Waarom zouden we miljarden aan publiek geld blijven investeren in deze instellingen?
Door: Joanna Zienkiewicz, Agata Troost, Rachel Lara van der Merwe
Deze weken protesteren twee verschillende sectoren tegen overheidsplannen: de spoorwegmedewerkers van ProRail en werknemers in het hoger onderwijs. Het is niet moelijk om te begrijpen waarom we treinen nodig hebben: om van de ene plek naar een andere te komen. Maar waarom hebben we eigenlijk universiteiten nodig? Waarom zouden we miljarden aan publiek geld blijven investeren in deze instellingen?
Net zoals een trein wordt gedreven door een motor, is het Nederlandse hoger onderwijs een vaak vergeten, maar onmisbare motor van onze samenleving. Het hoger onderwijs draagt bij aan de groei en de innovatie die nodig is in de maatschappij. Ook als je zelf geen hoger onderwijs hebt gevolgd, profiteer je dagelijks van diegenen die hoger onderwijs gevolgd hebben en van het onderzoek dat daar wordt uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan:
• De steeds verbeterende technologie en technieken die je tandarts gebruikt;
• Het veilige en strategische ontwerp van de wegen waarop je rijdt en de wijken waarin je woont;
• De aanpak om pesten op de school van je kind te voorkomen.
Deze en nog veel meer worden ontwikkeld en verbeterd door wetenschappers.
Naast ons dagelijks leven bloeit de Nederlandse economie op dankzij innovatie. Van marketing tot de productie van computerchips, allerlei bedrijven functioneren dankzij de vaardigheden van afgestudeerden en experts uit de Nederlandse academische wereld. Bovendien hebben onze ondernemers, politici en diplomaten Nederland internationaal op de kaart gezet mede dankzij hun opleiding in, geschiedenis, talen en culturen. Deze studies en afdelingen zullen desondanks de eersten zijn die zullen verdwijnen als gevolg van de bezuinigingen.
De enorme bezuinigingen die de regering heeft aangekondigd brengen de Nederlandse welvaart in gevaar. De aangekondigde bezuinigingen staan gelijk aan de sluiting van één grote universiteit. Dit terwijl 69% van de Nederlandse kiezers van alle partijen vindt dat dit een slecht idee is, en 86% universiteiten belangrijk vindt. Ironisch genoeg heeft het kabinet zelf verklaard dat kennis en innovatie de motor van onze samenleving zijn. De tegenstrijdigheid tussen deze verklaring en de plannen om 1 miljard euro te bezuinigen op het hoger onderwijs toont de hypocrisie van onze regering en haar onvermogen om het publieke belang te vertegenwoordigen. Hoe kun je immers meer kennis en innovatie bereiken terwijl je universiteiten sluit of minder wetenschappers aanneemt?
Coalitiepolitici handhaven het stereotype van de ivoren toren van de academische wereld, met een kleine groep geprivilegieerde professoren die door de bezuinigingen worden getroffen. Maar er werken meer dan 65.000 mensen aan universiteiten in Nederland, zowel academisch als ondersteunend personeel, en nog veel meer duizenden aan hogescholen en mbo’s. Al deze mensen worden getroffen door de bezuinigingen, net zoals (toekomstige) studenten en iedereen die afhankelijk is van een gezonde Nederlandse economie.
De meeste wetenschappelijke medewerkers zijn verre van geprivilegieerd. Stelt u een wetenschapper voor - we noemen haar Marieke. Marieke werkt als universitair docent. Haar arbeidscontract is voor 40 uur per week, maar in werkelijkheid werkt ze 50-70 uur om haar taken af te ronden, zonder dat ze daarvoor overuren krijgt uitbetaald. Vandaag zit ze op haar kantoor toetsen te beoordelen van 80 studenten. Ze had haar werk makkelijker kunnen maken door meerkeuzevragen te gebruiken, maar ze wil dat de studenten in hun carrière kunnen toepassen wat ze hebben geleerd, en niet alleen maar feiten uit het hoofd leren. Daarom heeft ze ze gevraagd korte antwoorden te schrijven. Ze geeft ook doordachte feedback, zodat de studenten zich kunnen ontwikkelen en verbeteren, maar dat kost nóg meer tijd. En dit is slechts één van de drie vakken die ze geeft. Daarnaast voert ze onderzoek uit om de kennis in haar vakgebied te vergroten. Daarvoor moet ze veel artikelen lezen, maar ook zelf schrijven. Dit alles om haar baan te behouden, waarbinnen ze voornamelijk wordt beoordeeld op het aantal artikelen dat zij publiceert.
