'In Amerika begrijpt men dat politiek gaat over het verspreiden van een wereldbeeld, in Nederland is het publiek debat versmald tot beleidsvoorstellen'
Afgelopen week werd voorgesteld om de sluiproute dicht te gooien waarmee erfbelasting via een familiebedrijf ontdoken wordt. Het voorstel heeft het niet eens 24 uur uitgehouden: het Nederlandse grootkapitaal sprong er meteen op om deze inperking van zijn belastingvoordelen tegen te houden. Onder aanvoering van VNO-NCW-voorzitter Wientjes werd het plan afgeschoten. Min of meer tegelijkertijd kreeg de zaak van de gewone man ook in Amerika een tegenslag te verwerken: de Republikeinen stemden tegen de door Obama voorgestelde verhoging van het minimumloon.
Na de eerste tegenslag bleef het oorverdovend stil in Nederland. Afgezien van wat nagepraat op Twitter was er niemand die zich er meer druk over maakte. Het contrast met Amerika is levensgroot. Daar brak na het wegstemmen van de loonsverhoging onmiddellijk een door de Democraten gecoördineerd media-offensief los. Mijn Facebook-tijdlijn werd gevuld met infographics waaruit bleek dat een overweldigende meerderheid van de Amerikanen voor een verhoging van het minimumloon was, dat de koopkracht van het minimumloon beneden alle peil was, enzovoort. Wat mij opviel was de grote spreiding qua toon: dat ging van het platte ‘congresleden verdienen zus-en-zoveel keer het minimumloon, waarom gunnen ze ons niks?’, tot gedetailleerde informatie over hoeveel economische groei en extra banen de Republikeinen op deze manier weggegooid hadden.
Bakzeil Het verschil laat zien hoe benepen de Nederlandse politiek geworden is: in Nederland is politiek versmald tot het binnenhalen van zo veel mogelijk beleidspuntjes. Vanuit het oogpunt van een Nederlandse politieke insider heeft Wientjes het goed gespeeld, het kabinet heeft bakzeil gehaald en daarmee is de kous af. Dat is het spelletje en groter is de wereld niet. Wie de gewone man bij dit soort discussies betrekt, doorbreekt de Haagse mores. Glas, plas, was, volgende kwestie.
De Democraten doen juist hun best om de gewone burger zoveel mogelijk bij het besluitvormingsproces te betrekken. Ze hebben het principe ‘ change comes from the outside ‘ omarmd, de gedachte dat de dingen alleen veranderen door druk van buitenaf. Daarvoor is het nodig dat je je verliezen gebruikt om de boel op scherp te zetten. Het feit dat zo’n redelijk voorstel als het dichten van een belastingsluiproute het niet eens een dag uithoudt, laat zien hoe groot en georganiseerd de macht van de rijken is, en hoe ver weg het moment is dat die macht gebroken wordt.
Wereldbeeld Nu zou je natuurlijk kunnen zeggen dat de Democraten meer geld hebben dan links in Nederland. Dat is helemaal waar, maar het raakt niet aan de kern van de zaak. Het verschil zit ook in hun conceptie van wat politiek is: In Amerika begrijpt men dat politiek gaat over het verspreiden van een wereldbeeld. In Nederland is het publiek debat versmald tot beleidsvoorstellen.
Als we werkelijke veranderingen willen scheppen, moet eerst dat anders. Dat ons niet lukt het verband tussen beleid en wereldbeeld te leggen laat zien hoeveel verbetering in organisatie en politieke techniek er nog nodig is voordat we echt vaart kunnen maken met het voeren van linkse politiek.