Als er al een man een stofzuiger vasthoudt is het een vrolijke sul. Van kindsbeen af worden we geconfronteerd met stereotypes
Als je genderongelijkheid en stereotypering aan de kaak stelt, loop je tegen muren op en krijg je gemakkelijker de lachers op je hand dan de denkers. Mijn computer sputtert al bij het eerste woord. ‘Vroedman’ krijgt van mijn tekstverwerker een rood afkeuringsstreepje: Word wil dat ik het verander in ‘frontman’ of ‘voetmat’. Maar ja, zelfs als er het sekseneutrale ‘verloskundige’ had gestaan zouden de meesten van ons gewoon aan een vrouw denken.
Gewoon? Gewoontes zijn mooi en makkelijk. Maar soms beperken ze je keuzevrijheid of zit je er die van een ander mee in de weg. Genderongelijkheid kan armoede en ongelijkwaardigheid in de hand werken bij bijvoorbeeld werk, inkomen en ontwikkelingskansen. Het heeft te maken met wijdvertakte en diepgewortelde patronen. Vrouwen verdienen gemiddeld 16,4% minder, moeten vaker genoegen nemen met flexbanen en hebben minder loopbaanperspectieven. En ook hun pensioenrechten zijn juridisch misschien in orde, maar rekenkundig vallen ze slechter uit. Bij de pensioenhervorming die de EU aan Nederland wil opdringen verschuift de aandacht van het staatspensioen (de AOW) naar privépensioenen. Dat daardoor het risico op armoede bij vrouwen toeneemt lijkt de Europese Commissie in het geheel niet te deren.
In het rapport dat ik dinsdag in de vakcommissie voor de rechten van de vrouw en gendergelijkheid heb verdedigd in het Europees Parlement wijs ik er op dat reclame en media een zware verantwoordelijkheid dragen: onophoudelijk bevestigen ze en versterken sociaal-culturele discriminatie. Als er al een man een stofzuiger vasthoudt is het een vrolijke sul. En de technicus die wijst op kalkaanslag is altijd een man. Van kindsbeen af worden we geconfronteerd met stereotypes.
Ook in bijvoorbeeld schoolboeken is het niet beter. En in het bedrijfsleven? Van de grote beursgeoriënteerde ondernemingen is 14% van de bestuursleden vrouw. De overgrote meerderheid van onze parlementen en regeringen bestaat nog steeds uit mannen. Commentaar overbodig.
Ik kreeg ruime steun voor de 18 actiepunten uit mijn ontwerpverslag. Het zal naar verwachting in oktober nog wordt geamendeerd en nog dit jaar in Straatsburg worden vastgesteld. Het is dan 17 jaar na de grote VN-conferentie in Peking en helaas is er nog onvoldoende vooruitgang geboekt.
Gendergelijkheid is een mensenrecht. Het hoort dan ook bovenaan onze agenda te staan. De Europese Commissie vulde vanochtend haar spreektijd echter vooral met mooie woorden die ik helaas moet samenvatten onder de noemer ‘beleidsinput’. Als rapporteur van het Europees Parlement heb ik alle directoraten generaal van de Europese Commissie gevraagd naar hun werkelijke output. Wat heeft u de afgelopen jaren gedaan aan het bestrijden van genderstereotypering en wat gaat u binnen vijf jaar doen? Het resultaat is teleurstellend: mooie woorden, weinig daden. Ik hoop daarom dat er nog goede aanvullingen komen op mijn rapport, de discussie erover eindigt op 10 oktober, de commissiestemming is 6 november en de eindstemming is half december gepland. En wie er trouwens een pakkender woord weet voor ‘genderstereotypering’ zal ik eeuwig dankbaar zijn.