Vervolgen helpt niet, verleiden wel
• 16-02-2011
• leestijd 5 minuten
God blijkt problemen te hebben met de leuke dingen in het leven
Als het aan Machiel de Graaf ligt, krijgen we een hoofddoekjesverkiezing. De kandidaat-fractievoorzitter van de PVV in de Eerste Kamer praat er graag over. Hij benadrukt keer op keer dat hij ze het liefst uit het straatbeeld zou zien verdwijnen, omdat zij blijk geven van de ongelijkheid tussen man en vrouw, zoals de islam die naar zijn inzicht predikt. Hoofddoekjes in de tram zijn evenzovele vaandels van de jihad-legers die langs kruip-door-sluip-door-wegen Europa bezetten om – als ze eenmaal sterk genoeg zijn – een einde te maken aan onze vrijheden. In dit licht bezien is het geen wonder dat menig PVV’er voor een meer of minder algemeen verbod is. Gematigde Wilderianen zijn tevreden als zij niet gedragen worden door overheidsfunctionarissen met een openbare functie, de meer radicalen bepleiten een totaalverbod in de openbare ruimte. Zouden deze maatregelen werkelijk leiden tot een bevrijding voor de islamitische vrouw?
Je kunt zeggen wat je wilt, maar het aantal gehoofddoekten is de laatste decennia sterk toegenomen. Steeds meer islamitische vrouwen kleden zich in lange wat vormloze jassen en houden het hoofd bedekt. Er zijn weliswaar genoeg moslima’s die hun islamitische kledij met hoofddoek en al zo koket mogelijk dragen, maar zij vormen binnen deze groep een minderheid. Dat merk je als je in de randstedelijke winkelstraat om je heen kijkt.
Deze ontwikkeling hangt samen met een godsdienstige revival die je overal ter wereld onder moslims aantreft. Het oude traditionele geloof dat nog heel erg werd beheerst door plaatselijke tradities, verering van heiligen en zelfs resten van het heidendom maakt steeds meer plaats voor strengere opvattingen die heel erg doen denken aan de stellingen van orthodoxe protestanten binnen het christendom. Niet voor niets worden zulke moslims in het westen als fundamentalisten aangeduid, een term uit de Verenigde Staten voor streng gelovige protestanten.
De ‘fundamentalistische’ stromingen in de islam willen het geloof van alle traditionele en populaire franje ontdoen omdat zij menen alleen zo tot de ware kern te kunnen doordringen, de oorspronkelijke boodschap van God die de engel Gabriel aan Mohammed overhandigde. Voor zulke moslims betekent dat een wat zij noemen ‘letterlijke’ interpretatie van de koran en ook wel de hadith, de verhalen die de vrienden en de kennissen na diens dood over de profeet vertelden. Alles wordt daaraan getoetst.
Kom je zo inderdaad tot wat Ayaan Hirsi Ali aanduidt als de zuivere islam? Dat is nog maar de vraag. Het letterlijk nemen van teksten, erop staan dat ze maar één ding kunnen betekenen en niet verschillende dingen tegelijk, ervan uitgaan dat ze uitsluitend bedoeld zijn om met de rede te worden begrepen en niet als basis dienen voor meditatie of religieuze trances, dat heeft allemaal nogal met een westerse manier van teksten interpreteren te maken die zijn eerste grote bloei beleefde tijdens de Renaissance (niet toevallig ook de tijd van onze eigen fundamentalist Johannes Calvijn). Gestrenge moslims zijn wat dat betreft meer westers dan zij zelf denken.
Het hoekig lezen van de heilige geschriften, ze glashelder voor maar één interpretatie vatbaar houden leidt tot een geloof en een religieuze praktijk die in zeer nauwe kaders besloten zijn. God blijkt problemen te hebben met de leuke dingen in het leven. Hij formuleert strenge taboes op het gebied van etenswaar. Hij verwerpt alle omgang tussen mannen en vrouwen, vooral seksuele, buiten het officiële huwelijk om. Al deze prettige aspecten van het menselijk bestaan vormen bij elkaar de brede weg naar de Hel en de eeuwige dood. Kortom: niks mag.
