Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Vrijheid van meningsuiting als dogma

  •  
31-07-2013
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
380 keer bekeken
  •  
safe_image
'Als je wordt bedreigd vanwege je mening betekent dit niet dat je gelijk hebt'
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Het is één van de fundamenten van onze democratie. Het is dan ook geen toeval dat er in dictaturen geen vrijheid van meningsuiting is, en dat in landen die zich in steeds autoritairdere richting ontwikkelen de vrijheid van meningsuiting vaak als eerste wordt aangepakt. In Nederland hebben we het al eeuwenlang goed voor elkaar. In de zeventiende en achttiende eeuw werden in het tolerante Nederland veel Franse boeken gedrukt die in het absolutistische Frankrijk waren verboden. Zonder Nederland geen Verlichting. We hebben dus een naam hoog te houden.
Dit gezegd hebbende wil ik toch iets kritisch zeggen over de vrijheid van meningsuiting. Het gevaar van dit grondrecht is, en dat gevaar kleeft aan ieder grondrecht, dat hij wordt verabsoluteerd. Godsdienstvrijheid bijvoorbeeld is een groot goed, maar in Nederland is het brengen van mensenoffers, het afhakken van handen van dieven of het verbranden van weduwen verboden. Bij het grondrecht van gelijke behandeling ligt het wat ingewikkelder. Om die reden zijn er ook allerlei uitzonderingsbepalingen in Algemene Wet Gelijke Behandeling opgenomen, zodat kerken bijvoorbeeld vrouwelijke dominees mogen weren als ze dat willen, of moskeeën vrouwelijke imams. Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat de grondrechten godsdienstvrijheid en gelijke behandeling vaak met elkaar in botsing zijn.
Artikel 1 In de jaren tachtig en negentig lag in Nederland het primaat bij gelijke behandeling, artikel 1 en dus de kroon op de nieuwe Nederlandse Grondwet van 1983. De vrijheid van meningsuiting was hieraan ondergeschikt. Het is de verdienste van Pim Fortuyn geweest dat we de vrijheid van meningsuiting weer zijn gaan herwaarderen. Keerzijde van deze herwaardering is echter dat velen de vrijheid van meningsuiting zijn gaan verabsoluteren, waardoor het politiek-maatschappelijk debat vaak helemaal nergens over gaat en telkens weer dezelfde polemieken worden uitgevochten. Velen menen nog steeds dat we de vrijheid van meningsuiting moeten ontworstelen aan het dogmatische gelijkheidsdenken, de politieke correctheid, en dat het daarom goed is als de dingen zo ongenuanceerd en polariserend mogelijk benoemd worden.
Dankzij deze dogmatische benadering van het recht op de vrijheid van meningsuiting treedt er vaak een bepaald mechanisme in werking waar Nederland in 2001-2002 dankzij Fortuyn kennis mee maakte, maar dat hij weer heeft van zijn “illustere voorganger en voorbeeld” Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784). Het mechanisme werkt ongeveer als volgt: 1) Iemand heeft ergens een sterke mening over en heeft het idee dat op zijn mening een taboe rust; 2) Om deze reden roept deze persoon zo hard en ongenuanceerd mogelijk deze mening, met als doel ‘het Volk van Nederland’ wakker te schudden (Van der Capellen werd daarom ook wel de ‘wekker van de Nederlandse natie’ genoemd). Hierbij worden drogredeneringen zoals de ad hominem (de persoonlijke aanval) niet geschuwd; 3) Omdat deze mening zo hard en ongenuanceerd is gebracht, roept deze mening veel reactie op. Sommigen zijn het met deze mening eens en beschouwen de verkondiger ervan als een profeet, omdat hij in hun ogen een taboe heeft doorbroken. Anderen echter storen zich enorm aan deze mening, misschien niet eens zozeer aan de mening an sich, maar wel aan de manier waarop deze onder woorden wordt gebracht; 4) Kritiek, op de boodschap en vooral die op de boodschapper, wordt beschouwd als ‘demonisering’ en een aanval op de vrijheid van meningsuiting. Deze kritiek bevestigen de profeet en zijn discipelen in hun heilige overtuiging, dat ze begonnen zijn aan een heilige missie om de heilige huisjes omver te werpen, en dat iedereen die daar kritiek op heeft een vijand is; 5) Van een echte discussie over het onderwerp is helemaal geen sprake meer. Er zijn twee partijen die zich diep hebben ingegraven en de andere partij zo verdacht mogelijk proberen te maken. Feiten, voor zover die er in het begin van de discussie al waren, spelen geen enkele rol van betekenis meer. Beide partijen hanteren hun eigen ‘feiten’, die allemaal precies passen in hun eigen ‘frame’.
Selectief geheugenverlies Het is natuurlijk helemaal van de ratten besnuffeld, om maar even een plasterkiaanse krachtterm te gebruiken, dat Pim Fortuyn en Theo van Gogh vermoord zijn, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders een tijdje hebben moeten onderduiken, dat cabaretier Hans Teeuwen zichzelf censureert en dat Ebru Umar en Monique Samuel nu worden bedreigd. Dat kan en mag niet in een moderne democratie. Dit betekent echter niet dat deze mensen profeten zijn die de waarheid verkondigen. Als je wordt bedreigd vanwege je mening betekent dit niet dat je gelijk hebt. Integendeel vaak. Fortuyn zei een aantal verstandige dingen (over de privatisering van de publieke sector) maar verkondigde ook een boel onzin. Van Gogh kwetste doelbewust zo veel mogelijk mensen, omdat hij dit leuk vond. Dat Van Gogh nu net als Jezus wordt vergoddelijkt door zijn discipelen is iets, waar de profeet zelf misschien helemaal niet zo blij mee zou zijn geweest. De discipelen van Van Gogh, die met islamofobie geen probleem hebben maar in antisemitisme een groot maatschappelijk probleem zien, lijden bovendien aan een selectief geheugenverlies: ‘Wat ruikt het hier naar caramel? Vandaag verbranden ze alleen suikerzieke joden.’
Ik vind het dus schandalig dat Umar en Samuel bedreigd worden, maar blijf vinden dat je ze daarom nog steeds kritisch bevragen mag over hun mening. Monique Samuel doet een poging om genuanceerd te zijn en ze schrijft ook goede mooie stukken. Haar doel is niet om te provoceren. Omdat ze vanwege haar nogal eenzijdige mening over de Moslimbroederschap wordt bedreigd, wordt ze via twitter door Geert Wilders wel zijn kamp binnengehaald, iets wat ze niet wil en waar ze gelukkig ook publiekelijk afstand van neemt.
De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar geen dogma. Het kan en mag niet dat mensen vanwege hun mening bedreigd of zelfs vermoord worden. Het gevaar bestaat echter dat we mensen met zo’n mening als profeten gaan beschouwen die boven alle kritiek verheven zijn. Pierre Bayle, Voltaire en Émile Zola zijn helden van het vrije woord, de reputatie van Joan Derk van der Capellen en Pim Fortuyn is wat twijfelachtig, maar Theo van Gogh en zijn discipelen zijn dat zeker niet. 

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.