Volgens een nieuw rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau werkt maar liefst 62% van de jonge vrouwen in deeltijd. Voor jonge mannen is dat maar 28%. In de leeftijdscategorie 30-34 jaar blijkt 62% van de vrouwen economisch zelfstandig. Bij de mannen is dat percentage 82.
Zijn dat nou mooie of lelijke cijfers? Vrijheid blijft een illusie zonder economische zelfstandigheid en in dat licht bezien staat een groot aantal Nederlanders er slecht voor. Tegelijkertijd reflecteren deze cijfers de weigering van veel Nederlanders om zich het schompes te werken. Wel zien wij, hoe heel veel mannen zich laten verleiden door het verlangen van de neoliberale maatschappij om alles op te offeren aan de carrière: work hard, houd geen tijd over voor play hard.
Dit rapport zal ongetwijfeld aanleiding geven tot een tsunami van power girls op de televisie die hun seksegenoten beklagen omdat zij niet totaal en fulltime voor hun carrière gaan. Voor zover hun geringe geneigdheid om méér uren te werken economische zelfstandigheid in de weg staat, valt daar iets voor te zeggen. Dan mag er wel een tandje bij. Omgekeerd leren deze cijfers dat bij teveel mannen de kwantiteit voor de kwaliteit gaat. Die kunnen beter wat vaker vrij nemen om te jagen en te vissen en de filosofie te bespreken, om hier even Karl Marx’ versie van het aards paradijs erbij te halen.
Te weinig zal naar aanleiding van dit rapport worden opgemerkt dat er aan de onderkant van de samenleving een groot aantal mensen vele uren moeten werken in slecht betaalde schoonmaakbaantjes of ergens in een hamburgertent om net de touwtjes aan elkaar te kunnen knopen. Dat is ook een element van de hedendaagse werkelijkheid, die in het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau niet tot uitdrukking komt.
En evenmin zal veel aandacht worden besteed aan het onmiskenbare feit dat de vaste aanstelling op zijn retour is ten koste van tijdelijke contracten. Dat heeft, om maar weer met de taal van de oude baardaap te spreken, te maken met de nieuwe fase van het kapitalisme die wij zijn binnengetreden. Alexander Pechtold heeft het graag over werkzekerheid in plaats van baanzekerheid. Om dat te bereiken zijn grote hervormingen nodig maar niet van het soort dat de liberale leider predikt. Om de voorwaarden te scheppen voor een samenleving waarin iedere volwassene economische zelfstandigheid bezit, zijn de volgende maatregelen nodig:
Flexibiliteit en het ene tijdelijke contract na het andere, betekent dat je gemakkelijk moet kunnen verhuizen. Daarom dient het beleid dat de nadruk legt op het eigen huizenbezit, te worden beëindigd. Dat is niet meer van deze tijd. In plaats daarvan dienen er op grote schaal betaalbare huurwoningen te worden gebouwd, zoals dat ook na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. De overheid plaatst obligaties bij de Nederlandse spaarders die op deze manier een beter rendement kunnen krijgen dan nu van de banken. Ideetje van de oude Willem Drees overigens.
De overheid schept voldoende kinderopvang in het hele land zoals ze ook voor voldoende onderwijs zorgt. Financiering op de manier van de basisscholen.
Een vorm van arbeidsloos inkomen stelt mensen in staat de flexibiliteit te tonen die de nieuwe economie van hen eist. Anders zullen de verschillen tussen arm en rijk zo toenemen dat de maatschappij haar stabiliteit verliest. Wat er dan gebeurt, kun je in Rio de Janeiro aanschouwen. En dat is pas écht onbetaalbaar.
Wie een inkomen heeft, betaalt premie aan het grote Nederlandse superpensioenfonds. Het principe van dit pensioenfonds is solidariteit. De uitkering heeft te maken met het aantal jaren dat je gespaard hebt en de inleg.
Als de overheid inkomsten uit arbeid belast, zou dat niet alleen voor mensen moeten gelden maar ook voor gerobotiseerde machines
Om te stimuleren dat mannen en vrouwen ongeveer evenveel uren werken, wordt de werkweek verkort.
Het principe van levenslang leren is niet langer een vaag praatje waar onderwijsbobo’s op congressen de goede sier mee maken, nee het wordt in daden omgezet. Anders raakt ons land gegarandeerd technologisch en economisch achterop.
Natuurlijk, dit is allemaal heel schetsmatig. Toch is dit de richting die Nederland moet kiezen, wil het ten volle kunnen profiteren van de enorme kansen die de eenentwintigste eeuw biedt. Anders grijpt ons land mis en treedt het toe tot de lantaarndragers in de wereldeconomie.