Uit nieuw onderzoek blijkt dat het met de geestelijke gezondheid van niet-westerse allochtonen zorgelijk gesteld is. Een belangrijke oorzaak is sociale uitsluiting
Een onderzoek in de stad Utrecht, onlangs gepubliceerd door het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, maakt nog eens duidelijk hoe zorgelijk de situatie is rond de geestelijke gezondheid van allochtonen. Het risico op psychiatrische behandeling wegens psychotische stoornissen (inclusief schizofrenie) is voor Turkse Nederlanders van de tweede generatie negen en voor Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders zeven keer zo hoog als voor autochtone leeftijdsgenoten. Het resultaat voor de Turkse Nederlanders is een novum. Bij eerder onderzoek in Den Haag (2000-2002) was hun risico ‘slechts’ twee keer zo hoog.
De gebruikelijke leeftijd waarop men een psychotische stoornis ontwikkelt is 15 tot 54 jaar en het risico dat deze ramp zich ooit in iemands leven voltrekt bedraagt normaliter 1 procent. Een blijvende verhoging van het risico voor allochtonen van de tweede generatie zou betekenen dat 5 tot 10 procent van hen de aandoening ontwikkelt.
Het risico op psychiatrische behandeling wegens een depressieve stoornis is voor Turkse Nederlanders van de eerste generatie vijf keer en voor de tweede generatie acht keer hoger dan voor autochtone Nederlanders. Voor Marokkaanse Nederlanders van eerste en tweede generatie zijn deze cijfers respectievelijk drie tot vijf keer hoger.
De oorzaak van depressieve en psychotische stoornissen is een combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren. Als je de erfelijke aanleg niet hebt, zul je de stoornis niet krijgen. Als je die wel hebt, betekent dat niet automatisch dat je ziek wordt. Voor psychosen bijvoorbeeld geldt dat ongeveer 15 procent van de bevolking er de erfelijke aanleg voor heeft, terwijl in normale omstandigheden slechts 1 procent de stoornis ontwikkelt.
Het is bekend dat de depressieve stoornis wordt uitgelokt door allerlei vormen van stress en dat de stoornis daarom in lagere sociale strata twee keer zo vaak voorkomt.
Aangezien het risico voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders meer dan twee maal zo hoog is, spelen behalve economische ook andere factoren een rol. Volgens een manifest van Turkse professionals (de Volkskrant, 10 januari 2011) hebben Turks-Nederlandse jongeren het gevoel dat ze nooit een onderdeel van de Nederlandse samenleving zullen worden. Bovendien zijn de onderlinge relaties veranderd. Het sociale vangnet waar hun ouders een beroep op konden doen, is broos geworden. Er is veel huiselijk geweld als gevolg van spanningen thuis of een ontwrichte gezinsstructuur.
Het voor migranten verhoogde risico op een psychotische stoornis is een internationaal verschijnsel. In Engeland is het risico voor migranten uit het Caribische gebied en Afrika gemiddeld vijf keer zo hoog en in Denemarken en Zweden voor personen uit niet-westerse landen drie keer. Onderzoek in enkele landen van herkomst (Suriname, Jamaica, Trinidad, Barbados, Groenland) laat normale cijfers zien. Waarom stijgt het risico voor de bewoners van deze landen als ze naar West-Europa verhuizen?
De verklaring voor het verschijnsel is onzeker. Een beginnend psychotisch vuur kan krachtig worden aangewakkerd door drugs als cannabis, maar er is geen bewijs dat allochtone patiënten vóór het ontstaan van hun stoornis vaker drugs hebben gebruikt dan autochtone patiënten.
De volgende gegevens bieden wel aanknopingspunten voor een verklaring: 1. Het risico is vooral verhoogd bij etnische groepen die weinig succesvol zijn en gediscrimineerd worden (Afrikanen in Engeland, Inuït in Denemarken, Marokkaanse mannen in Nederland). 2. Het risico voor allochtonen is hoger naarmate zij met minder mensen van hun eigen etnische groep in een wijk wonen (Londen, Den Haag). 3. De kans is weinig verhoogd voor etnische groepen met een sterke sociale cohesie (Aziaten in Engeland, Turkse Nederlanders van de eerste generatie). Deze bevindingen steunen de gedachte dat sociale uitsluiting een belangrijke oorzaak is van psychose voor personen met een genetische kwetsbaarheid.
De overheid kan geen oplossing bieden voor alle problemen die samenhangen met migratie, zoals heimwee en verbroken familierelaties, maar kan wel bevorderen dat allochtonen een onderdeel worden van de samenleving. Onderwijs en werk spelen hier de hoofdrol. In de Verenigde Staten moeten migranten 80 uur werken om hun hoofd boven water te houden. In Europa worden ze veroordeeld tot een uitkering en levenslang tv kijken. Een middenweg zou wel zo prettig zijn.
Het gegeven dat allochtonen minder vaak een psychiatrische stoornis ontwikkelen als ze met veel leden van hun eigen etnische groep in een wijk wonen, betekent dat het beter is om hen niet gedwongen te spreiden. En terugdringen van het gebruik van cannabis is goed voor iedereen.