De ene is all- de ander is aut-, laten we elkaar omarmen
Ze zeiden het nog voorzichtig. De relatie tussen allochtonen en autochtonen is er niet beter op geworden de afgelopen achttien jaar. Logisch als je bedenkt dat na de aankomst van de genoemde allochtonen de samenleving met een rotgang is gesegregeerd. Woonden mijn allochtone ouders begin jaren ’80 van de vorige eeuw nog aan de rand van het Amsterdamse centrum naast allemaal klassieke voorbeelden van genoemde autochtonen, tegenwoordig is er in hun portiek in het verre Westen niet één oud-Nederlandse naam te vinden.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau kwam donderdag met een analyse van de verhoudingen tussen echte Nederlanders en de vreemdelingen die zich in hun midden hebben genesteld. Het simpele feit dat de nieuwkomers steeds beter Nederlands zijn gaan spreken heeft niet geleid tot een massale toename van interculturele vriendschappen. Helaas. Daar was blijkbaar meer voor nodig.
Het SCP ziet ook in dat het niet helpt dat mensen niet bij elkaar wonen. Als intussen ook nog kwaad wordt gesproken over en weer, dan komt dat het vertrouwen niet bepaald ten goede. Turken, Marokkanen, Antillianen en Surinamers voelen zich constant gediscrimineerd, achtergesteld, buitengesloten. De ‘echte’ Nederlanders leven in angst voor de anders uitziende, anders denkende, anders etende en pratende vreemdeling. Dit wederzijdse gevoel is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Dat is toch best raar als de mensen elkaar eigenlijk maar weinig zien. Of hé, misschien is het wel juist daarom!
Je zou er bijna verdrietig van worden. Al die decennia, voorbij gegaan zonder dat Jan over de schutting kon kijken bij Mohammed, zonder dat Fatima en Annemarie samen door het park konden fietsen. Dat Henk niet heeft kunnen proeven van die couscous en dat Marjan nooit heeft gewaagd om haar vingers door het kroeshaar van Quincy te halen.
Toch zijn er ook lichtpuntjes, jawel. Als onze vicepremier Lodewijk Asscher ze ziet, goddamit, dan zie ik ze ook. Je kunt wel iets constateren en dan depri worden, klagen, bij de pakken neerzitten, nog maar eens bevestigen naar elkaar hoe erg het allemaal wel niet is. Je kan je ogen sluiten en de conclusie trekken: ik zie dat niet om mij heen. Je kan zelfs je schouders ophalen en denken ‘boeie!’.
Maar je kan ook, zoals onze Asscher, denken, fuck it, we blijven optimistisch. Er zijn dingen fout gegaan, holymoly wat zijn er dingen fout gegaan, maar laten we eraan werken om die te verbeteren. Laten we blijven streven naar een samenleving waarin Jan, Mohammed, Fatima, Annemarie, Quinsy en Marjan elkaar iedere dag even whatsappen: hey hoe gaat het met jou?
In de woorden van onze minister van Sociale Zaken, voornoemde Lodewijk, zo’n SCP-rapport is als een APK-keuring, een momentopname. Maar net als bij een APK-keuring, ontkom je er niet aan om naar de garage te gaan als er iets mis is.
En er zijn ook dingen goed gegaan, laten we dat niet vergeten. Allochtonen beklimmen de maatschappelijke ladder. Autochtonen kunnen daar niet eeuwig hun ogen voor sluiten. Men komt elkaar steeds meer tegen. Ondanks al het gezeik vinden de meeste allochtonen Nederland nog steeds een topland. En ondanks alle allochtonen is 90 procent van de Nederlanders nog steeds gelukkig, dat is dan weer uit een ander onderzoek gebleken.