De Amsterdamse raad zoekt een alibi voor het massaal doden van damherten, als een soort preventieve euthanasie op gezonde dieren
Het schaakspel rond de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen nadert het eindspel. Omdat het afschieten van gezonde dieren gevoelig ligt in een diervriendelijke gemeente als Amsterdam heeft wethouder Gehrels een list bedacht om afschot beter verkoopbaar te maken.
Rewilding Europe krijgt even om een offerte te maken voor een volstrekt onrealistisch plan om de damherten te verplaatsen naar de Balkan. Niet omdat de dieren daar veilig zouden zijn, maar omdat hun dood daar ver buiten het gezichtsveld van Amsterdamse kiezers zou plaatsvinden.
En meer nog: de kans is groot dat de publieke verontwaardiging over een migratieproject – volgens de Telegraaf een jaarlijks terugkerende kostenpost van meer dan 26.000 euro per 80 verplaatste herten – zoveel maatschappelijke verontwaardiging oproept dat schieten verkoopbaarder wordt dan publiek geld over de balk smijten. Dat vangen en vervoeren van de herten alleen al uit oogpunt van dierenwelzijn volgens deskundigen volkomen onverantwoord zou zijn, lijkt Gehrels niet te deren.
Natuurlijke dood Toch is het niet moeilijk in te zien dat migratie net zo zinloos is als afschot van gezonde dieren. In beide gevallen wordt er ingegrepen in de populatiedruk en zal er sprake zijn van forse jaarlijkse aanwas, wanneer daar genoeg ruimte en voedsel voor is. In het afgelopen jaar stierf 10 procent van de herten een natuurlijke dood. Om die te voorkomen kiest Gehrels met VVD en CDA liever voor een onnatuurlijke dood voor 70 procent van de populatie. Ingrijpen door jagers die gezonde dieren schieten is dweilen met de kraan open. Afschot leidt tot extra veel jongen. Op de Veluwe poogt men jaarlijks het aantal dieren tot een derde terug te brengen, de aanwas van jonge dieren ligt op ruim 50 procent, het dubbele van de aanwas van edelherten in de Oostvaardersplassen. Alleen als dieren daar fataal verzwakt raken, vindt afschot plaats. Dat leidt tot een aanwas en sterfte van zo’n 25 procent.
Wegen Er zal er op een andere manier naar de damhertenpopulatie gekeken moeten worden, zonder blindstaren op hoeveel damherten er zijn. De Waterleidingduinen bieden voldoende ruimte aan de huidige populatie die al jaren niet meer groeit. Voor het principe ‘Stuur met de natuur!’ zijn wel rasters nodig. Zodra de herten toegang hebben tot voedselrijker terrein zullen ze dat bezoeken, met aanwas als resultaat. En ja, dan steken ze wegen over. Daarom zijn er rasters rond leefgebieden die uiteraard zoveel mogelijk met elkaar verbonden moeten worden. Onderzoek toont aan dat de natuur op dit moment niet achteruit gaat door de damherten. Sterker nog, de dieren hebben een positief effect op de natuur. Als het onzalige plan van de wethouder doorgang vindt, dan zullen er vermoedelijk andere dieren als natuurlijke grasmaaiers ingezet worden onder het mom van natuurbeheer.
Preventieve euthanasie op gezonde dieren Jagers rechtvaardigen hun hobby handig. De jager als redder in nood, die gezonde dieren euthanaseert om ondraaglijk lijden te voorkomen. Ze vatten hun activiteiten samen onder de noemer ‘beheersjacht’ en wijzen op de wreedheid van de natuur die zij met hun geweer zouden kunnen voorkomen.
Het pleidooi dieren te schieten in de kracht van hun leven opdat ze niet behoeftig worden; dit is het omgekeerde Bambi-denken dat vraagt om een weerwoord. Dit denken domineert nu de discussie en is gefabriceerd door partijen die weten dat ze zich niet populair maken bij de Amsterdammers door gezonde herten de kogel te geven zonder noodzaak. De natuur kent geen ‘te veel’ of ‘te weinig’. Dat bestaat alleen in het ‘superieure’ menselijke ‘gezond verstand’.
In de natuur zal het altijd zo zijn dat zwakke dieren sterven als gevolg van voedselgebrek, extreme weersomstandigheden of predatoren. Dat lot treft kleine dieren zoals egels, roodborstjes en mezen waarover men eigenlijk weinig hoort hoewel elke winter veel dieren van deze soort sterven, maar ook grote hoefdieren die meer tot de menselijke verbeelding spreken.
Elk jaar worden in ons land twee miljoen dieren voor het plezier van een handjevol jagers doodgeschoten en minstens zo veel dieren aangeschoten. Meer dan 70 procent van de Nederlanders wijst de plezierjacht af, terwijl minder dan 0,2 procent van de Nederlanders jaagt. En toch krijgen de jagers de laatste jaren van wisselende coalities hun zin.
Laten we de Waterleidingduinen vrij houden van hobbyisten met geweren. De natuur kan heel goed bepalen hoeveel ze te bieden heeft aan damherten en de populatie zal zich vanzelf, zonder afschot, stabiliseren, zoals ook bij de reeën gebeurde. Ook toen dreigden de jagers met rampscenario’s, ook daar leverde de natuur een stabiele oplossing zonder menselijke tussenkomst.