De Leidense rechtenfaculteit logenstraft het idee dat de academische wereld een links bolwerk is, door een hele groep academici te produceren die we de intellectuele arm van Nederlands islamofobie en conservatisme kunnen noemen
We moeten eens praten over het radicaliseringsbolwerk dat midden in de Nederlandse academische wereld zetelt, dat al jaren een fundamentalistische, racistische visie op de wereld verspreidt. We moeten het over de Leidse rechtenfaculteit hebben.
Radicaal Machteld Zee is het laatste voorbeeld van de extremistische invloed van de Leidse academici. Na gepromoveerd te zijn onder de radicale professor Paul Cliteur, begint ze nu, net als haar andere collega’s, de aanval op ‘de islam’. Van een constatering dat shariarechtbanken soms conservatieve, vrouwonvriendelijke uitspraken doen springt ze naar een bewering dat we vooral kerstbomen neer moeten zetten om ‘islamisering’ tegen te gaan. De islamofobe beweging eert haar al als de nieuwste telg in de academische wereld die hun gedachtegoed komt verspreiden -eerder sprak ze op een colloquium van het rechts-extremistische Vlaams Belang.
Zee is slechts de laatste volgeling van de haatdragende visie van de Leidse haatprofessoren Paul Cliteur, Afshin Ellian en anderen. De bij Cliteur gepromoveerde Thierry Baudet is ondertussen de politieke arm van de extremisten begonnen in de vorm van het Forum voor Democratie, expliciet gesteund door Cliteur. Ook elders in Leiden zien we dit conservatisme, in de vorm van wijlen Hans Jansen, de arabist die namens de PVV in het Europese parlement zat, of de recent gepromoveerde Geerten Waling , die samen met Thierry Baudet een serie conservatieve bijeenkomsten bezocht in de Verenigde Staten.
Links bolwerk Is dat allemaal niet een wat dik aangezette beschrijving van een groep conservatieve, islamofobe academici? Natuurlijk. Maar er zit wel een kern van waarheid in: de Leidense rechtenfaculteit logenstraft het idee dat de academische wereld een links bolwerk is, door een hele groep academici te produceren die we de intellectuele arm van Nederlands islamofobie en conservatisme kunnen noemen.
Dat begint allemaal bij Cliteur, die vorige maand bij Buitenhof nog beweerde dat we democratische grondrechten af moeten schaffen om onze democratie te beschermen. En daarmee bedoelde hij niet de PVV: die is positief, want hij houdt de VVD “op het goede [lees: islamofobische] spoor”. In het Financieele Dagblad vergeleek hij de huidige situatie met de jaren ‘30, waarbij “de radicale islam” gelijk staat aan het nazisme.
Ook Afshin Ellian, hoogleraar aan dezelfde faculteit, heeft een lange geschiedenis van ‘islamkritiek’. Ellian noemt de islam “een in essentie gewelddadige en inhumane religie”. Die overtuiging staat zo vast, dat hij de werkelijkheid best wat geweld aan wil doen om hem te rechtvaardigen.
Geweld Zo betichtte hij imam Khalil El-Moumni een paar maanden geleden van het oproepen tot geweld, nadat El-Moumni in NOVA had gezegd dat homoseksualiteit een ziekte is. Ellian herhaalde die bewering vorig jaar opnieuw, ook al was in 2002 al duidelijk dat de imam in het interview ook had gezegd dat geweld jegens homo’s in strijd was met de islam – dat deel had NOVA echter niet uitgezonden. Dat maakt El-Moumni’s bewering niet minder homofoob, maar ook niet anders dan de standaardpositie van de katholieke kerk, of de SGP. Het CDA stemde in hetzelfde jaar nog tegen het homohuwelijk.
Het conservatieve gedachtegoed aan de Leidense rechtenfaculteit beperkt zich niet tot islamofobie: professor Andreas Kinneging noemde de gelijkheid tussen man en vrouw “een onzinnig idee dat veel schade heeft berokkend”. Tot 1999 was hij onderdeel van het wetenschappelijk bureau van de VVD, die hij verliet omdat hij ze na het vertrek van Frits Bolkestein niet conservatief genoeg meer vond.