Gisteren had Marieke een gesprek met een angstige student, Joost, die zich zorgen maakt over de aankomende langstudeerboete. Joost heeft veel talent en een goede stage naast een bijbaan in een restaurant. Nu moet hij zich zorgen maken over het halen van al zijn tentamens dit jaar, het behouden van zijn stage, en dat combineren met zijn bijbaan, die hij nodig heeft om zijn kamer te betalen. Marieke vreest dat de extra stress van de boete Joosts prestaties op zijn studie en stage zal beïnvloeden en dat hij uiteindelijk beide zal opgeven.
Zelfs vóór de bezuinigingen wilde Marieke samenwerken met maatschappelijke organisaties en journalisten om haar onderzoek voor een breder publiek toegankelijk te maken, maar daar is nauwelijks tijd voor. Als haar onderwijs- en administratieve taken verminderd zouden kunnen worden door meer docenten aan te nemen, zou dat haar enorm helpen om beter contact te maken met brede lagen van de samenleving, waar zij het verschil probeert te maken met haar onderzoek. In plaats daarvan voert haar universiteit een vacaturestop in vanwege de aankomende bezuinigingen. Vanaf volgend jaar zal ze een extra vak moeten geven, terwijl de helft van een ander vak dat ze momenteel doceert, wordt overgenomen door een onvoorbereide student-assistent. Ze moet deze assistent ook leren hoe hij een goede docent kan zijn – wat haar werklast nauwelijks vermindert.
Waar is Marieke goed voor? Het lijkt erop dat van haar wordt verwacht dat ze overal goed in is. Lesgeven, beoordelen, lezen, schrijven, administratie, praten met journalisten, haar werk uitleggen aan het brede publiek. Bovendien besteden haar niet-Nederlandse collega’s nu veel van hun weinige vrije tijd aan het verbeteren van hun Nederlands naar C1-niveau. Terwijl er steeds meer werk moet worden verricht, is er ook steeds minder steun en waardering.
Hoe kunnen we goede docenten zijn voor steeds angstigere studenten en hen in staat stellen te werken aan een betere toekomst onder deze omstandigheden? Hoe blijven we gemotiveerd werken aan innovatie als we de noodzakelijke fondsen voor ons onderzoek niet kunnen krijgen? Hoe laten we de waarde van onze wetenschap aan de samenleving zien als onze werkweken de gebruikelijke 40 uur overschrijden, soms tot wel 60-70 uur?
Het is tijd om universiteitsmedewerkers zoals Marieke weer als mensen te zien – geen radertjes in de wielen van gezichtsloze instellingen of elitaire intellectuelen in comfortabele posities. Academisch werk is werk. Het kost tijd en geld en het is een motor die de samenleving laat bloeien. Wij, wetenschappers houden van het werk dat we doen: jonge mensen voorbereiden om bewuste burgers van hun gemeenschappen te kunnen zijn, en ons onderzoek continu te blijven ontwikkelen om de wereld een betere plek te maken. Net als elke andere werknemer in de Nederlandse samenleving, verdienen wij gezonde arbeidsomstandigheden en een eerlijke beloning voor ons werk.
Vanwege de geplande rampzalige bezuinigingen hebben wetenschappers jouw steun nodig. Je hoeft zelf geen wetenschapper te zijn om academici in hun protesten te steunen. Doe met ons mee in de strijd om de innovatiemotor draaiende te houden, zodat ons onderzoek en onderwijs Nederland een geweldige plek om te wonen kunnen blijven maken.