Dit leidt tot een uitermate preutse levensstijl. Zodra jongens en meisjes de geslachtsrijpe leeftijd hebben bereikt, worden zij zoveel mogelijk uit elkaars buurt gehouden, want overal loert Sjaytan met zijn boze inblazingen en zijn verleidingen. Om diezelfde reden moeten vrouwen hun schoonheid zoveel mogelijk verbergen voor andermans blikken. De bovenkleding volgt niet de vormen van het lichaam, het hoofd blijft bedekt. Al het andere is schaamteloos en uitdagend.
Deze kledingstijl getuigt van een extreem kuisheidsideaal. Naadloos daarop sluit aan de maagdelijkheidscultus: een vrouw dient onbevlekt, onaangeraakt het huwelijk in te gaan.
De mannen zijn van deze benadering net zo goed het slachtoffer. Zolang zij niet gehuwd zijn, leven zij in een wereld waar seksuele apartheid de norm is en vaak zelfs op bruiloften de mannen en de vrouwen in eigen kring het feest vieren. Er zit dan ook tragiek in het lot van die Amsterdamse docent. Hij ging naar Mekka om daar tot de kern van het geloof door te dringen en hij komt terug met de overtuiging – voorwaar een magere oogst – dat het zondig is om vrouwen aan te raken, zodat hij een regeling moet treffen om zijn vrouwelijke studenten en collega’s geen hand te hoeven geven. Zo’n man verdient eerder mededelijden dan uitbranders.
Uiteraard is zo’n verkrampte omgang tussen de beide geslachten slecht voor de geestelijke gezondheid. Die leidt tot frustraties en ontsporingen. Wat als kuisheid en geloofstrouw wordt gevierd, is in feite een snelkookpan vol hormonen. Homoseksualiteit, althans een homoseksuele noodoplossing dringt zich op in een omgeving van seksuele apartheid. Zo moeten velen in het keurslijf van hun geloofsopvattingen leven met een duister geheim, want zulke uitwegen, die zich als veiligheidsklep van de seksuele snelkookpan aandienen, zijn onbespreekbaar en zondig.
Bij wie zich tot nog toe heeft beheerst, dringen toch de onkuise beelden zich op in steeds schrillere kleuren en steeds scherper getekend. Dat levert grote angst op voor het zieleheil. Ik weet waarover ik het heb. In mijn jeugd zijn mij orthodox katholieke opvattingen bijgebracht en die verschillen wat verboden betreft niet extreem van wat onder strenge moslims gebruikelijk is. Ook niet wat de verboden en geheime uitwegen betreft die nu met alle schandalen van dien naar buiten komen. Wie in de zwartekousenkerk is opgegroeid weet net zo goed precies wat hier wordt bedoeld.
Er is zowel voor mannen als voor vrouwen maar één manier om aan deze manier van leven en deze voor de geest zo ongezonde verhouding tussen de seksen te ontkomen. Ze moeten zelf tot een minder gespannen relatie komen met God, vaststellen dat het niet de Koran is (of de Bijbel, of de geboden van de H.Kerk) die hen dwingt, maar hun eigen manier van omgaan met de tekst. Leren het leven en ook de geneugtes daarvan te omarmen als gaven Gods, zoals ooit de auteur van de Duizend-en-een-Nacht het ook deed.
De PVV draagt aan het ontstaan van zo’n ontspannen klimaat niet bij, integendeel. Ten eerste prediken de voorlieden van de partij dezelfde islam als die van de fundamentalisten. Zij stellen immers keer op keer vast dat een fundamentalistische, strenge alles verbiedende geloofsopvatting de juiste is en inderdaad die van Mohammed. Bovendien interpreteren ze een symbool van overdreven kuisheid als een oorlogsvlag als het vaandel des geloofs. Daardoor nodigen zij vrouwen niet uit om de hoofddoek af te leggen, maar zij trekken die juist verder over hun voorhoofd. Zij geven hen een extra argument om die hoofddoek te blijven dragen: het wordt een symbool van hun eigenheid.
Als Machiel de Graaf de staf breekt over de hoofddoekdraagsters, dan wordt hun hoofdbedekking gepromoveerd tot een uitdaging en het uitdagende was nu juist wat de strenge islamieten in vrouwelijk gedrag zo veroordelen. Door De Graafs strafredes wordt kuisheid uitdagend. Zo werkt hij juist in de hand wat hij denkt te bestrijden.
Geloof mij: vervolgen helpt niet. Verleiden wel.