Twee van Kinnegings promovendi, Jonathan Price en Diederik Boomsma, kregen in NRC twee jaar geleden nog uitgebreid de ruimte om te beargumenteren dat vrouwen nu eenmaal niet zo veel willen werken, en we maar niets meer aan genderongelijkheid in Nederland moeten doen. (Hoe zit het dan met al die andere landen die veel meer vrouwen aan de top hebben?)
Conservatisme Kinneging runt tegenwoordig de conservatieve Edmund Burke stichting, waar Cliteur, Ellian en andere Nederlandse conservatieven als Joshua Livestro ook aan gelieerd zijn. Die stichting heeft als missie om het conservatisme te verspreiden. Een van de doelstelling is “to train students in conservative thought”, zo valt op hun website te lezen. Islamitisch conservatisme is dus een bedreiging voor het westen, maar seculier conservatisme moeten we blijkbaar omarmen en actief verspreiden onder studenten. Hoogleraar Bart Labuschagne zei eerder dat deze activiteiten de indruk wekken dat de rechtenfaculteit “een bijkantoor is van de Burke stichting”.
Dat (delen van) faculteiten een ideologische kleur krijgen is niet verrassend, en tot op zekere hoogte zelfs onvermijdelijk. De notie van een wetenschapper die slechts met neutrale observatie en analyse bezig is ging met het postmodernisme al het raam uit. ‘Neutraliteit’ is vaak weinig anders dan het eens zijn met de heersende norm, een poging om de eigen ideologie onzichtbaar te maken.
Politiek ideologie Het opvallende aan de ideologen van de Leidse rechtenfaculteit is echter juist dat zij vaak de zogenaamd linkse academie en ‘elite’ aanvallen op het hebben van een politieke ideologie. Cliteur zegt bijvoorbeeld in zijn verkiezingsspotje dat “universiteiten te veel een ideologisch bolwerk” zijn geworden. Een bizarre bewering van iemand die zo centraal in het conservatieve deel van de academie staat.
Dit is een standaard- move op rechts: wetenschappers bedrijven ideologie, zodra zij het met hen oneens zijn. Zij zelf doen dit natuurlijk niet. De UvA commissie diversiteit doet “ideologische” voorstellen en Edward Said’s Orientalism was doordrenkt van “politieke vooroordelen”, aldus Ellian.
Dat over Cliteur-adept Machteld Zee op een prive Facebook-thread door academici wat lacherig wordt gedaan, vindt politicoloog Dieuwertje Kuijpers respectloos, ‘schandpalen’ (wat is het publiceren van een prive-conversatie dan?) en een bedreiging voor de ‘wetenschappelijke vooruitgang’. Zelf noemde zij samen met de eerder genoemde Waling vorig jaar het academisch discours rond privilege, machtsstructuren en postkolonialisme ‘waanzin’ – en dan niet in een prive-draadje, maar gewoon, in De Volkskrant.
Hypocriete retoriek Dat dit hypocriete retoriek is moge duidelijk zijn, maar het dient natuurlijk wel een doel: ‘links’ wordt ideologisch, rechts conservatisme een logisch, neutraal wereldbeeld. Hoezo heb je geen hekel aan de islam? Je wordt gewoon geleid door je ideologie.
Het probleem van de Leidse rechtenfaculteit is niet noodzakelijk dat hij bestaat, maar dat hij zo onopgemerkt blijft. Buiten wat activistenblaadjes en linkse websites wordt er amper over de connecties binnen rechts, conservatief Nederland gesproken – terwijl het wereldje heel klein is, en de zelfde witte, oude mannen constant terugkeren.
Zoals Lili Loofbourow eerder opmerkte , je kan een ding pas bestrijden op het moment dat je het kan benoemen. There’s power in naming. Daarom maakt GeenStijl constant gebruik van een hele collectie aan benamingen en beschimpingen, die associaties en verbindingen impliceren. Het feit dat Cliteur en co. zo vaak buiten beeld blijven als het ideologisch draagvlak van elitaire islamofobie, zorgt ervoor dat zij zonder al te veel weerwoord of aandacht hun werk kunnen blijven doen.
We weten dat Cliteur en co. er zijn. We weten dat zij een uitgebreid netwerk en opleidingscentrum hebben, en dat zij verbonden zijn aan veel conservatisme en islamofobie in Nederland. Laten we ze ook eens een naam geven. Ik vind ‘Leids radicaliseringsbolwerk’ wel een goede.