De lege stoel van Liu Xiaobo wordt bij de opening van 'Den Haag onder hemel' niet tentoongesteld omdat de Chinese ambassadeur er aanstoot aan zou kunnen nemen
China is hot. De aankomende nummer 1 op economisch gebied wordt steeds sterker. Bedrijven willen dolgraag een graantje van de enorme markt meepikken en reizen en masse af in de hoop op lucratieve contacten en contracten. Nederlandse schrijvers gaan naar de boekenbeurs die in september in Beijing plaatsvindt. Op het wereldtoneel is de politieke invloed van China enorm. En de Chinese tennisster Na Li wint Roland Garros.
Vooruitgang alom dus, zou men kunnen denken. Maar dat zou een vertekend beeld zijn. Want op het gebied van mensenrechten valt de vooruitgang tegen. Amnesty International rapporteert al decennialang over grootschalige toepassing van de doodstraf, oneerlijke rechtspraak, administratieve detentie, marteling in politiecellen en gevangenissen en een nijpend gebrek aan vrijheid van meningsuiting in China. Staatscensuur voor de media en internetcensuur voor de burger maakt een open publiek debat over tal van zaken vaak onmogelijk en soms zelfs gevaarlijk.
In Hong Kong demonstreerden zaterdag tienduizenden mensen. Zij herdachten de slachtoffers die vielen bij de gewelddadige onderdrukking van het studentenprotest op het Plein van de Hemelse Vrede, in 1989. In Beijing demonstreren zou erg gevaarlijk zijn. Die vrijheid is er niet.
Ook kunstenaars zijn niet vrij. De internationaal vermaarde Chinese kunstenaar Ai Wei Wei liet zich kritisch uit over Chinese autoriteiten. Hij stelde bijvoorbeeld dat er bij de aardbeving in 2008 in Sechuan, onnodig veel schoolkinderen om het leven zouden zijn gekomen door het optreden van de autoriteiten. Ai Wei Wei zit nu vast en hij is geen uitzondering. Sinds vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede aan schrijver Liu Xiaobo werd toegekend, werden in China zeker honderd schrijvers, bloggers, journalisten, activisten en hun advocaten geïntimideerd, gearresteerd of ‘verdwenen’ zij simpelweg.
Wereldwijd werd tegen de arrestatie van Ai Wei Wei geprotesteerd. Het Guggenheim museum in New York begon een petitie die door meer dan 110.000 mensen is ondertekend. Salman Rushdie nam het in de New York Times op voor Ai Wei Wei. In Kassel werd gedemonstreerd voor zijn vrijlating, aan de Berlijnse kunstacademie is geprotesteerd, en ook Deense kunstenaars verhieven hun stem. Bij de Biënnale in Venetië wordt gedemonstreerd voor Ai Wei Wei. In Nederland blijft het wat stil. Dat is jammer. Alleen het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Groninger Museum tekenden protest aan tegen de detentie van Ai Wei Wei. Mooi is ook dat museum Singer in Laren met de expositie ‘Facing China’ een zeer onafhankelijke blik op Chinese kunst laat zien.
Maar voor de rest is het stil. Erg stil. Dat is opvallend, want de Nederlandse culturele sector heeft inmiddels veel en warme banden met China. Zo is er komende weken op het Lange Voorhout in Den Haag een beeldententoonstelling van Chinese kunstenaars: ‘Den Haag onder de Hemel’. Amnesty International heeft voorgesteld ‘The Empty Chair,’een kunststuk van de internationaal gelauwerde ontwerper Maarten Baas, bij deze tentoonstelling een plek te geven. Het ontwerp is een ode aan Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo. Hij zit een gevangenisstraf van elf jaar uit, waardoor hij de Nobelprijs vorig jaar niet in ontvangst kon nemen. Zijn lege stoel bij de uitreikingceremonie is symbool geworden van de onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting in China. Maarten Baas liet zich door dit gegeven inspireren.
De Haagsche Sociëteit Pulchri zal de stoel tentoonstellen tijdens ‘Den Haag onder de Hemel’. Dat is mooi. Maar niet op de dag van de officiële opening. En dat is minder mooi. Bij de opening zal namelijk de Chinese ambassadeur aanwezig zijn en die zou aanstoot kunnen nemen aan die lege stoel. Het lijkt alsof in het gezelschap van Nederlandse en Chinese hoogwaardigheidsbekleders de vrije mening geen plaats mag hebben, of de uiting nu uit China of uit Nederland afkomstig is. Ik vind dat bijzonder verontrustend.
Het protest uit de Nederlandse culturele sector tegen dit soort gedwongen zwijgen is tot nu toe van een teleurstellende matheid, uitzonderingen daargelaten. Nederlandse kunstenaars laten tal van kansen liggen om hun vrijheid van meningsuiting uit te oefenen. Dat is wrang. Vooral voor hun Chinese collega’s die het niet verdienen om vergeten te worden, maar die het juist verdienen om gehoord en gezien te worden. Wie wegkijkt en zwijgt laat kunstenaars en andere voorvechters van het vrije woord aan hun lot over. Zij hebben steun nodig, massale steun, om los te komen uit hun benarde positie.