Had ik vroeger al niks met de dienstplicht,
inmiddels ben ik er achter dat werken minstens zo erg is
Werken is een hinderlijke onderbreking in de door God gegeven opdracht om van het leven te genieten. Ik heb het nu zo’n jaar of dertig geprobeerd, maar ik kan voorzichtig de conclusie trekken dat er aan werk helemaal niets te genieten valt. Werken? Daar is geen reet aan.
Had ik vroeger al niks met de dienstplicht, omdat je dan tegen je zin in zo’n maand of achttien met een zootje onverstaanbare boerende en schijtende provincialen op één slaapzaal zou moeten doorbrengen; inmiddels ben ik er achter dat werken minstens zo erg is. Erger eigenlijk, want al heb ik het een tijdje volgehouden als ergofoob, inmiddels ben ik al veel te lang akkoord gegaan met de vrijheidsbeperkende maatregel die ook wel met ‘werkgelegenheid’ wordt aangeduid. Gekooid door murw makende maatregelen, bedoeld om je monddood te maken en je productiviteit te vergroten, beroofd en berooid door opgelegde premieafdrachten voor een pensioen waarmee je postuum hooguit de begrafenisondernemer kan afbetalen en klemgezet door de periodieke afdrachten aan en ter instandhouding van de heilsstaat, stel je je tegen beter weten in dagelijks bloot aan een intense inbreuk op je vrijheid, je gezondheid en je privacy.
En omdat we inmiddels zodanig zijn gedegenereerd en afgedreven van ons oorspronkelijke biologische instinct tot overleven, hebben we ons sinds pakweg de middeleeuwen steeds meer laten indoctrineren met het idee dat je alleen door te werken een kans op een aanvaardbaar bestaan maakt. Dat je gemakshalve door het in ruil voor een schijtloon laten prostitueren van je kwaliteiten en vaardigheden een kleine elite in staat stelt het leven door te komen zonder ook maar één poot uit te steken, hebben we geleerd te accepteren. In de hoop dat we zelf ook ooit tot die elite kunnen gaan behoren. Een kans net zo groot of nog kleiner dan het winnen van de Staatsloterij. In feite een luchtspiegeling, zeg maar de kapitalistische vertaling van het hiernamaals.
Omdat uitbuiten en uitknijpen bij de elite in het bloed zit en eenmaal vergaarde rijkdom nu eenmaal dynamisch moet groeien, zoeken zieke geesten in dienst van deze bovenlaag dagelijks naar manieren om nog meer te besparen ten koste van de bestaansvoorwaarden van het gewillige klootjesvolk.
Gewillig, want in hun vlijt om toch maar vooral in het gevlei te blijven van de naast hogere, is menige ‘collega’ bereid om proestend en slikkend door de dunne stront van zijn meerdere te crawlen en er met de vingertjes boven het drab in te blijven watertrappelen totdat het baasje zegt dat het zo wel genoeg is…
Nu hou je dit soort collega’s vanzelf wel op afstand, al was het alleen maar omdat ze van het gelik naar boven ongelooflijk uit hun muil ruften. Maar er is reden te meer om deze anuskruipers te isoleren, omdat ze nu ook namens de baas letten op hoe gezond je door het leven gaat. Een substantieel aantal werknemers vindt het namelijk vanzelfsprekend dat je op je loon gekort wordt als je er een ‘ongezonde levensstijl’ op na houdt.
Hoogstwaarschijnlijk ingegeven door jaloezie, dus omdat ze zelf zo’n schijndood leven leiden en –bovenal- leven om te werken, oordeelt dit grauw maar al te graag over een ieder die nachtbraakt, doorzakt, zich met andere woorden na een bierovergoten dag in de zon ’s nachts nog even laaft aan broodjes shoarma om ten slotte met een opdringerige bierdrol in zijn onderlijf wakker te worden naast een verlopen mokkel met mascaravlekken op haar hoofdkussen.
Als eersten zijn de rokers en mensen met overgewicht aan de beurt. Lekker makkelijk, want die zijn makkelijk te herkennen. Ook al zegt iemand niet meer te roken, dan valt ie zó door de mand: “Zeg, zijn dat nicotinevlekken daar op je klauwen of loop je de hele dag met twee vingers in je reet?”.
Hoewel er wel degelijk gewezen mag worden op de verantwoordelijkheid die je draagt voor je eigen gezondheid, is het nog altijd zo dat de meeste gezondheidsklachten ontstaan door het werk zelf!
Jaarlijks hebben bijna 13 miljoen Europeanen te kampen hebben met werkgerelateerde gezondheidsproblemen. In bijna alle gevallen heeft dat te maken met gebrekkige arbeidsomstandigheden, zoals bijvoorbeeld werken met gevaarlijke stoffen, blootstaan aan straling, langdurig werken in één houding en slechte ventilatie.
Dus door niet te investeren in verbetering van de arbeidsomstandigheden snijdt het mes voor werkgevers straks aan twee kanten: niet alleen besparen zij zich die investering, bovendien brengen ze de werknemer zijn uitval wegens gezondheidsklachten middels loonkorting ten laste.
Kortom, mij zul je niet meer horen klagen. Sterker nog, sinds ik astma heb, ga ik fluitend naar m’n werk!