De discussie over Zwarte Piet beperkt zich niet tot de merites van Nederlands belangrijkste feest. Zij speelt zich ook af op een ander theoretisch niveau. In brede zin staan er rond het sinterklaasfeest twee visies tegenover elkaar: ‘Zwarte Piet is racisme’ en ‘je ziet het allemaal verkeerd’.
Je kunt dit ook anders formuleren: “Ik neem Zwarte Piet waar en hij straalt racisme uit.” Het tegenargument luidt: “Jij neemt Zwarte Piet waar en je legt er zélf het racisme in.” Het is duidelijk dat de discussie op zo’n manier nooit tot een goed einde kan raken.
Dat komt omdat de deelnemers aan het debat fundamenteel van mening verschillen over hoe een betekenis ontstaat. Zit die in een boodschap, of zit die in de waarnemers zelf? Bijna alle opiniestukken over deze kwestie – inclusief de mijne – draaien in feite om deze essentiële filosofische kwestie. Het gaat om wat er niet staat
Er is nog een derde manier om naar deze kwestie te kijken. Ze is in Frankrijk en de Verenigde Staten populair gemaakt door denkers als Jacques Derrida en Roland Barthes. Om in de sfeer te komen eerst een belangrijke stelling van Derrida: alles wat gezegd wordt is eigenlijk tekst en een wezenlijk element van een tekst is, wat er niet gezegd wordt.
Als je hier wat dieper over nadenkt, blijkt het een tandenstukbijter van jewelste. Pas het maar eens toe op de intocht van de Sint: “Belangrijk is wat er tijdens die intocht niet getoond en niet gezegd wordt.”
Barthes constateerde daar bovenop dat boodschappen – tekst, beeld, geluid of een combinatie daarvan – uiteenlopende betekenissen laten zien. Een mooi voorbeeld is een lachende Zwarte Piet met gouden oorringen: kindervriend, vrolijkheid, slaaf, karikatuur van een zwarte, trouwe knecht. Quinsy Gario stelt de slaaf, de karikatuur van de zwarte centraal. Henk Westbroek ziet de vrolijke kindervriend met zijn grappige oorringen.
Betekenaars Een boodschapper probeert er natuurlijk voor te zorgen dat de door hem gewenste betekenis(sen) waargenomen worden. Zo’n boodschap – een tekst, een clip, een song – bevat, stelde al een eeuw geleden de Franse onderzoeker De Saussure betekenissen, elementen of signalen, die een bepaalde betekenis suggereren. Als zij maar krachtig genoeg zijn en/of goed samenhangen doen ze dat op een heel dwingende manier.
De gouden ringen van Zwarte Piet zijn zulke betekenaars. Brengen betekenaars de waarnemer altijd naar de gewenste betekenis? Lang niet. Velen vinden de oorringen van Zwarte Piet immers juist geen fraaie versiering maar wel een teken van onderdrukking en slavernij. Conclusie: hoe betekenaars inwerken op de waarnemers, verschilt van persoon tot persoon.
Alle betekenissen evenveel waard De visies van Barthes en De Saussure leiden tot het vermoeden dat betekenissen geen zelfstandig leven leiden maar ontstaan in wisselwerking tussen de boodschapper en de ontvanger. Dit wil zeggen dat een en hetzelfde beeld net zoveel betekenissen oproept als er waarnemers zijn en dat die in principe allemaal evenveel waard zijn. De enige juiste betekenis bestaat niet. Zwarte Piet krijgt op die manier talloze betekenissen. Je kunt niet bepalen welke de enige juiste is. Je kunt hoogstens vaststellen of een boodschapper erin geslaagd is veel of weinig ontvangers van zijn boodschap naar de door hem gewenste betekenis te leiden.
Een aantal betekenaars van het sinterklaasfeest hebben op Quinsy Gario en zijn aanhangers een heel ander effect: zij zien geen vrolijk kinderfeest maar bespotting en het planten van racistisch zaad.
Uitleg is echter ook een betekenaar. Je kunt aan tegenstanders van Zwarte Piet erbij vertellen dat zijn uiterlijk niet bedoeld was om zwarten in de maling te nemen. Zo ontstaat een nieuwe vraag: hoe serieus moeten wij uitleg nemen als betekenaar?
Anders geformuleerd: hoor je uit te gaan van oprechtheid bij de ander? Moet je die geloven als hij vertelt welke betekenissen hij met zijn kleurrijke optocht probeert over te brengen en welke niet.
Deze vraag klemt te meer als het om boodschappen of beelden gaat die niet tot stand komen om jou te bereiken. De tonelen bij de intocht zijn bedoeld voor wie het sinterklaasfeest mee wil vieren en niet om aan de hele wereld een visie over te brengen omtrent de karakteristieken van bepaalde etnische groepen. Je komt toch langs, je ziet alles, je maakt je kwaad. Waarom zou je eigenlijk zo negatief reageren, als je te horen krijgt dat het feest zo niet bedoeld is als jij dacht?
Ik laat deze vraag open en maak slechts de volgende opmerking: Iedereen hecht betekenis aan wat hij hoort, ziet en meemaakt op grond van zijn referentiekader, of liever gezegd het geordende samenstel van kennis, ervaringen en herinneringen die in het geheugen zijn opgeslagen, op wat hij of zij in zijn leven heeft geleerd.
Het maakt een mens wijzer en effectiever als hij beseft dat het eigen referentiekader niet alleenzaligmakend is. Daarom is het heel goed de referentiekaders van anderen te kennen, als je de juiste conclusies wilt trekken omtrent zijn bedoelingen. Anders ligt het vooroordeel op de loer.
Dit is allemaal niet diepgaand. Het is nogal common sense , maar het is wel bruikbaar. En het helpt net zo goed om te beseffen dat er achter de discussie rond “Zwarte Piet is racisme” veel meer zit dan je op het eerste gezicht zou denken.