alles kon.
Maar ook: Rust, Reinheid en Regelmaat. Eert uw Vader en uw Moeder en ‘Eigen broek ophouden’. Waarden die kaderden en ons deden behoeden voor een nieuwe zondeval.
Onze genotzucht keerde naar dat van zeer oude jazz, zeer oude whiskey’s en fijne sigaren. Handmade in Nigaragua, bale aged en barrel aged, matured in bourbon barrels. Aged 12 years. Vintage. Decadente waanzin, maar wát een smaak. En wat een sfeer.
Het werden de nieuwe onovertroffen ingrediënten voor zeldzaam gelukzalige momenten in een mensenleven, nog slechts overtroffen door de aanwezigheid van zeer oude vrienden. Die vriendschap met anderen is immers de bekroning van de beschaving waarin de ontwikkelde mens berust.
Contemplatie, het stille genot en een gevoel van totale eenwording met de omgeving en het eigen lot brengen de zeldzame innerlijke berusting. Zo heilzaam voor de menselijke geest dat wellicht alleen het lezen van een goed boek zich kan verhouden tot dergelijke momenten.
Verheven gedachten dringen zich op aan de geest die in het dagelijkse leven nauwelijks rust kent. Het ruisen van de stad en het woelen van de maatschappelijke bewegingen ontgaan die mens. Er is slechts plaats voor het momentum waarin e.e.a. wordt genoten. Al het overige is voor later.
De banale werkelijkheid van menselijke zwakte en de sterke behoefte aan ontspanning ligt daaraan uiteraard ten grondslag. ‘Berusting’ ligt biochemisch gezien in de combinatie van zich vernauwende bloedvaten, de bedwelming en het geestelijk loslaten van wereldse besognes. Men ondergaat dat moment waardoor het gevoel een hoge vlucht neemt en de ratio tijdelijk het onderspit delft. Zeldzame momenten, zo noodzakelijk als fysiek lijfsbehoud.
Hoogste goed bij het neerdalen uit eigen verhevenheid blijft; Doe waar u zich goed bij voelt en zorg daarbij vooral dat anderen daar geen last van hebben. (Al naar gelang uw culturele interesse noemt men die gebieden De Hemel, Eldorado, Het Walhalla danwel Shangrila).
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.