Het kabinet heeft in december 2010 voorgesteld het aantal omroeporganisaties terug te brengen tot acht. Daarmee zullen nog steeds verouderde structuren in stand gehouden worden alsmede het verzet tegen verdere en noodzakelijke veranderingen, schrijft Koos Kalkman, directeur MultiMediaRaad en lid van de Werkgroep Andere Publieke Omroep.
In juni 2010 presenteerde de Werkgroep Andere Publieke Omroep een plan met een drastische herstructurering van de publieke omroep, als antwoord op de veranderende maatschappelijke, economische en technologische omstandigheden (Nederlandse Publieke Omroep Nieuwe Stijl).
Het huidige omroepbestel wordt al jaren geïnfiltreerd door commerciële doelen en kijkcijfers. De bonte verzameling publieke radio- en tv-zenders worden van A tot Z geprogrammeerd met de hete adem van de commerciële concurrentie in de nek. De publieke omroep is zijn succes openlijk gaan definiëren in termen van commerciële concurrentie, marktaandeel en kijk- en luistercijfers.
Niet alleen staat deze op meer sport en vermaak gerichte ideologie haaks op de kerntaken van de publieke omroep, ze is ook onhoudbaar in een digitale samenleving, waarin de hoeveelheid content bezig is te exploderen.
In het plan krijgt de Publieke Omroep 1 televisie- en 1 radiozender voor nieuws en achtergronden. De televisiezender verzorgt ook teletekst. Daarnaast zorgen 1 televisie- en 1 radiozender voor kunst en cultuur. Deze programma’s en ‘uitzending gemist’ worden ook via een digitale portal gebracht. De nieuwe zenders komen in plaats van de huidige 3 televisie- en 5 radiozenders. De nieuwe televisie- en radiozenders en de digitale portal bevatten geen reclame of andere concurrentievervalsende elementen.