In de vierdelige serie ‘Witte wetenschappers over DENK’ van KRO-NCRV onderzoeken vijf wetenschappers de bestaansgrond van de politieke beweging DENK. De witte mannen onderzoeken of DENK een gat in de Nederlandse politiek weet te vullen, maar ook in hoeverre de partij verbindend werkt. Zo waarschuwt politicoloog André Krouwel: “De kloof tussen allochtone- en autochtone Nederlands wordt juist verdiept.” Hoogleraar kiezersonderzoeker Joop van Holsteijn meent daarom: “Als je hoofdboodschap verbinden is, dan schept dat ook een verplichting voor de stijl die je hanteert.”
DENK wordt onder meer bekritiseerd vanwege de manier waarop de leden in de Tweede Kamer politiek bedrijven. Kuzu en Özturk hebben meerdere keren een hoofdelijke stemming aangevraagd, om op hun Facebookpagina filmpjes te tonen van het stemgedrag van Kamerleden die een anders dan de Nederlandse culturele achtergrond hebben. Hoofdelijke stemmingen over gevoelige thema’s als de Armeense genocide, of de beveiliging van moskeeën.
Politiek gezien is de manier van optreden een slimme, zegt Floris Vermeulen van de UvA. Op die manier weet de partij een bepaalde groep kiezers te mobiliseren. “Je moet hard roepen, anders word je niet gehoord”, aldus Kees Aarts. Volgens Jean Tillie is er iets anders aan de hand: “Andere partijen hebben het laten liggen door enorm in het PVV-vertoog te gaan zitten”. Denk krijgt volgens hem juist voet aan de grond doordat linkse partijen in Nederland onvoldoende antwoord hebben op het debat over immigratie en integratie.