RTV Noord-verslaggever Goos de Boer kreeg tijdens de ongeregeldheden in Haren klappen van de ME. Na enige dagen nadenken heeft Goos besloten toch aangifte te doen. In dit blog legt hij uit waarom.
Ben er uit. Na lang wikken en wegen. Ga toch aangifte doen tegen de politieman die me op de grond werkte bij de Slag van Haren. Zeker niet omdat Barbertje moet hangen. Integendeel. Wel om duidelijk te maken dat mensen die hun werk doen ongemoeid dienen te worden gelaten. Zelfs in hectische omstandigheden.
Eerst iets over de ‘Plaats Delict’. Die bevond zich niet midden in het strijdgewoel. Voelde de uitbarsting al van verre aankomen, dus tijdig een plekje opgezocht in tuin op de hoek van de veelbesproken Stationsweg. Heb vanaf daar in één lange take live verslag op radio (en later ook tv) gedaan. Met toestemming van de bewoner; die naast me stond met een hockeystick om lijf & goed te beschermen. Stond daar betrekkelijk veilig. En – nog belangrijker – stond niet tussen de op hol geslagen idioten en stond zeker niet de politie in de weg.
Zag daar ook dat het wel erg lang duurde voordat versterking arriveerde. Ben toen die er uiteindelijk kwam opzij van het huis in de tuin gaan staan om overzicht te houden. Ver van de oprukkende eerste lijn ME-ers en relschoppers. Alleen. En vooral ook herkenbaar, met (door politie erkend) helblauw pershesje, microfoon en koptelefoon. En juist daar werd ik volkomen onverwacht en zonder waarschuwing neergetikt.
Op dat moment is er geen tijd om daar lang bij stil te staan. Snel opkrabbelen en vooral doorpraten (was en bleef live in uitzending). Nu de stof is opgewaaid draai je die film nog eens af. Tuurlijk begrijpen we de wedstrijdspanning bij de belager. Alle begrip. Maar toch ook een onnodige actie.
Hulpverleners komen regelmatig in het nauw bij incidenten. Idioterie ten top en absoluut onacceptabel. Zij doen gewoon hun werk. Dat geldt dus ook voor journalisten, hoewel hun positie anders is. Doen ook hun werk soms onder extreme omstandigheden, zoals in Haren. Was daar echt niet uit sensatiezucht. Geloof me: het was ook voor ons bepaald geen pretje.
Hoorde uit betrouwbare bron dat zelfs in het crisiscentrum de radio voluit aan stond. Net als op politiebureaus, het gemeentehuis en zelfs in ME-busjes onderweg naar Haren. Het eigen communicatiesysteem C2000 haperde weer eens, zo onthulde het Dagblad van het Noorden vanmorgen al. Maar ook voor veel ongeruste ouders/hulpverleners en familie van politiemensen en hulpverleners was de radio een van de weinige betrouwbare informatiebronnen. Zo niet de enige. Mogen we dan vragen in elk geval niet opgejaagd te worden?
En voor de goede orde. Die bescherming was er later overigens wel. Politiemensen die ondanks de hectiek me hielpen, informeerden, waarschuwden en op veilige plekjes wezen. Ook dat moet gezegd. Derhalve zou je kunnen zeggen dat die paar tikken een incidentje was. Is ook zo. Zeker afgezet tegen de enorme ellende die de inwoners van Haren over zich hebben uitgestort hebben gekregen. Maar er is nog wat anders dat uiteindelijk doorslaggevend is voor het besluit toch aangifte te doen. En dat is een hernieuwde kennismaking met mijn belager diep in de Harense nacht. Nadat eindelijk (en ook tot mijn opluchting) de rust wat was teruggekeerd en de klus er op zat, kwam hij opnieuw op me af lopen. Nu zonder wapenstok, maar samen met collega. Zijn eerste woorden: ‘Ik had je toch gewaarschuwd en mijn collega is getuige.’ Jawel. Helaas voor hem: we waren al heel lang live op de zender en er zijn dus honderdduizenden getuigen die het tegendeel kunnen aantonen.
Vooral de toon was niet oke. Dat was er eentje in de stijl van ‘politie-tegen-overtreder’. Had hij gezegd ‘sorry, het was allemaal zo hectisch’, was deze blog nooit geschreven en er al helemaal geen aangifte gedaan. Nee, we vragen niet om maatregelen. Mijn belager en zijn collega’s hebben onder vreselijke omstandigheden hun werk gedaan. Van deze kant: diep, diep respect. Maar mogen wij dan ook een klein beetje respect terugvragen. En vooral hopen dat een aangifte effect heeft voor een volgende keer, waar dan ook in den lande. Opdat het blauwe hesje waarin ik en mijn collega’s bij dit soort omstandigheden rondlopen, de volgende keer wél de waarde krijgt die het verdient.
Opinie Yannick La Gordt Dillié: Haren was nog maar het begin Opinie Patrick van Veen: Kudde op drift in Haren Opinie Vincent van der Vlies: Hoe Haren een Titanic werd