Sinds eind jaren negentig woont in de VS een Turkse imam. Hij heet Fethullah Gülen en heeft ondanks zijn afwezigheid veel invloed in Turkije. Niet alleen op de regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) van premier Erdogan, maar bijvoorbeeld ook op de politie en het onderwijs. Veel belangrijke posities in Turkije worden dan ook door Gülenaanhangers bekleed. Met bovenaan president Abdullah Gül, die zich er niet voor schaamt een trouw volgelingen van Gülen te zijn.
Ook buiten Turkije doet Gülen het goed. Omdat hij zich uitspreekt voor dialoog tussen culturen en religies, geweldloosheid, tolerantie en een ‘gematigde islam’. Daardoor weet hij talloze deuren voor zich geopend, wat hem in staat stelt wereldwijd scholen te vestigen om zijn opvattingen te verspreiden. Zoals in de VS, waar softwaremiljardair Bill Gates tien miljoen dollar schonk voor Gülenscholen in Texas. In Nederland is Gülen via de Stichting Cosmicus eveneens tot het onderwijs doorgedrongen. Betrokkenen spreken een directe band tegen, maar dat is een wel erg oppervlakkige bewering, omdat de connecties met Gülen voor het oprapen liggen. De Nederlandse Gülenscholen worden zelfs gesubsidieerd, onder andere omdat de regering ze als een probaat middel tegen radicalisering van Turkse jongeren beschouwt. Ook de kritiek op de Gülenbeweging in 2008 tijdens
TV-programma Nova kon er niet voor zorgen dat de subsidiekraan werd dichtgedraaid. De man roept op tot tolerantie en dialoog en had in dat kader zelfs ontmoetingen met paus Johannes Paulus II en verschillende joodse leiders. Wat wil een mens nog meer? Het viel te verwachten dat Gülen na de recente aanslagen door de Koerdische PKK in Turkije wederom zijn gebruikelijke betoog voor dialoog af zou steken. Had voor de hand gelegen, want alleen via een dialoog tussen de Turkse regering en de PKK kan een einde komen aan het geweld over en weer. Maar niets daarvan, want Gülen verspreidde via zijn website herkul.org een toespraak over de PKK, die hij besloot met het volgende gebed: ‘Zij die afstraffing verdienen. God, voer hen naar chaos, beëindig hun vrede. Steek hun huizen in brand en laat hen jammerend achter. Snijd hen bij de wortels af en laat hen verdwijnen. Vervul de opdracht.’ Gülens aanhangers herkennen in de woorden van hun meester nimmer enig kwaad, omdat ze hem tot in het oneindige idealiseren. In die zin zijn zij dan ook leden van een onvervalste sekte. Naar de buitenwereld waren Gülens discipelen in dit geval echter niet geheel zeker van hun zaak. Gülens Turkse krant Zaman nam de genoemde passage uit zijn toespraak weliswaar over, maar de Engelstalige versie, Todays Zaman, liet dit achterwege. Niet ten onrechte, want een ieder buiten de Gülenbeweging leest hier al snel een oproep tot moord. Wat wil Gülen? Een terugkeer naar de jaren negentig, toen de Turkse regering een burgeroorlog in Zuidoost-Turkije ontketende en het leven van de Koerden in dit gebied tot een hel veranderde? Het heeft er alle schijn van en dat plaatst vraagtekens bij zijn pretenties. Want wat Gülen in zijn toespraak zei heeft niets met tolerantie en dialoog te maken.