Een waarheidscommissie kan zich richten op de Koerdische en Armeense
kwesties en licht werpen op
de verstrengeling tussen politiek, overheidsdiensten en extreemrechtse
georganiseerde misdaad
Veel landen hebben te kampen met duistere pagina’s in het verleden waar nog onvoldoende duidelijkheid over bestaat. Als zo’n land schoon schip wenst te maken is het een goede zaak tot een waarheidscommissie te komen.
Dat gebeurde eerder onder andere in Argentinië, Chili, El-Salvador en Zuid-Afrika. Ook in Peru werd in 2000 een waarheidscommissie samengesteld. Dat gebeurde na het vertrek van de corrupte Alberto Fujimori, die tijdens zijn bewind een bloedige oorlog uitvocht met onder andere het Marxistisch-Leninistische Lichtend Pad. Daarbij kwam het tot een groot aantal mensenrechtenschendingen, variërend van verkrachtingen en martelingen tot moord. De Peruviaanse waarheidscommissie analyseerde hoe het kon gebeuren dat aan beide kanten zoveel slachtoffers vielen. Dat deed men door direct betrokkenen te verhoren.
De voorzitter van de waarheidscommissie in Peru, Katya Salazar, bezocht kort geleden de Turkse hoofdstad Ankara. Salazar ziet nogal wat overeenkomsten tussen haar land en Turkije waar het mensenrechtenschendingen betreft. Dat heeft haar tot de uitspraak gebracht dat Turkije eveneens in aanmerking komt voor een waarheidscommissie. Geen gek idee, want het ligt voor de hand dat tal van zaken door een dergelijke commissie behandeld zouden kunnen worden. Zo zou een waarheidscommissie zich kunnen richten op de Koerdische en Armeense kwesties. Daarnaast zou langs deze weg licht geworpen kunnen worden op de verstrengeling tussen politiek, overheidsdiensten en extreemrechtse georganiseerde misdaad. Met dat laatste werd Turkije in 1996 geconfronteerd naar aanleiding van het zogenaamde Susurluk-incident. Vervolgens kwam het weliswaar tot een commissie om deze kwestie te onderzoeken, maar tal van redenen suggereren dat deze haar werk maar tot op bepaalde hoogte kon uitvoeren. Als gevolg bestaan er tot op de dag nog talloze vragen. Een waarheidscommissie zou in dit verband veel goed werk kunnen doen.
Hetzelfde geldt voor de moorden, martelingen en andere mensenrechtenschendingen die sinds de jaren tachtig zijn gepleegd in Zuidoost Turkije. Dat heeft de pro-Koerdische Partij voor Vrede en Democratie (BDP) er al eens toe gebracht de oprichting van een waarheidscommissie voor te stellen. Verder heeft Sezgin Tanrikulu, een parlementslid van de Republikeinse Volkspartij (CHP), voorgesteld een waarheidscommissie in te stellen om de moorden en vermissingen na de staatsgreep van 1980 te onderzoeken. Een commissie die verder gaat dan de parlementaire commissies die daartoe eerder van start zijn gegaan. Op zich eveneens een goed plan, zeker als bijvoorbeeld ook de Amerikaanse bijdrage (lees CIA) aan de coup van 1980 aan de orde zou komen. Nog beter is het echter als een commissie in een klap al de zwarte pagina’s uit het Turkse verleden aan de kaak stelt. Precies zoals Katya Salazar nu voorstelt op basis van haar positieve ervaringen met de waarheidscommissie in Peru.
Aan een waarheidscommissie in Turkije zijn alleen maar voordelen verbonden. Zo zou het rechtvaardig zijn ten aanzien van hen die in het verleden slachtoffer zijn geworden van de verschillende misstanden. Bovendien zouden de bevindingen een goede les kunnen bieden ten aanzien van de toekomst, om te voorkomen dat beruchte situaties uit het verleden zich zullen herhalen. Een ander punt is dat een waarheidscommissie het uitstekend zou doen richting buitenland. Het zou de indruk vestigen dat Turkije er veel aan gelegen is om met een schone lei naar de toekomst te kijken. Zeker als die waarheidscommissie ook voor een deel betrekking heeft op het heden. Ten aanzien van het beeld over Turkije binnen de EU zou een dergelijke initiatief zelfs wel eens wonderen kunnen doen.
Helaas zijn uit de richting van de regerende AK-partij vooralsnog geen geluiden hoorbaar over een waarheidscommissie. Dat wil niet zeggen dat de AK-partij zich niet inzet om een herhaling van het verleden te voorkomen. Zo zijn de juridische procedures tegen vermeende samenzweringen als Ergenekon en Balyoz (voorhamer) beslist gericht op het uitsluiten van een volgende staatsgreep. Aan de andere kant is er de kritiek dat onderzoeken in dit verband aangewend worden om het deel van de oppositie dat zeker niet in zou stemmen met een staatsgreep, de wind uit de zeilen te nemen. Een algemene waarheidscommissie kan die indruk wegnemen. Door het uitblijven van een dergelijk initiatief ontstaat een beeld waarin de AK-partij niet voornemens is om met werkelijk alle zwarte pagina’s uit de Turkse geschiedenis de confrontatie aan te gaan. Dat laatste kan niet de bedoeling zijn.