De coronacrisis zal sociaaleconomisch nog jarenlang ‘doordreunen’, ook als er inmiddels een vaccin is tegen de ziekte. Dat zegt Dirk-Jan Omtzigt, hoofdeconoom van het Verenigde Naties Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) in de podcast Betrouwbare Bronnen.
"Wij maken ons enorm veel zorgen over de impact van de coronacrisis op lage- en middeninkomenslanden. We verwachten dit jaar wereldwijd een krimp van 4,4 procent. Dat is meer dan twintig keer zo veel als tijdens de financiële crisis van 2008. Toen was de krimp van de wereldeconomie 0,2 procent."
Omtzigt combineert en analyseert voor de Verenigde Naties alle beschikbare cijfers. “Ongeveer 90 procent van alle landen is nu in recessie. Dit is de diepste recessie in acht decennia en de grootste ineenstorting van het inkomen per hoofd van de bevolking sinds 1870”, zegt hij.
“In Afrika bezuiden de Sahara gaat het inkomen naar het niveau van 2007. Dat is een enorme terugslag. In het tweede kwartaal van dit jaar is een half miljard banen verdwenen. In lage- en middeninkomenslanden heeft 80 procent informeel werk. Voor toch al kwetsbare mensen is het heel moeilijk om dan nog een inkomen te verwerven.” Volgens de Wereldbank duiken komend jaar 150 miljoen mensen extra onder de inkomensgrens van 1,90 dollar per dag.
“In India is het inkomen van mensen onder de armoedegrens in april met 61 procent gedaald. We voorspellen dat het aantal mensen in de wereld dat acuut hongerlijdt dit jaar stijgt van 130 miljoen naar 265 miljoen”, zegt Omtzigt. “Kinderen die hongerlijden hebben moeite met leren. De kosten van honger zijn enorm. Honger is duur.”
Op een aantal landen drukken leningen zo zwaar, dat ze niet meer uit de crisis kunnen komen. “Als landen failliet gaan, dreigt een systeemrisico.” Hij adviseert schuldverlichting of zelfs kwijtschelding.
Groot probleem is volgens hem dat economische modellen niet toegerust zijn op het rampzalige scenario dat zich nu voltrekt. “Een model weet precies wat er gebeurt als je de rente verhoogt, maar niet wat het gevolg is als iedereen thuisblijft. Wat we nu zien is in het algemeen slechter dan de voorspellingen.”
Dirk-Jan Omtzigt en zijn team hebben mede als taak om binnen de VN de bestaande redeneringen ter discussie te stellen. “Wij vragen ons af: doen we wat juist is? Weten we wat we niet weten? En als er een andere werkelijkheid ontstaat, veranderen we dan van koers?” Een van de beleidswijzigingen die op advies van Omtzigt in gang werd gezet is: meer aandacht geven aan de sociaaleconomische gevolgen van covid-19. “Oorspronkelijk werd het voornamelijk als gezondheidscrisis gezien.”